100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting AFP Module 1 $6.88
Add to cart

Summary

Samenvatting AFP Module 1

2 reviews
 177 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alles wat in de module behandeld wordt staat in deze samenvatting. Het is inclusief plaatjes ter verduidelijking.

Preview 4 out of 39  pages

  • Yes
  • November 14, 2017
  • 39
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: Demyly • 6 year ago

review-writer-avatar

By: adriedegraaff • 6 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 122 Flashcards
$6.88 2 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Je kunt benoemen welke van structuren in de schedelholte liggen, welke in de borstholte, welke in de buikholte en welke in de bekkenholte.

Answer: • Schedelholte:  hersenen, hypofyse, schildklier. • Borstholte:  hart, longen, aorta, bovenste holle ader, onderste holle ader, longslagader, longader, luchtpijp, luchtwegen (bronchiën), middenrif. • Buikholte:  lever, galblaas, alvleesklier, milt, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm, nieren, bijnieren, urineleiders, urineblaas, prostaat, zaadballen, zaadleiders, baarmoeder, eileider, eierstokken. • Bekkenholte:  plasbuis/urinebuis

2.

Je kunt beschrijven wat een cel is

Answer: De kleinste bouweenheid van het lichaam die nog zelfstandig kan functioneren.

3.

Je kunt beschrijven wat een weefsel is.

Answer: Verzameling cellen met dezelfde bouw en een gemeenschappelijke functie.

4.

Je kunt beschrijven wat een orgaan is.

Answer: Een afzonderlijk te beschouwen deel van het lichaam met een kenmerkende bouw en een eigen functie.

5.

Je kunt beschrijven wat een orgaanstelsel is.

Answer: Bestaat uit meerdere samenwerkende organen.

6.

Je kunt beschrijven wat een organisme is.

Answer: Alle orgaanstelsels samen.

7.

Je kunt uitleggen dat weefsels worden onderverdeeld in verschillende hoofdgroepen

Answer: Elk weefsel vervult een andere functie.

8.

Je kunt benoemen in welke vier hoofdgroepen weefsels worden onderverdeeld.

Answer: Dekweefsel Steunweefsel Spierweefsel zenuwweefsel

9.

Je kunt verklaren waarom cellen verschillen qua bouw.

Answer: Elke cel heeft weer een andere functie, hierdoor verschillen de cellen qua bouw.

10.

Je kunt uitleggen wat het begrip ‘tractus’ betekent.

Answer: Tractus = orgaansysteem

Anatomie en Fysiologie

Anatomie is het vakgebied dat zich bezighoudt me de bouw en de vorm van
het menselijk lichaam. Door middel van anatomie wordt duidelijk dat het
lichaam uit zeer veel onderdelen bestaat, die in meer of mindere mate met
elkaar zijn verbonden.

De fysiologie is het vakgebied dat zich bezighoudt met onderzoek naar de
werking en de functies van het lichaam.

In de anatomie gebruiken ze verschillende soorten aanduidingen om aan te
geven op welke plaats in het lichaam zich iets bevindt. Bij het aangeven van de
plaats ga je uit van de anatomische houding van een persoon. Die ziet er als
volgt uit:
- De persoon staat rechtop
- Hoofd rechtop
- Armen gestrekt langs lichaam
- Handpalm naar voren
- Voeten iets gespreid

Vervolgens gebruik je de volgende aanduidingen:
- Bij grotere structuren:
o Ventraal  buikzijde
o Dorsaal  rugzijde
- Bij kleinere structuren:
o Anterior  voorkant
o Posterior  achterkant
- Uitgerekte stelsels (zenuwstelsel)
o Centraal  in het midden
o Perifeer  aan uiteinde
- Kleinere structuren:
o Superior  hoger, boven
o Inferior  lager, onder
- Grotere structuren:
o Lateraal  zijkant
o Mediaal  naar midden
- Ledenmaten:
o Proximaal  dichtbij romp
o Distaal  ver van de romp
- Niet symetrische structeren:
o Sinister  links
o Dexter  rechts

o Internus  inwendig
o Externus  uitwendig

Wervelindeling:
- C1 tm C7  halswervels
- Th1 tm Th12  borstwervels
- L1 tm L5  lendenwervels

,Er zijn naast plaatsaanduidingen ook topografische begrippen die de bewegingen van de
lichaamsdelen aangeven.

- Flexie  buigbeweging
- Extensie  strekbeweging

- Anteflexie  naar voren
- Retroflexie  naar achteren

- Adductie  naar midden
- Abductie  naar buiten

- Exorotatie  buitenwaarts
- Endorotatie  binnenwaarts

- Subinatie  schuin omhoog
- Pronatie  schuin omhoog

- Opponeren  duim tegenover
- Reponeren  duim recht

Het lichaam kan worden ingedeeld in:
- Hoofd
- Romp
- Ledenmaten

Hoofd
Het hoofd is de observatiepost van het lichaam. Doordat je rechtop staat zit je hoofd hoog en kan je
je zintuigen goed gebruiken. De zintuigen zijn: horen, zien, voelen, ruiken en proeven.
Via de zintuigen ontvangen de hersenen informatie uit de buitenwereld. Met deze informatie kunnen
ze comando’s geven aan het lichaam.

Romp
In dit deel van het lichaam houdt zich voornamelijk bezig met de vegatieve functies van het lichaam.
De vegatieve functies van het lichaam zijn: voeding, uitscheiding, bloedsomloop en ademhaling.

