Een samenvatting van alle theorie benodigd voor het tentamen Criminologie van de Minor Werken in het gedwongen kader.
In deze samenvatting is de volgende theorie verwerkt:
Dijk, J. van, Huisman, W. & Nieuwbeerta, P. (2021, 11e herziene druk). Actuele Criminologie. Den Haag:
Sdu Uitgevers.
o T...
Answer: Zelfconrole theorie.
Lage zelfcontrole leidt tot delinquent gedrag, een antisociale levensstijl en veel relatie- en gezondheidsproblemen.
2.
Wat houdt de Sensation seeking scale van Zuckermann in?
Answer: Behoefte en spanning staat centraal en wordt onderverdeeld in 4 subschalen:
1. risicobereidheid (activiteiten met fysiek gevaar)
2. ervaringsgerichtheid (onconventionele manier van leven, gericht op nieuwe ervaringen)
3. behoefte aan verandering (behoefte aan afwisseling)
4. ontremming (uitleven door bijv. alcohol consumeren)
3.
Etiologie
Answer: Wetenschap over de oorzaken
4.
Penologie
Answer: De studie van de doelstellingen en effectiviteit van formele straffen, straffenleer.
5.
Dark number
Answer: Verborgen criminaliteit, delicten die bijvoorbeeld niet worden geregistreerd
6.
Welke biologische aspecten kunnen invloed hebben op antisociaal gedrag?
Answer: Fysiologische factoren, hormonen en psychische aandoeningen.
Wat is de de-individueatie hypothese van Zimbardo?
Answer: de stad/groep zorgt voor hoge mate van anonimiteit. Gevoel van verlies van identiteit, verminderde zorg over de oordeel van anderen, verhoogde verwachtingen van het niet individueel worden aangesproken op je gedrag.
10.
Wat houdt de rationele keuzetheorie van Becker in?
Answer: het plegen van een strafbaar feit is een afweging tussen kosten en baten, men handelt rationeel volgens deze theorie. Cornish en Clarke geven hierbij echter aan dat sommige mensen niet altijd rationeel kunnen denken.
Content preview
Criminologie en macht
Week 1 &2:
Daling van jeugdcriminaliteit komt deels door het verhoogde welzijn van de maatschappij.
Omgevingsfactoren blijven van invloed op delict gedrag. Veiligheid is te creëren door het bieden van
autonomie en eigen regie. Door de regels duidelijk te maken en tegelijkertijd autonomie de norm te
maken leren mensen in het gedwongen kader zelfs beslissingen te maken.
Niet alle gepleegde delicten worden aangegeven bij de politie. Motieven om geen aangifte te doen
zijn: geringe schade, weinig belang hechten aan het voorval, het voorval niet als strafbaar feit
herkennen, weinig vertrouwen hebben in politie en justitie, en bescherming van de dader wanneer
deze een bekende is. de veiligheidsbeleving van burgers wordt niet alleen bepaald door de indruk die
men heeft van criminaliteit in de maatschappij, maar ook door de persoonlijke situatie.
Sociale veiligheid→ Je voelt en bent beschermd tegen het gevaar van menselijk handelen.
In sociale veiligheid ontregeld worden 3 hoofdstrategieën beschreven om criminaliteit terug te
dringen:
- Rechtshandhaving (repressie)
o Gericht op vermeende daders op te sporen, te vervolgen, berechten en straffen.
o Zero tollerance arrestaties, het opleggen van geldboetes en gevangenisstraffen zijn
hier voorbeelden van.
o Het opleggen van een sanctie resulteert in vergelding en het voorkomen van
herhaling door het afschrikkende effect.
- Ondersteuning en hulpverlening
o Gericht op voorkomen van toekomstige delicten, preventief.
o Interventies zijn gericht op het versterken van sociale en cognitieve ontwikkeling van
jongeren.
- Gelegenheidsbeperking
o Gericht op het beperken van de gelegenheid tot criminaliteit. De criminaliteit staat
centraal i.p.v. de ontwikkelingsgeschiedenis.
o Niet alleen gericht op daders maar ook op (potentiële) slachtoffers.
Criminologie→ De wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de aard en
achtergronden van de menselijk gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en
van de wijze waarop de overheid en de overige maatschappij daarop reageert.
Het brede begrip wat criminaliteit is en wat de oorzaken en gevolgen zijn. Dit vanuit het
oogpunt van daders, slachtoffers én maatschappij in het algemeen.
Volgens bovenstaande definitie wordt het wetenschappelijke object (criminaliteit) bepaald door de
inhoud van de strafwetgeving. Binnen strafbaar gesteld gedrag wordt onderscheid gemaakt tussen
gedragingen die in hun aard moreel verwerpelijk zijn (moord, verkrachting, diefstal) en gedragingen
die door de overheid strafbaar zijn gesteld op praktische gronden (verkeersovertredingen).
Beschrijvende criminologie→ Het beschrijven van de criminologie doormiddel van cijfers, feitelijke
werkelijkheid.
Etiologie→ Wetenschap over de oorzaken.
Penologie→ De studie van de doelstellingen en effectiviteit van formele straffen, straffenleer.
,Victimologie→ Slachtofferkunde, wie is er slachtoffer.
