Beco domein B: van persoon naar
rechtspersoon
H5: Verzekeren, studeren, sparen en lenen
P1: Soorten verzekeringen
Verzekering= de verzekeraar verplicht zich om tegen ontvangst van een premie de verzekerde schadeloos te
stellen wegens een verlies, schade of gemis van verwacht voordeel door een onzeker voorval.
Door je te verzekeren worden de risico’s kleiner. Bij het afsluiten van een verzekering moet je je
telkens afvragen of de verzekeringspremie opweegt tegen het risico waartegen je je verzekert.
Schadeverzekeringen Sommenverzekering
Verzekeringen waarbij de uitkering afhankelijk is van de Verzekeringen waarbij de uitkering niet afhankelijk is van
geleden schade. De uitkering is nooit meer dan het verlies of schade, maar van het moment waarop zich een
schadebedrag. onzeker voorval voordoet. Bijv. lijfrenteverzekering.
Polis= verzekeringsovereenkomst wordt hierin vastgelegd ; afgesproken risico’s, onzekere elementen,
maximale vergoedingen, hoogte premie. Soms poliskosten en administratiekosten. Over de premie
en bijkomende kosten betalen we 21% assurantiebelasting.
P2: Schadeverzekeringen en -regelingen
Vaak voorkomende verzekeringen bij gezinnen& ondernemers:
Brandverzekering Dekt de schade die door brand is ontstaan. Vaak ondergebracht in een uitgebreide
verzekering, waardoor ook schade door inbraak, water- en stormschade en diefstal is
meeverzekerd. Max uitgekeerde bedrag is gelijk aan de verzekerde som. De verzekerde moet
er goed op letten dat de verzekerde waarde ongeveer gelijk is aan de werkelijke waarde. In de
polis wordt meestal een indexclausule opgenomen (verzekerde som en premie groeien mee
met algemene prijsstijgingen)
Transportverzekering Dekt schade die bij transporteren is ontstaan. (goederen kunnen beschadigen,
transportmiddel kan ongeluk krijgen).
Wat is er verzekerd?
- transportmiddel – goederen – laad en loskosten – imaginaire winst= verwachten winst die de
ondernemer had gedacht te maken, maar die verloren gaat.
Bedrijfsschadeverzekering Dekt financiële gevolgen door bedrijfsstilstand als gevolg van brand, stormschade enz. Keert
bedrag uit voor elke dag dat het bedrijf stilligt. Ook imaginaire winst.
Kredietverzekering Dekt verkopen op rekening die niet betaald zijn. Niet tot 100%- uitkering. Onderneming moet
dus zelf ook een deel van het kredietrisico dragen. Dit geeft de verzekeraar zekerheid dat de
onderneming maar niet ‘raak’ verkoopt.
Verkoper stelt meestal een plafond/kredietlimiet aan de hoogte van het te verstrekken
krediet.
Exportkredietverzekering= beperkt het risico dat buitenlandse afnemers niet betalen
Commerciële risico= normale risico dat de afnemer zijn schuld niet kan/wil betalen.
Politieke risico dat er geen geld ons land binnenkomt, doordat de politiek van het land het overmaken
van geld blokkeert.
Exportverzekering dekt commerciële& politiek risico. De verzekeringsmaatschappij kan zich
herverzekeren bij de Nederlandse Staat.
Herverzekeren= exportkredietverzekeraar verzekert het risico zelf ook weer. De Nederlandse Staat
verschaft deze mogelijkheid, omdat zij de export belangrijk vindt.
Productaansprakelijkheid Verzekert schadeclaims.
verzekering Winkels zijn aansprakelijk zolang zij de naam van de producent niet noemen.
Aansprakelijkheidsverzekerin Verzekert risico van aansprakelijkheid. Je bent aansprakelijk als je door schuld letselschade aan
1
,g personen/ zaken van personen toebrengt. Soms is deze verzekering wettelijk verplicht (bij
gebruikmaken van auto/motor)= WA-verzekering. De aansprakelijkheidsverzekering dekt
alleen schade toegebracht aan derden. Eigen schade is niet verzekerd.
Rechtsbijstandverzekering Verzekering waarbij de verzekeringsmaatschappij een persoon/onderneming bijstaat bij
juridische geschillen. (hulp in natura (advocaat)/ hulp in vorm van geld).
We hebben 3 bedragen nodig om de schade-uitkering te berekenen:
1. Schadebedrag (waarde van de goederen die verloren zijn gegaan)
2. Gezonde waarde (waarde op het moment juist voordat schade ontstaat)
3. Verzekerde som (waarde waarvoor alle goederen verzekerd zijn)
Verzekeringsbreuk= verzekerde som/ gezonde waarde
Schade-uitkering= verzekeringsbreuk x schadebedrag
Als de verzekeringsbreuk >1 rond de verzekeringsmaatschappij de breuk naar beneden af op 1.
