Onderneming en intellectuele eigendom
Week 1
Intellectueel eigendom: bescherming van prestaties (uitvindingen) en
onderscheidingstekens (merk- of handelsnamen) rechten op voortbrengselen op de geest
of creaties.
IE-recht: je hebt een exclusief recht om het te exploiteren.
Vragen voor de rechten:
- Wat is de aard van het object en op welk terrein moet dat object liggen?
- Aan welke inhoudelijk eisen moet zijn voldaan?
- Welke procedure moet worden doorlopen?
- Wie heeft aanspraak op het uitsluitend recht?
- Waaruit bestaat het uitsluitend recht?
- Hoe kan een munt slaan uit het uitsluitend recht? Hoe kun je er een financieel voordeel
mee genereren?
Dataprotectie
Van groot belang voor ondernemingen. Ondernemer zou deze zoveel mogelijk moeten
beschermen (AVG).
Bescherming date en knowhow van groot belang
Onder knowhow valt: alle techniek, kennis en kunde en vaardigheden. Niet alles is te
beschermen. Er omvat meer dan alleen de bedrijfsgeheimen.
Feitelijke bescherming
- Informatiebeveiliging
Als ondernemer ervoor zorgen dat je informatiebeveiliging op orde is. Je kunt je afvragen of
je bijv. wel een virusscanner in je systeem hebt voor extra bescherming. Moet zowel intern
als extern. Je moet regels niet alleen stellen maar ook handhaven. Je doet er ook verstandig
aan om een risicoanalyse uit te voeren, deze moet zowel intern als extern.
Intern: je kijkt naar iedereen die voor je werkt. Zowel werknemers als zzp’ers.
Extern: je kijkt naar klanten, concurrenten, leveranciers en eventuele derden. Je moet
dan ook kijken of je risico loopt doordat je met die ene partij samenwerkt.
- Bewustwording
Werken aan gedrag en cultuur. Wachtwoorden moeten niet rondslingeren. Niet iedereen
moet bij alle gegevens kunnen. Werken met versleutelingen.
- Rol AVG
Juridische bescherming
Zowel intern als extern van belang
- Arbeidsovereenkomsten: vertrouwelijkheidsverplichtingen, concurrentie- en
relatiebedingen (intern) bescherming tegenover werknemers.
- Geheimhoudingsovereenkomst c.q. geheimhoudingsbepalingen
- Vertrouwelijkheidsafspraken
Koppeling met boetebeding: heeft enerzijds een bestraffend karakter en anderzijds een
afschrikkend karakter. Moet in verhouding staan met de waarde van het beding. Afwijking
van art. 6:92 is mogelijk. Je mag naast een boete ook schadevergoeding vorderen als je dat
hebt afgesproken.
1.2
Wet bescherming bedrijfsgeheimen 2018
Gebaseerd op richtlijn 2016/943/EU: bescherming gebaseerd op Amerikaanse trade-
secrets act. Deze wet ziet bescherming op alle bedrijfsinformatie die niet IE-rechtelijk is
,beschermd, daarbij kun je denken aan bedrijfsstrategieën, recepten die een bedrijf geheim
wil behouden of resultaten etc.
WBB: biedt geen beroep op IE-recht, maar kan worden gezien als alternatief of aanvulling
hiervoor.
Voorwaarden om aan een bedrijfsgeheim te voldoen (art. 1 WBB):
1. Moet niet algemeen bekend of toegankelijk zijn voor mensen die zich bezighouden met
dergelijke informatie
2. De informatie moet handelswaarde bezitten
3. Rechthebbende moet redelijke maatregelen hebben getroffen om de informatie geheim
te houden. Bijv. informatie registreren als bedrijfsgeheim en te werken met
geheimhoudingsclausules.
Belang vastleggen definitie
Als aan de drie voorwaarden is voldaan kunnen we spreken van een vermogensrecht op
grond van art. 3:6 BW. Vermogensrecht: stoffelijk voordeel te verschaffen op een recht.
Als er inbreuk wordt gemaakt op een bedrijfsgeheim is er sprake van een onrechtmatige
daad. Als er geen bedrijfsgeheim is dan moet je aantonen dat er in strijd is gehandeld met
een wettelijke plicht.
