Sociale inclusie en diversiteit
Hoorcollege 1
Inleiding tot vak
Waarom sid?
• Als jeugd- en welzijnprofessional kom je per definitie in aanraking met diversiteit
o Samenleving nu veel diverser dan 30 jaar geleden
o Tegen 2030 woont 2/3de vd bevolking van de OESO- landen in steden
o Grootstedelijkheid en diversiteit –> niet meer weg denken
• Voor de jeugdprofessional betekent dat:
o Werken in diverse contexten
o Voorbereid zijn op situatie die je niet helemaal verwacht
o Even sterke professional zijn naar iedereen
Een divers-sensitieve basishouding
3 niveau’ s:
1. Macroniveau: goed inzicht en begrip van de superdiverse samenleving en haar uitdagingen
zijn essentieel
2. Mesoniveau: in staat om de lokale context correct te lezen. Je moet kunnen inschatten
wanneer diversiteit en kwetsbaarheid van tel is. Methodieken, good practices en inzicht in
communicatiemodellen
3. Microniveau: processen van identiteitsvorming van jongeren die betrekking hebben tot de
maatschappij. Als jeugdprofessional moet je creatief, agogisch en projectgericht kunnen
inspelen op praktijkvraagstukken
Een jeugdprofessional met professioneel kunnen handelen ‘voorbij de etnische lens’ kunnen kijken
➔ De professional moet oog hebben voor meervoudige en complexe identiteiten, verschillende
lagen en betekenissen zien en invloed van machtselementen kunnen herkennen
Het belang van taalgebruik:
• Bewust worden van hoe er gesproken wordt over verschillen, over etnisch-culturele
minderheden, personen met een beperking, armoede, gender en LGBTQ+
• Respectvol en inclusief leren spreken over/met diverse groepen mensen
• Zelf krijg je een nieuwe woordenschat toegeëigend
o We zijn de strijd tegen corona aan het winnen, maar we moeten nog even volhouden.
Voor onze Vlaamse moslims betekent dat dat het Suikerfeest niet in grote groep gaat
kunnen gevierd worden.
Het ontstaan van de diverse samenleving
Immigratieprocessen in België
• Nooit homogeen → migratie is van verschillende tijden
, • Verschillende migratiestromen doorheen de geschiedenis
• Diverse samenleving: feit en omkeerbaar
Wat is migratie?
• Definitie migratie, Jessurum
o Permanent verwisselen van vaste verblijfplaats
o Individuen/groepen
o Binnen een groter geografisch gebied dan de geboortestreek
• 21 eeuw ook andere patronen:
ste
o Pendelen tussen andere landen (vliegverkeer)
o Contact houden met thuisland (technologische ontwikkelingen)
o Doormigreren (jarenlang onderweg zijn)
• Binnen groter geografisch gebied dan de geboortestreek:
o Eind 19e eeuw ontstaat de natiestaat
▪ Mensen identificeren zich met een gebied
▪ Eigen regels, wetten en identiteitspapieren die bewijzen dat je behoort tot
die natie
▪ Grenzen
Vrijwillige migratie: permanent verwisselen van vaste verblijfplaats
semivrijwillige migratie: iemand die migreert vanwege gebrek aan werk of toekomstperspectief
onvrijwillige migratie: iemand die gedwongen wordt om het land te verlaten wegens dreiging
Immigratieprocessen in België:
• Van de jaren 60:
o 1960: onafhankelijkheid van Congo. Belgen in Congo keerde terug. Beperkte migratie
van individuele Congolezen die naar België komen
o Jaren 60: economische groei → nood aan werkvolk voor de mijnbouw, maar nu ook
spoorwegtunnels, metro’s, snelwegen en haven. Opnieuw actief recruteren:
▪ Spanjaarden en Grieken
▪ Marokkanen en Turken
• Vanaf 1974: migratiestop en recruteringstop (oliecrisis=schaarste)
o Naturalisatie van 10000 mensen (arbeidskaart en verblijfsvergunning)
o Migranten kunnen nu ook beslissen om te blijven
▪ Gezinshereniging en gezinsvorming
▪ Eigen en gemengde huwelijken mogelijk
▪ Besef groeit nu pas dat een mensen zal blijven
▪ Nog geen inspanningen van overheid om integratie te bevorderen, men gaat
er vanuit dat naturalisatie een voldoende voorwaarde is voor integratie
Overheid en immigranten investeerden tot dan toe onvoldoende in
taal en integratie
• 1981: 36% van de mensen met roots in het buitenland is in België geboren
→ tijdelijkheidsgedachte is een illusie gebleven
• Jaren 90:
o Vooral gezinshereniging vanuit landen Marokko en Turkije
o Europese migratie binnen EU-landen van het Schengengebied (politieke en sociaal-
economisch unie)
, o Asielaanvragen niet meer zoveel uit Afrika en Azië, maar wel Europees vasteland en
Midden-Oosten door:
▪ Golfoorlog
▪ Burgoorlog en uiteenvallen Jeogoslavië
• 21ste eeuw:
o Nieuwe patronen, complexer als gevolg van sociaal-economische en technologische
ontwikkelen (internet, vliegverkeer,…)
▪ Vaker niet permanent migreren
▪ Contact behouden met land van oorsprong is makkelijer
Ontstaan superdiversiteit (Geldof, 2015): Meer diversiteit
(kwantitatief), Meer diversiteit binnen de diversiteit (kwalitatief) & Normalisering van de diversiteit
• Sinds het einde van WOII kent mensen asielzoekers en vluchtelingen op haar grondgebied
o Verdrag van Genève → vluchtelingenverdrag: geen reen om zich te vestigen, wel
mogelijkheid om beroep te doen op het verbod om uitgezet te worden naar het land
van herkomst
o Terminologie
▪ Asielzoekers (wettelijke term: verzoekers om internationale bescherming):
Persoon die het thuisland ontvlucht en een asielaanvraag doet
▪ Vluchteling: Status die na onderzoek van de asielaanvraag kan worden
toegekend aan de asielzoeker.
