100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Taal (VERTAD03) $6.51   Add to cart

Summary

Samenvatting - Taal (VERTAD03)

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting taal uit het boek Portaal. Deze samenvatting heeft voor mij erg geholpen. Moeilijkste toets van PABO1 en heb deze 1e keer behaald.

Preview 3 out of 20  pages

  • October 27, 2023
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting taal:

Hoofdstuk 1

Taal zorgt voor expressie en contact.

Kernfuncties van taal:
- Kwalificatie: het zich eigen maken van kennis, vaardigheden en houdingen.
- Socialisatie: bewust en onbewust cultuurkenmerken overnemen.
- Subjectivering: de vorm van een persoon.

Constructivisme: stelt interactie tussen de lerende en de leeromgeving centraal; leren is een
actief proces van kennisverwerving, waarbij de kennis ontstaat in interactie met anderen.

Kinderen leren in een krachtige leeromgeving, die:
- Authentiek, sociaal en strategisch leren bevordert.
- Kinderen aanzet tot zelfstandig leren.
- Rekening houdt met individuele verschillen tussen kinderen.

Kaders vanuit de overheid:
- Kerndoelen. SLO TULE tussendoelen.
- Referentiekader.

Didactiek:
- Instructieve leersituaties.
- Oefenen.
- Instructie.

Constructieve leersituaties:
- Ankers: rijke, probleem-georiënteerde contexten die functioneren als
gemeenschappelijke kennisbron. Gezamenlijk startpunt bij bijvoorbeeld een thema
een verhaal of film.
- Routines: terugkerende, vaststaande en herkenbare leersituaties.

8 belangrijke visies op taal:

1. Traditioneel: taal wordt gezien als een belangrijke drager van onze cultuur. Hierbij ligt
de nadruk op de schriftelijke vaardigheden, en daar binnenin op vormaspecten.
Grammatica is belangrijk, dat leidt tot een betere taalbeheersing. Bij lezen ligt er een
sterk accent op taal, met name op spelling. Er is weinig aandacht voor spreken en
luisteren. Voordeel: het is overzichtelijk. Nadeel: aandacht voor aspecten is niet
evenwichtig.
2. Thematisch-cursorisch: kinderen leren taal gebruiken door te leren uit zinvolle
gebruikssituaties. Kinderen werken vanuit thema’s. Kinderen ervaren activiteiten als
zinvol, het kost alleen veel tijd.
3. Taal bij alle vakken: sterk gericht op interactie in de groep door klassikaal, kleine
groepen kinderen gebruiken taal in een situatie die voor hen betekenisvol is.

, 4. Communicatief taalonderwijs: mondeling en schriftelijk communiceren staat
centraal. Gaat minder uit op de correctie.
5. Whole-languagebenadering: taal wordt in z’n geheel aangeboden. Er wordt een grote
waarde gelegd aan wat leerlingen te zeggen hebben en hoe ze dat zowel mondeling
als schriftelijk het beste kunnen doen. Niet de lesstof, maar de taalgebruiker staat
centraal. Eigen ervaringen van het kind zijn uitgangspunten voor gesprekken.
6. Strategisch: kinderen moeten strategieën beheersen. Stappenplannen.
7. Taakgericht taalonderwijs: taken die leerlingen inhoudelijk interessant vinden.
Leerlingen ontdekken zelf.
8. Interactief: 3 pijlers; betekenisvol leren: kinderen leren het beste in contexten die
voor hen belangrijk zijn. Contexten: rijk, uitdagend, motiverend, herkenbaar en
functioneel. Sociaal leren: invloed van voorbeeldgedrag samenwerkend leren.
Strategisch leren: concrete strategieën. Model gedrag.

Open leersituaties worden het vaakst gebruikt.

Inhouden van het taalonderwijs op de basisschool.

Het vak Nederlands:
- Taalvaardigheden: spreken, luisteren, schrijven en lezen
- Taalbeschouwing: ze gebruiken niet alleen taal, maar denken ook na over taal zelf
- Woordenschat
- Jeugdliteratuur

Het referentiekader onderscheidt voor taal 4 domeinen:
- Mondelinge taalvaardigheid
- Lezen
- Schrijven
- Begrippenlijst en taalverzorging


Deze domeinen worden in 4 niveaus onderscheiden:
1 Fundamenteel niveau (1F) voor het eind van basisonderwijs, het speciaal onderwijs en
praktijkonderwijs.
2 Niveau (2F) voor MBO 1,2,3 en VMBO
3 Niveau (3F) voor MBO 4 en eind HAVO
4 Niveau (4F) voor eind VWO

2 manieren waarop leerlingen leren:
- Incidenteel: wanneer het leren spontaan en ‘onbedoeld’ is. Op deze manier leren
kinderen al voor ze naar de basisschool gaan.
- Intentioneel: wanneer een kind er bewust voor kiest om te leren. Als een kind zelf
opzoek gaat naar kennis via ontdekkingen, bevragen van. Anderen, uitleg van
anderen, bestuderen van teksten, bewuste reflectie en etc.

2 soorten leersituaties:
- Instructieve: via directe instructie

, - Constructieve: leerkracht gaat in op de leervraag van de leerlingen.
Ankers: rijke, probleem-georiënteerde contexten die functioneren als gemeenschappelijk
kennisbron.

2 soorten toetsen:
- Summatieve toetsen: geven aan of leerlingen na een bepaalde periode een bepaald
kennis domein beheerst. Je kunt ervoor zakken of slagen.
- Formatieve toetsen: hoeverre de leerling of een groep een bepaald onderdeel van de
lesstof beheerst. Zo kan de leerkracht bepalen of zij onderwijs aan moet passen.

Taal is een complex systeem van tekens en regels waarmee Mensen betekenissen met
elkaar uitwisselen met verschillende functies.
Elementen: Taal heeft verschillende functies. Taal heeft betekenis. Taal is een systeem.

Functies van taal:
- Taal is een communicatiemiddel.
- Daar was een middel om greep te krijgen op de werkelijkheid.
- Taal is een expressiemiddel.

Vaktaal woorden: Termen die tijdens vakken worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij biologie en
aardrijkskunde, zoals evenaar en middellijn.



Hoofdstuk 2


Gesproken taal: kun je horen en uitspreken
Geschreven taal: kun je zien en opschrijven

Receptief: betekenis geven aan klanken en tekens
Productief proces: bij spreken gebruik je/ produceer je spraakklanken, bij het schrijven
produceer je lettertekens.

Ontluikende geletterdheid: voor kinderen van nul tot 4 jaar, die geleidelijk ontdekken dat er
geschreven taal bestaat.

Beginnende geletterdheid: voor kinderen van groep 1, 2 en 3 die het alfabet schrift en het
verband tussen gesproken en geschreven taal ontdekken

Gevorderde geletterdheid: voor kinderen van groep 4 tot 8 kinderen leren beter woorden te
herkennen en lezen steeds gemakkelijker. Het proces verloopt geautomatiseerd.

Functies van taal:
- Middel tot communicatie
- Middel om greep te krijgen op de werkelijkheid
- Middel tot expressie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynn2011. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51
  • (0)
  Add to cart