Hierbij bied ik een samenvatting aan. Deze samenvatting bestaat uit studievragen, die door de opleiding zelf zijn gegeven. Het is geen samenvatting van het hele boek, maar van de inleiding tot hoofdstuk 5.
Nice Bert questions ... = open and delicious. Perfect exercise to have in addition to the book and a possible own summary. Thanks Jenella!
By: hiddewierda • 6 year ago
Seller
Follow
jenelladuijne
Reviews received
Content preview
Republiek van Rivaliteiten
Nederland in de wereld
Nationale Staten
1. Wanneer laat de Rooy de moderne geschiedenis van Nederland beginnen?
Pas in de negentiende eeuw werden de grenzen definitief getrokken en werden de bewoners tot een
natie gevormd. Toen pas kwam definitief vast te liggen wat Nederland was en wie Nederlander was.
2. De Rooy gaat uit van de stelling dat Nederland eerder een ‘cultuurnatie’ dan een ‘staatsnatie’
genoemd moet worden. Onderbouw zijn stelling.
De geschiedenis wordt niet bepaald door de grote momenten van het staatsleven, maar vooral door
1
,de ontwikkeling van onderlinge omgangsvormen en de groei van een meer homogene samenleving.
3. Wat houdt de visie van de Franse historicus Ernest Renan in?
Ernest Renan hield een rede over de vraag wat eigenlijk een natie is. Hij verzette zich daarbij met tal
van voorbeelden tegen het idee dat een natie een gemeenschappelijke raciale afkomst zou moeten
hebben, met dezelfde taal of religie. Een natie was vooral een sociaal-culturele eenheid. Die bijeen
werd gehouden door gedeelde ervaringen in het verleden, maar daarnaast ook de wil om met elkaar
de toekomst in te gaan. De natie wordt dus elke dag opnieuw aan een volksstemming onderworpen.
4. Noem de kenmerkende verschijnselen van Nederland volgens de Rooy. Leg ze in het kort uit.
Er wordt weleens gezegd dat God de wereld schiep, maar dat Nederlanders hun eigen land
hebben geschapen door het te veroveren op de zee. Zoals altijd bij dit soort uitspraken zit
hier een kern van waarheid in: het landschap bestaat voor een groot deel uit stukken land
die zijn drooggelegd en continu moeten worden bemalen (verwijderen overtollig water).
Waterbeheer als kenmerk is dus niet onjuist, maar wel eenzijdig. Er zijn polders, maar
Nederland bestaat niet uitsluitend uit polders.
Veel kenmerkender is het dichte net van steden, waarmee het land van oudsher is overdekt.
In de steden heeft zich onder de burgers een stedelijk zelfbewustzijn ontwikkeld. Dat
zelfbewustzijn, sterk gericht op het handhaven van de stedelijke zelfstandigheid, leidde tot
onderlinge omgangsvormen waarin een subtiel balans bereikt werd tussen gezag en vrijheid,
onderdrukking en tolerantie. In die zin was het stedelijk leven niet zo zeer democratisch,
maar naar de normen van het ancien regime betrekkelijk egalitair (gelijkheid nastrevend).
Hoe klein Nederland ook was, toch was de meest kenmerkende trek van deze samenleving te
beschrijven als: eenheid is verdeeldheid. Dit leidde vooral tot erg veel vergaderingen,
gevolgd door traag of niet genomen besluiten.
Hoofdstuk 1 De verdeelde natie: 1813 - 1840
___________________________________________________________________
1. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt door de Rooy omschreven als een
archipel van eigenwijze verscheidenheden die functioneert als een systeem van Republikeinse
veelheid. Leg uit was de Rooy daarmee bedoelt
Nederland was een uitgewogen systeem van Republikeinse veelheid, waarin op ieder niveau een
grote hindermacht ontwikkeld kon worden en waarin eigenlijk alleen tot iets besloten kon worden na
langdurige vergaderingen. Aangezien dit leidde tot een sterke onderlinge afhankelijkheid, werd
voortdurend de nadruk gelegd op de noodzaak om vrijwillig samen te werken voor het gemene goed
2
,2. De Republiek verloor in de loop der tijd zijn succesvolle positie binnen Europa.