Voordeel WBB t.a.v. andere wetgeving:
Object staat centraal en niet de handeling. Vb. geheime bedrijfsstrategie en niet de
handeling staat centraal (overtreding van een geheimhoudingsafspraak door een
werknemer). Het biedt degene die zich beroep op de WBB meer mogelijkheden.
Art. 5 WBB de mogelijkheden voor de voorzieningenrechter
Art. 6 WBB bodemprocedure. Vb. vordering tot het verbod op het gebruik maken van
bedrijfsgeheimen of het verbod om inbreuk makende goederen te produceren.
- Bedrijfsgeheimen moeten voldoen aan de definitie van de WBB. Deze definitie is meestal
minder omvattend dan bijv. de geheimhoudingsbepalingen in de arbeidsovereenkomst
WBB maakt die afspraken niet nietig.
- Als ondernemer is wel belangrijk om bepalingen ruim te laten en een dergelijk protocol
ook handhaaft.
- Er is bij het WBB meer sprake van gelijkwaardigheid bij procespartijen. Het is niet zoals
bij arbeidszaken dat er een zwakkere partij is. Procedures bij WBB worden bij sector
civiel gevoerd, de proceskosten kunnen hoog zijn. Je kunt immers niet zelf procederen.
Juridisch kader – WBB
Bij het procederen wordt gesproken over bedrijfsgeheimen. Deze kunnen tijdens de
procedure openbaar worden gemaakt. Dat wil je niet, omdat andere belanghebbenden met
deze gegevens in de haal gaan. In de richtlijn staat vermeld dat de lidstaten de nodige
processuele waarborgen moeten vermelden.
- Art. 10 WBB: wordt verwezen naar RV. Met name naar art. 22a Rv.
- Art. 22a lid 3 Rv: kennisneming is voorbehouden aan een gemachtigde advocaat
- Art. 1019IB e.v. Rv: gaan over procedures en dergelijke en bescherming van
bedrijfsgeheimen. Verboden om bedrijfsgeheimen openbaar te maken die tijdens de
procedure als vertrouwelijk zijn aangemerkt.
IE-recht
Rechten op voortbrengselen van de geest of intellectuele creaties.
Het gaat niet om ideeën! Maar om het expoteren van bepaalde door het recht
beschermde ideeën.
Belang van die rechten neemt toe, waarde van ondernemingen worden steeds minder
tastbaar.
IE-recht beperkt concurrentie (moet een goede balans zijn)
Billijkheidsargument: als je iets hebt bedacht, mag je daar ook de vruchten van plukken
, Doelmatigheidsargument: ontwikkeling moet worden gepromoot. Als je niets terugkrijgt
voor die investigeren dan komen de ontwikkelingen stil te staan.
Beperkte duur van de rechten gelden niet voor merken en handelsnamen
Beperken rechten
Mededingingsrecht: uitgangspunt is de concurrentievrijheid. Als de mededinging niet meer
is geoorloofd worden er grenzen gevormd.
Mededingingsrecht kan worden verdeeld in:
Publiek: mededingingswet, prijzenwet en de warenwet
Privaat:
o Geschreven: uitgewerkt in verschillende wetten
o Ongeschreven: dan hebben we het met name over de zorgvuldigheidsnorm van
art. 6:162 BW. Bijv. bedrijfsspionage.
Vrij verkeer
Art. 34 VWEU= vrij verkeer van goederen
Art. 36 VWEU= inbreuken kunnen gerechtvaardigd zijn als het gaat om IE-rechten
Mededingingsrecht
art. 101 VWEU= mededingingsbeperkende afspraken
Art. 102 VWEU= misbruik van machtspositie
Week 2 – Auteursrecht
Uitgangspunt auteurswet: territorialiteitsbeginsel
Alleen van toepassing is op gevallen waarin een auteursrechthebbende het recht in
Nederland wil handhaven.