Empirische wetenschap
1. De werkelijkheid zo goed mogelijk beschrijven.
2. Verklaringen zoeken aan de hand van theorieën.
3. Het trachten tot het maken van zo goed mogelijke voorspellingen.
Criminaliteit is het overtreden van de wet. Hiernaast is het een sociale constructie die begrepen moet
worden in de maatschappelijke context; verhoudingen en cultuur, waarom maken we menselijk
gedrag strafbaar.
Verborgen criminaliteit→ Dark number, lastig te onderzoeken want worden alle delicten wel
geregistreerd? De dark number ontstaat door:
Aangiftebereidheid; verschilt per delict
Focus van de politie, selectiviteit in de strafrechtspleging.
Slachtofferloze delicten.
Hoe kom je dan achter verborgen criminaliteit?
- Directe observatie
- Enquêteren
Bij toepassing van strafrecht treden 3 verschillende vormen van selectiviteit op:
1. Selectiviteit door capaciteitsgebrek
2. Onvermogen van politie en justitie om alle zaken optimaal te behandelen.
3. Selectiviteit door regionale verschillen
- Regionale verschillen in opsporing, vervolging en berechting.
- Voorbeeld is plaatselijke blowverboden, of het catcall verbod in Rotterdam.
4. Selectiviteit naar groepskenmerken.
- Persoonsgerichte selectiviteit.
- Hier kunnen duidelijke redenen voor zijn, wanneer dit niet het geval is, is er sprake van
klassenjustitie of politiële/ rechtelijke discriminatie. Hierbij heeft de benadeling betrekking op
de kans van de persoon om in de strafrechtelijke keten terecht te komen.
Week 3: psychologisch perspectief
Psychologen proberen de oorzaken van menselijk gedrag te begrijpen door naar de personen te
kijken en de omgeving waarin het gedrag plaatsvindt.
Vormen van antisociaal gedrag:
- Riskant gedrag
Het gedrag is op zich niet crimineel, maar wel risicovol.
- Gedragingen die als problematisch gezien worden bij jongeren.
- Slachtofferloze delicten zoals drugsgebruik.
Feiten die in sommige landen strafbaar zijn om individuen t beschermen tegen zichzelf of op
morele gronden.
- Criminaliteit in al zijn facetten.
Uit psychofysiologisch onderzoek is gebleken dat het functioneren van bepaalde gedeelten van de
hersenen van fundamenteel belang is voor tal van psychologische fenomenen, zoals emoties,
percepties en cognities. Erfelijkheid is medebepalend voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid en
, vervolgens voor he ontstaan van bepaalde gedragingen. Deze processen kunnen leiden tot bepaalde
gedragingen die criminaliteit vergroten. Omgevingsfactoren hebben hier echter ook veel invloed op.
Uit onderzoek van Rhee & Waldman (2002) is doormiddel van genetisch-, adoptie- en tweelingstudies
gebleken dat de genetische bepaaldheid van antisociaal gedrag 41% bedraagt. Het effect van
gemeenschappelijke factoren in de omgeving was 16% en van de unieke omgevingsfactoren was 43%.
Genetische effecten zijn relatief groot op jonge leeftijd, maar nemen toe naarmate mensen ouder
worden (Bergen, Gardner en Kendler, 2007) > voornamelijk de vader.
Biologische aspecten welke invloed kunnen hebben op antisociaal gedrag:
Fysiologische factoren Individuen met een lage hartslag in rust hebben een grotere kans op
antisociaal gedrag. Ook ADHD.
Psychologische interpretatie hiervan is dat mensen met antisociaal
gedrag weinig angst voelen en hierdoor geen hoge bloeddruk hebben.
Hormonen Testosteron heeft een belangrijke invloed op de vorming van de
hersenen, vooral prenataal.
De indruk bestaat dat testosteron leidt tot meer competitief gedrag en
hiermee ook een verhoogde kans op antisociaal gedrag.
Psychische aandoeningen Vaak ADHD, depressie en drugsverslaving.
Het proces zou hierin kunnen zijn : erfelijke factoren>mentale
problemen>antisociaal en crimineel gedrag.
Epigenetica→ bestudeerd alle processen die invloed hebben op de activiteit van genen.
Genen kunnen actief en non-actief worden gezet door de invloed van omgeving waardoor ze wel of
geen invloed kunnen uitoefenen op gedrag. Ook al is ons gedrag in zekere mate genetisch bepaald, de
omgeving toch invloed heeft op de mate waarin het genetische potentieel tot uiting komt.
Sensation seeking scale van Zuckermann:
Een persoonlijkheidstheorie waarin de behoefte aan spanning centraal staat. De spanningsbehoefte
wordt onderverdeeld in 4 subschalen/kenmerken:
1. Risicobereidheid (Thrill and adventure seeking).
De neiging om activiteiten te ondernemen die een fysiek gevaar met zich
meebrengen.
2. Ervaringsgerichtheid (experience seeking).
De neiging tot een onconventionele manier van leven, waarbij men gericht is op het
opdoen van nieuwe ervaringen.
3. Behoefte aan verandering (boredom suscepitibility).
De behoefte aan voortdurende afwisseling zowel qua omgeving als in contacten met
mensen.
4. Ontremming (disinhibition).
De behoefte om zich in sociale situaties uit te leven door onder meer het drinken van
alcohol (verdoven)
Delinquente blijken op de schalen risicobereidheid en ontremming hoger te scoren dan niet-
delinquenten omdat zij (met name jongeren) zich snel vervelen en vanwege de spanning die delicten
met zich mee kunnen brengen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milavanrijswijk49. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.21. You're not tied to anything after your purchase.