Wanneer en wat zijn de oorzaken?
In de loop van de achttiende eeuw was de Republiek niet langer in staat om het geld op te brengen
dat nodig was voor het onderhouden van een afschrikwekkend leger en een machtige vloot.
De Rooy noemt het verlies aan macht en invloed meer relatief dan absoluut. Leg uit.
Het verlies aan macht en invloed is afhankelijk van hoe men ernaar kijkt
3. In hoeverre vormde de periode rond 1813 – 1815 een nieuw begin ten opzichte van de
Bataafse Republiek en de Franse overheersing?
Enerzijds vormt de periode rond 1813 – 1815 een nieuw begin: nadat de Republiek nog enige tijd in
schijnzelfstandigheid was gelaten, werd het in 1806 een vazalstaat onder leiding van Lodewijk
Napoleon om vervolgens vier jaar later formeel ingelijfd te worden bij Frankrijk. Pas na de nederlagen
van Napoleon herkreeg het in 1813 zijn zelfstandigheid van de grote mogendheden.
Anderzijds vormt de periode rond 1813 – 1815 geen nieuw begin: het groeiend verlies aan macht en
invloed zagen veel tijdgenoten als het resultaat van verval. Maar pleidooien om dit verval te keren
door over te gaan naar meer eenheid en centralisatie konden niet voldoende kracht ontwikkelen om
ook daadwerkelijk iets te veranderen aan het systeem. Dit zou pas gebeuren nadat Frankrijk had
besloten om de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap ook aan andere landen te gunnen en
in 1795 de Republiek te bezetten, een militaire manoeuvre die de Fransen als vrijheid aanduiden
(waarvoor zij zich met goudgeld lieten betalen en de schuldenlast nog verder steeg). Vervolgens heeft
Nederland deze schijneenheid altijd proberen te behouden en zijn de regels, die destijds onder het
Franse bewind zijn ingevoerd, deels opgenomen in de wet. Goed voorbeeld, doet goed volgen.
4. Hoe werd Willem I de eerste koning van Nederland?
Na de nederlagen die Napoleon had geleden kreeg Nederland zijn zelfstandigheid terug. Na enig
zoeken vond men een vertegenwoordiger van het Huis van Oranje, die toevallig net in London was
om zijn ‘Nederlandse’ belangen te bepleiten bij de Engelsen, die traditioneel verantwoordelijkheid
droegen voor landen waarin de rivieren de Schelde, de Maas en de Rijn stroomden.
5. Waarom werd de vereniging van Nederland met België wel een ‘aardige gedachte’ gevonden?
- Een uitbreiding van het Nederlandse grondgebied in de vorm van een Verenigd Koninkrijk zou
Immers als een bufferzone kunnen fungeren tegen eventuele nieuwe Franse expansieplannen.
- Het voordeel was bovendien dat de sterke punten van de economie van de Noordelijke
Nederlanden (handel) gecombineerd konden worden met die van de Zuidelijke (industrie).
Gezamenlijk zouden zij profiteren van het rijke koloniale bezit in de Indische archipel en de Cariben.
6. In hoeverre was de periode waarin Napoleon opnieuw de boel dreigde te verstoren gunstig?
Enerzijds was de periode van Napoleon gunstig: voor tijdgenoten waren de jaren tussen de Franse
Revolutie en de val van Napoleon dermate traumatisch geweest dat zij niet alleen hadden ingestemd
met de restauratie van het vorstenhuis, maar ook in het behoud van het Napoleontische
instrumentarium: een sterk centraliserend beleid onder autocratisch bestuur.
Anderzijds was de periode van Napoleon ongunstig: de terugkeer van rust en het herstel van de
welvaart bleek echter een prijs te vergen. De koning wenste niet voor de voeten gelopen te worden.
Er kwam weliswaar een constitutie (1814) waarin was vastgelegd dat het parlement het recht had de
begroting vast te stellen, maar dit fundamentele recht was aan allerlei beperkingen onderworpen.