Ledenmaten
Vrij massieve en uitstekende delen van het lichaam. Dit zijn de armen en de benen. De ledenmaten
worden verdeeld in de bovenste en onderste extremiteit. De bovenste extremiteit bestaat uit
schoudergordel, armen en handen. De onderste extremiteit bestaat uit bekkengordel, benen en
voeten.

Holtes
Het lichaam kan je ook nog indelen in lichaamsholte:
- Schedelholte + wervelkanaal
- Borstholte
- Buikholte
- Bekkenholte

,Schedelholte + wervelkanaal
Deze 2 staan in combinatie met elkaar. Ze bevatten de volgende onderdelen:
- Centrale zenuwstelsel
- Hersenen
- Hersenvliezen
- Cerebrospinale vloeistof

Borstholte
Wordt omgeven door de borstkas. Deze bestaat uit de ribben, borstbeen, spieren en wervels. In het
begin is hij begrenst door het middenrif. Deze vormt de scheiding tussen de borstholte en de
buikholte.


Mediastinum  ruimte tussen de longen. Hier liggen verschillende dingen:
- Hart
- Luchtpijp
- Slokdarm
- Grote bloedvaten

Buikholte
De voorkant en zijkant wordt omgeven door: spieren, bindweefsel en huid. Aan de achterkant is het
nog extra beschermd door de wervelkolom. De volgende organen liggen in de buikholte:
- Maag
- Milt
- Lever
- Alvleesklier
- Dikke darm
- Dunne darm
- Nieren
- Galblaas
- Urinewegen
- Geslachtsorganen

Buikholte
De bekkenholte is opgebouwd uit spieren. Daarnaast bevinden zich de volgende organen:
- Uitgang endeldarm
- Urinewegen
- Vagina

Weefsels
Dekweefsel
Dekweefsel (epitheel) bestaat uit cellen die heel dicht tegen elkaar aan liggen en daardoor een aan
een gesloten laag vormen. Dekweefsel heeft een aantal gemeenschappelijke eigenschappen:
- Er is geen tussencelstof
- Er zitten geen bloedvaten tussen dekweefselcellen (kan moeilijk beschadigen)
- Aan 1 kant is het oppervlak blootgesteld aan omgeving
- Aan de andere kant zit het vast aan een dunne elastische laag  basaal membraan  ligt
tussen dekweefsel en onderliggende weefsel in  dit is meestal bindweefsel
- Kunnen levenslang delen en vernieuwen

, Dekweefsel heeft 3 verschillende functies:
- Bescherming  bijna alle soorten  tegen aantasting en tegen het binnendringen van
ziekteverwekkers en tegen uitdroging
- Transport  bepaalde soorten  zorgen dat stoffen in de omgeving in de organen terecht
komen
- Afscheiding stoffen  sommige soorten  dat ze sommige stoffen afscheiden 
secretiefunctie

Steunweefsel
Steunweefsel is een verzamelnaam voor weefsels die verbindende, steunende of verzorgende functie
hebben. Het geeft steun aan het lichaam, beschermt de organen en bepaald hun vorm en onderlinge
bewegelijkheid.

Steunweefsel bestaat uit gedifferentieerde/gespecialiseerde cellen die los van elkaar liggen of via
dunnen cel uitlopers met elkaar verbonden zijn.
Deze zijn omgeven door een tussencelstof  matrix. De samenstelling hiervan bepaald de stevigheid.
- Bindweefsel  matrix elastisch
- Kraakbeen  matrix rubber
- Bot  matrix hard
- Bloed  matrix vloeibaar
- Lymfe  matrix vloeibaar

Bindweefsel
Je vind bindweefsel op heel veel plaatsen in het lichaam, met diverse
functies. De matrix bevat heldere, geleiachtige substantie met daarin
verschillende vezels:
- Collagene vezels  lange, onvertakte, niet-rekbare vezels  bestaat uit
collageen en is erg sterk
- Elastine vezels  bestaat uit elastine  lang, vertakt en erg rekbaar
- Reticulaire vezels  bestaat uit collageen

In bindweefsel zitten ook bepaalde witte bloedcellen die ene functie hebben
bij de afweer  macrofagen  kunnen ziekteverwekkers en dode
weefselcellen opruimen. Er zijn 5 soorten bindweefsel:
- Straf bindweefsel  de collagene vezels overheersen. Dit zorgt ervoor
dat het vooral een mechanische functie heeft. Het is er voor het
opvangen van krachten en sturen van trekkrachten.
- Losmazig bindweefsel  heeft relatief weinig collagene en elastine
vezels. Dit heeft meer een vulfunctie voor tussen de organen.
- Elastisch bindweefsel  bestaat uit elastine vezels en is erg rekbaar.
- Vetweefsel  een gespecialiseerde vorm van losmazig bindweefsel. Ze
nemen een goede hoeveelheid vet op. Er is vrijwel geen matrix. Ze
hebben de volgende functies: opslagplaats voor vet, warme en
isolatie, steun en bescherming.
- Reticulair bindweefsel  bestaat uit reticulaire vezels. Samen vormen
ze dichte netwerken. Er zitten veel reticulum cellen in. Kunnen
fagocyteren en dienen als stamcellen.




Kraakbeenweefsel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Cynthia97. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.88  1x  sold
  • (2)
Add to cart
Added