Oververzekering= verzekerde som is hoger dan de gezonde waarde.
Kan ontstaan doordat waardes van tevoren niet altijd gemakkelijk zijn te bepalen.
Onderverzekering= verzekerde som is lager dan de gezonde waarde. Gebeurt vaak doordat een
onderneming in een bepaald jaar een verzekering afsluit en de verzekerde som vaststelt en de
waarde later niet meer verhoogt. Bij onderverzekering is de breuk kleiner dan 1.
In een enkel geval kan de verzekeraar van de algemene regel afwijken (bijv. bij inbraakverzekering).
Omdat vaak maar een klein deel van alle goederen wordt meegenomen, keert de verzekeraar ook in
geval van onderverzekering vaak toch het hele schadebedrag uit.
= Premier risqueverzekering.
P3: Sommenverzekeringen
Levensverzekering De verzekeraar verplicht zich een overeengekomen bedrag uit te keren op een moment dat verband
houdt met het al dan niet in leven zijn van een bepaalde persoon.
4 partijen: verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerde, begunstigde. (laatste 3 kunnen 1 persoon
zijn).
Het kan gekoppeld zijn aan het overlijden van een persoon, maar ook van het nog in leven zijn van
een persoon. Ook mengvormen zijn mogelijk.
Er kan een periodieke betaling worden afgesproken of een koopsom= bedrag ineens.
Lijfrenteverzekering Begunstigde ontvangt periodieke uitkering vanaf een bepaalde datum tot het moment van
overlijden van de verzekerde/ bepaalde datum.
Pensioenverzekering AOW= Algemene Ouderdomswet. Elke ingezetene van Nl krijgt bij het bereiken van de AOW-leeftijd
een maandelijkse uitkering. Maar dan moet de betrokken persoon 50 jaar in Nl hebben gewoond of
bij vertrek naar het buitenland AOW-premie is blijven doorbetalen.
Beschikbare-uitkeringssysteem= meest toegepaste pensioenstelsel= loondiensttijdsysteem waarbij
de uitkering afhankelijk is van de afgedragen premies gedurende de periode dat de begunstigde
aangesloten is geweest bij een bepaald pensioenfonds.
Compagnonsverzekering Levensverzekering op het leven van de vennoten/firmanten. Wordt gesloten om op het moment
van overlijden van 1 van de vennoten met het door de verzekeringsmaatschappij uitgekeerde
bedrag de erfgenamen te kunnen uitkopen.
Komt voor bij een VOF en een maatschap (rechtsvorm waarbij 2 of meer personen eigenaar zijn,
maar onder gemeenschappelijke naam beroep uitoefenen).
P4: Kiezen voor een opleiding
Als je een opleiding volgt, investeer je in jezelf. Het is een investering in human capital/menselijk
kapitaal. Door vergroting van je kennis, vaardigheden en ontwikkelingsniveau heb je meer kan sop
2
, werk en vooral op beter betaald werk. Een studie kan er ook voor zorgen dat je je pretiger voelt,
zekerder van jezelf bent, beter je eigen mogelijkheden leert kennen en meer zelfvertrouwen krijgt.
Leren is een levenslang proces= permanente educatie. Je zult moeten bijscholen (vak bijhouden,
nieuw methoden en technieken leren) en omscholen (andere studie volgen).
Het volgen van een studie is ook goed voor de maatschappij en de economische ontwikkeling in een
land. (betere productie, meer belasting, minder maatschappelijke problemen doordat je beter om
kan gaan met veranderingen)
P5: Sparen en lenen
Waarom sparen?
- duur product kopen
- rente ontvangen. Rente/interest= beloning voor het beschikbaar stellen van vermogen.
Hoogte van rente% is afhankelijk van:
- looptijd
- hoogte van spaarbedrag
- ontwikkeling op financiële markten
Risico voor spaarders:
- rente% kan lager zijn dan het inflatie%. Dan neemt de koopkracht van je spaargeld af.
- bank kan failliet gaan. Daarom is er in Nl het depositogarantiestelsel (DGS): DNB garandeert per
rekeninghouder per bank uitbetaling van max 100.000 als een bank door faillissement niet meer aan
haar betalingsverplichtingen kan voldoen.
Waarom lenen? (rente+ aflossing + soms afsluitkosten betalen)
- om dure producten te kunnen kopen.
- tijdelijke geldtekorten/tegenslagen opvangen.