• Grote stromen als gevolg van geo-politieke conflicten:
o Wereldwijd 70,8 miljoen mensen op de vlucht.
o 586 530 hiervan vroegen asiel aan in de EU (slechts o,8 %!)
o Syriërs, Palestijnen grootste groep momenteel
▪ 6,7 miljoen Syriërs op de vlucht buiten Syrië
▪ 3,7 miljoen hiervan in Turkije
o Gevolgd door (in mindere mate) Afghanistan, Guinea, Irak.
• 2016: verdrag Turkije en EU: stop vluchtelingenstroom. Fort Europa sluit zich.
o De leefsituatie van deze mensen is echter niet verbeterd.
o Mensenrechtenschendingen zowel in o.a. Libië,Turkije als in de EU (Moria).
o Vervolging van mensenrechtenorganisaties en reddingsschepen door
een aantal Europese landen.
Migrant: iemand die migratiebewegingen maakt
immigrant: iemand die een migratiebewegingen maakt naar België
emigrant: een Belg die een migratiebeweging maakt naar een ander land
vreemdeling: iemand met een andere nationaliteit
Emancipatiebewegingen
1. Feminisme
2. LGTBQ+
3. Etnische zelforganisatie
4. Zelforganisaties mensen met een beperking
, Feminisme:
• Stemrecht → 1948
• Geen toestemming nodig voor job → 1958
• Kinderverzorgster worden → 1983
• Huwelijk met hetzelfde geslacht → 2003
Feminisme is een beweging die streeft naar maatschappelijke veranderingen om de positie van de
vrouw te verbeteren (D’Ancona)
Feminisme als strijd voor gelijkheid van mannen en vrouwen en verzet tegen patriarchaat en seksisme
• Feminisme is een denkbeeld: bril, manier van kijken naar de wereld
• Verschillende stromingen
Bewegingen:
• die machtsverhouding tussen mannen en vrouwen probeert te veranderen
• Die streeft om gelijkheid tussen mannen en vrouwen probeert te bevorderen
• Die streeft naar elimineren van genderstratificatie en normen die vrouwen beperken
• Die streeft naar beëindigen van seksueel geweld en bevorderen van seksuele vrijheid
(Marcionis et al, 2014)
• Niet enkel tegen vrouwendiscriminatie en gelijke rechten → beweging is geëvolueerd naar
streven naar gendergelijkheid.
• Misvatting dat het enkel iets voor vrouwen is en dat het niet meer nodig is
• Gender is een van de SDG’s
Verschil sekse en gender:
• Het woord ‘gender’ verwijst naar:
o ideeën, verwachtingen en normen die aan
mannen en vrouwen worden toegekend;
o verwachtingen over wat het betekent om
een jongen of een meisje te zijn;
o wat als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ wordt
beschouwd;
o welke opties en mogelijkheden we voor
vrouwen en mannen zien;
o wat het voor een maatschappij betekent
om man of vrouw te zijn.
De indeling tussen mannen en vrouwen gebeurt niet gelijk. Gender is dan ook een mechanisme van
macht. Door zaken in te delen in twee categorieën met een waardeoordeel waarbij ‘mannelijke
eigenschappen’ vaak hoger worden ingeschat dan ‘vrouwelijke eigenschappen’, (re)creëert gender een
machtspatroon tussen de biologische geslachten.
Golven:
• Verschillende golven in de geschiedenis
• Eerste (1850-1900) : strijden voor vrouwenkiesrecht arbeidspositie vrouwen en bescherming
sekswerkers
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lenekuppens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.