Verdragen waar Nederland bij is aangesloten:
Berner conventie
Universele auteursrecht conventie
Trips verdrag
Staten die zijn aangesloten bij deze verdragen hebben recht op dezelfde bescherming als de
eigen onderdanen
Op grond van auteursrecht Richtlijn. Hof van justitie is de hoogste rechter die uitleg geeft
over het auteursrecht.
Catalogus vragen van Geerts – Algemeen
1. Wat is de aard van het object en op welk terrein moet dat object liggen?
- Werk van letterkunde, wetenschap of kunst
2. Aan welke inhoudelijk eisen moet zijn voldaan?
- Moet gaan om een creatieve prestatie met een eigen oorspronkelijk karakter met een
persoonlijke stempel van de maker.
, - Het werk moet voldoende nauwkeurig en objectief worden geïdentificeerd.
3. Welke procedure moet worden doorlopen?
- Er is geen formele procedure. Alleen de schepping van het werk is voldoende.
- Het auteursrecht ontstaat op het moment van schepping van een werk
4. Wie heeft aanspraak op het uitsluitend recht ofwel wie is rechthebbende?
- De maker is rechthebbende.
5. Waaruit bestaat het uitsluitend recht?
- Bestaat uit het openbaar maken en vereenvoudiging van het werk
6. Hoe kan een munt slaan uit het uitsluitend recht? Hoe kun je er een financieel
voordeel mee genereren?
- Het auteursrecht kan worden gehandhaafd doormiddel van een onrechtmatige verklaring.
Want het auteursrecht is een subjectief recht (inbreuk op een recht is onrechtmatig).
- Vordering met dwangsom
- Schadevergoeding vorderen
- Winstafdracht vorderen
Procesrecht art. 1019 t/m 1019i Rv
Auteursrecht – materiele vereisten (vraag 1 en 2)
Wat is de aard van het object en op welk terrein moet het object liggen? En aan welke
inhoudelijke eisen moet zijn voldaan?
Art. 1 Aw:
Auteursrecht is het uitsluitende recht van de maker. Het betreft een werk van letterkunde,
wetenschap of kunst of van diens rechtverkrijgenden om dit openbaar te maken en te
verveelvoudigen behoudens beperkingen bij de wet gesteld.
Elementen van art. 1 Aw
1. Maker – art. 4 t/m 9 Aw
Art. 4 Aw= degene die als maker is aangeduid wordt vermoed de maker te zijn, tenzij de
maker het tegendeel kan bewijzen. Persoonlijke stempel is daarom belangrijk.
Art. 5 Aw= gaat over wie als maker van een verzamelwerk wordt aangeduid.
Art. 6 Aw= als iemand onder toezicht staat van een ander. Brein boven hand. Vb.
o Brein: leerling van Rembrandt die mee heeft geschilderd. Rembrandt is de maker. Idee
van brein moet zijn uitgewerkt.
Art. 7 Aw= werknemer die in dienst is bij een werkgever. De werkgever wordt dan
beschermd en aangeduid als maker. Het werk moet wel in het kader van de uitoefening
van de functie vallen. Als een kassière een liedje schrijft aan de kassa is zij de maker en
niet de supermarkt. Zzp’er valt niet onder de werking van art. 7 Aw bij de
overeenkomst van opdracht moeten dan goede afspraken worden gemaakt.
2. Werk – art. 10 t/m 11 Aw
Gaat o.a. om boeken, tijdschriften, toneelwerken, mondelinge voordrachten,
fotografische werken, aardrijkskundige kaarten enz. Art. 10 Aw bevat geen limitatieve
opsomming.
Art. 11 Aw: uitzondering wetten, besluiten van de openbare macht, rechterlijke
uitspraken etc. vallen niet onder het auteursrecht.
Drie eisen:
1. Moet voldoende nauwkeurig en objectief worden geïdentificeerd.
Het object moet ergens tot uitdrukking worden gebracht. Bijv. mondelinge voordracht. Het
moet bijv. leesbaar of voelbaar zijn. Iets wat in het hoofd van iemand afspeelt mag niet
worden beschermd als werk in de zin van de auteurswet. Het is immers niet nauwkeurig en
objectief uitgedrukt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiextimmer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.