3
, Zo was het geheel onduidelijk wat er diende te gebeuren als een begrotingsvoorstel van een
minister zou worden verworpen. Het parlement kon een minister, die alleen aan de koning
verantwoording verschuldigd was, niet tot aftreden dwingen. De koning zelf kon ook niet
aftreden, waardoor hij in dergelijke situaties de keus had om het parlement te ontbinden
(dan wel de samenstelling zo te veranderen dat met de voorstellen zou worden ingestemd) of
buiten het parlement om over te gaan tot uitgaven die hij nodig vond. Willem I zou tijdens
zijn bewind beide wegen hebben bewandeld.
7. De koning was soeverein. Wat houdt dat in?
Een onafhankelijke vorst die regeert als een alleenheerser. Willem I beschouwde zichzelf als een vast
element in de staat, terwijl naar zijn mening de regeling van de grondwet en de bevoegdheden van
het parlement voor verandering vatbaar waren.
8. In hoeverre klopt de volgende stelling: Nederland begon in 1814
Enerzijds is deze stelling juist, omdat er in de grondwet van 1814 eenvoudig stond dat: De Staten-
Generaal het gehele Nederlandse volk vertegenwoordigden. Dit betekende dat de leden van het
parlement hier niet, zoals vroeger, zaten om de specifieke belangen van een stad of gewest te
behartigen, maar om naar eer en geweten deel te nemen aan een debat over het algemeen belang.
Hier werd impliciet vastgesteld dat er een ‘Nederlands’ volk was, dat tot een politieke natie werd
gerekend. Op formeel niveau werd er immers afscheid genomen van de Republikeinse veelheid en
werd de weg ingeslagen naar het democratisch enkelvoud.
Anderzijds is deze stelling onjuist, omdat er wel een eenheidsstaat was maar allerminst een
natiestaat. Aan de kleren die mensen aan hadden was te zien in welke sociale laag zij zich bevonden,
uit welke regio zij afkomstig waren en welke godsdienst zij aanhielden. Daarnaast viel het moeilijk te
ontkennen dat het zwaartepunt nog steeds in Holland lag. Holland was niet alleen de naam van de
provincie die al van oudsher de dienst had uitgemaakt in de Republiek, maar was ook een aanduiding
voor een zekere arrogantie. Holland deed soms alsof hier het centrum van de wereld lag, want hier
lag bovendien Amsterdam: daar waar de financiële elite gevestigd was en Willem I was gekroond.
Emotionele eenheid miste trouwens ook: soldaten uit het leger van Willem beschrijven Brabanders
namelijk als primitieve kleine boeren, analfabeet en heel erg katholiek.
9. Willem I kreeg los van het overleg met zijn natie nog vier dingen in zijn schoot geworpen die hij
moest eerbiedigen bij de totstandkoming van de grondwet. Welke vier dingen zijn dat?
De koloniale politiek, Willem krijgt al het zeggenschap over het bewind van de koloniën
De rijksfinanciën. Daarbij komt de verplichting om eens in de tien jaar de Kamer te
informeren over wat hij precies met de belastingen heeft gedaan. Bij bijzondere uitgaven
moet Willem jaarlijks naar de kamer om goedkeuring te krijgen.
De beslissing over de buitenlandse politiek en de beslissing over oorlog en vrede
10. In hoeverre waren de Zuidelijke Nederlanden voor vereniging?
Enerzijds hadden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden eeuwen geleden gezamenlijk deel
uitgemaakt van het Habsburgse rijk, vanuit dat principe was men niet per definitie tegen de
eenwording van Nederland. Anderzijds zaten de inwoners van de voormalige Generaliteitslanden niet
te wachten om samen te vallen onder hun zogenaamde koloniserende heersers. Begrijpelijk, want na
1648 werden de Generaliteitslanden gezien als wingewest en als er belasting werd geheven in de
Republiek, dan was de belasting altijd een half procent hoger in de Generaliteitslanden.
Daarnaast had Limburg ook een Middeleeuws verleden als onafhankelijke staat gekend: men voelde
zich gewoon Limburger en geen Belg of Nederlander. Verder heerste er ook veel leed onder de
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jenelladuijne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.