Banken zijn volgens de Wet op het consumentenkrediet (Wck) verplicht naar het interest% ook het
jaarlijks kosten% te vermelden.
Jaarlijks kosten%/effectieve rente%: % interest+ % kosten dat je per jaar werkelijk betaalt over het
geleende bedrag.
Banken houden bij het bepalen van de effectieve rente rekening met het feit dat niet alle
consumenten hun schuld terug betalen. De Wck bepaalt dat er een max interest% geldt voor
consumptieve kredieten onder de 40.000.
Financieringskosten van de lening= effectieve rente% x leningbedrag.
Als je geld leent, geeft de bank jouw naam door aan het Bureau Kredietregistratie (BKR). Zo kan een
bank zien of je schulden hebt en besluiten of ze je wel of niet een lening verstrekken.
Kredietvormen voor particulieren:
Doorlopend krediet Bank en consument spreken af dat de consument krediet mag opnemen tot een bedrag. Het geleende
geld hoeft niet in 1x te worden opgenomen. Afgeloste bedragen kunnen steeds opnieuw worden
opgenomen.
Voordelen consument: niet steeds opnieuw afsluitkosten betalen & niet steeds formulieren invullen.
Voordelen bank: maar 1x onderzoeken naar kredietwaardigheid & betaling gaat automatisch.
Persoonlijke lening Consument neemt hele bedrag ineens op. Terugbetaling in gelijke termijnen met deels aflossing en
deels interest.
Voordeel consument: overzichtelijk
3
, Nadeel consument: minder vrijheid dan doorlopend krediet.
Koop en verkoop op Koopprijs wordt betaald in termijnen. Daarvan vervallen er ten minste 2 nadat de koper het genot van
afbetaling de zaak is verschaft (de zaak heeft meegekregen). Iemand koopt een artikel, doet bijv. een verplichte
aanbetaling van minstens 20%, krijgt het artikel mee naar huis en betaal thet restant+
interestvergoeding in termijnen.
Het zijn duurzame consumptiegoederen= artikelen waarvan de consument jaren plezier kan hebben.
Huurkoop De verkoper blijft eigenaar totdat de laatste termijn is betaald. Bij afbetaling en huurkoop is voor de
geldverstrekkende instelling meer zekerheid aanwezig. Bij afbetaling is precies bekend over welk artikel
het gaat. De verkoper kan het via de rechter terugeisen.
Als bij huurkoop de consument niet betaalt, heeft de verkoper het recht het artikel bij de klant terug te
halen.
Doordat de verkoper meer zekerheid heeft, kunnen de financieringskosten lager zijn dan bij een
doorlopend krediet of persoonlijke lening.
H6 Enkelvoudige en samengestelde interest
P1 Enkelvoudige en samengestelde interest
Enkelvoudige interest= elke keer wanneer je rente krijgt krijg je rente over het beginbedrag. Rentebedrag is
elke periode even groot.
Samengestelde interest= elke keer wanneer je rente krijgt krijg je rente over het beginkapitaal en de rente
die je al eerder hebt gekregen (rente over rente). Rentebedrag neemt elke periode toe.
P2 Eindwaarde en contante waarde van 1 bedrag
Perunage (i)= per 1. procent:10. Bijv. 4%: 4/100=0,04.
Formule voor de eindwaarde samengestelde rente: En=K(1+i)n
En= eindwaarde na zoveel tijd. K=begin kapitaal. I= interestperunage. N= aantal perioden
Eerst maak je altijd een tijdlijn om N vast te stellen.
Formule van contante waarde samengestelde rente: Cn=E(1+i) -n
Cn= contante waarde voor aantal periodes. E= eindwaarde. I= interestperunage. -n= aantal periodes
Behaalde interest= eindwaarde-beginwaarde.
P3 Eindwaarde van een rente
Een rente= reeks van gelijke bedragen die met gelijke tussenposen wordt betaald/ontvangen.
Termijnen= bedragen van een rente
Vervaldatum= datum waarop termijn vervalt
Periode= tijd tussen 2 vervaldatums in
Je kan op 2 manieren de eind/begin waarde van een rente bereken:
- Met een tijdlijn en dan bij elk jaar startkapitaal x (1+i) n en dit dan allemaal optellen
- Met een formule
Waar moet je met het maken van een tijdlijn op letten?
- Bepaal het tijdstip waar we de bedragen naartoe brengen (datum van berekening)
- Bepaal het aantal bedragen
- Bepaal van elk bedrag het aantal perioden
Somformule van de meetkundige rij= En=a x r n-1
r-1
En= eindwaarde van verschillende rentes. A= eerste term meetkundige rij (dichtbij de eindwaarde).
R= de reden (1+i). N= aantal termijnen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherjonker1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.