100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Budgetteren $3.22   Add to cart

Summary

Samenvatting Budgetteren

2 reviews
 332 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting budgetteren. Ik heb deze samenvatting gemaakt tijdens mijn eerste jaar op de opleiding Communicatie aan de Hogeschool Inholland te Diemen. Ik heb met deze samenvatting een 8.7 behaald voor het tentamen. De samenvatting is gemaakt in oktober 2017, dus is erg up-to-date.

Preview 2 out of 7  pages

  • November 16, 2017
  • 7
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: lottedenouden2000 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: lynnvandenhoven • 6 year ago

avatar-seller
Les 1

Kosten
Variabele kosten= Constante kosten=
Kosten afhankelijk van de productie-omvang (aantal Kosten onafhankelijk van de productie-omvang (aantal
klanten/omzet) klanten/omzet)
(worden ook wel capaciteitskosten genoemd)
Materiaalkosten Onderhoudskosten
Loonkosten (als je producten/diensten maakt) Huurkosten
afhankelijk van hoe druk het is hoeveel mensen werken Internet/telefoonkosten
G/W/L
Reclamekosten
Verzekeringskosten
Afschrijvingskosten= kosten veroorzaakt door
waardedaling (door veroudering/gebruik)
Loonkosten

vb. verschil loonkosten: leraar: lesgeven is variabel (ligt aan hoeveel leerlingen hoeveel les je geeft) maar toetsen
maken is constant (kost ongeveer evenveel tijd).

Bruto= afgesproken loon
Netto= wat je echt gestort krijgt na belastingaftrek etc.

Budget
bedrag dat je mag uitgeven

Gemengd budget= constante kosten + proportionele variabele kosten (bv. oproepkracht krijgt vast stand-by
vergoeding en vergoeding voor gewerkte uren)
Flexibel budget= constante kosten + progressieve/degressieve variabele kosten

Vast budget= er is geen relatie tussen het budget en de te produceren eenheden (kosten vooral constant)
Variabel budget= er is wel een relatie tussen het budget en de te produceren eenheden (kosten vooral variabel: denk
aan iemand die werkt in de bollen en per kistje bollen betaald krijgt).

Proportioneel= een vast bedrag per stuk
Progressief= kosten per stuk stijgen als je meer produceert
Degressief= kosten per stuk dalen als je meer produceert

Voorcalculatorisch budget= van tevoren word het budget berekent (wat mag ik uitgeven)
Nacalculatorisch budget= achteraf word het budget berekent (wat ik had mogen uitgeven) vergelijken met
werkelijke kosten
LET OP BIJ BEREKENEN NACALCULATORISCH: budget is wat je uit mag geven, niet wat je uitgegeven hebt (blijft dus
gelijk aan voorcalculatorisch). Alleen hoeveelheid veranderd!!

Nacalculatorisch budget wordt vergeleken met werkelijke kosten= variabel + constant achteraf

Winst= TO – TK
TO= p (excl btw) x q
TK= TVK + TCK

P MOET excl btw zijn van incl naar excl= (…..,- / 121)x100

Werkelijke winst= omzet – werkelijke kosten

Gerealiseerde omzet= p x q (achteraf)

, Functies budget:

 Beleidsoverdracht (beleid overdragen door doelstellingen en prioriteiten aan te geven)
 Opdracht (de taakstelling in het budget geeft een betekenis aan de opdracht om iets voor elkaar te krijgen.
Budgethouder= degene die die taak en verantwoordelijkheid op zich neemt)
 Autorisatie (de budgethouder krijgt mensen en middelen onder zijn beschikking en mag het geld uitgeven)
 Controle (nacontrole of alles wel goed is gegaan en evaluatie voor volgende keer)
 (motivatie)

ABC-methode= Activity Based Costing
techniek om indirecte kosten in de kostprijs van producten/diensten door te berekenen. Uitgangspunt is niet direct
de afdeling, maar de activiteiten die plaatsvinden.

Fasering projecten
1. Probleemstelling (onderzoek)
2. Conceptontwikkeling (brainstormen, schetsen, ideeën maken, marktonderzoek, bronnen raadplegen)
3. Werkvoorbereiding en calculatie (materialen bv. ruimtes, specialisten, etc. en planning maken)
4. Creatieve uitwerking (teksten schrijven, foto’s maken, schetsen decor, etc.)
5. Creatieve productie (verdere uitvoering punt hiervoor)
6. Technische productie (muziek opnemen, video schieten, branden cd’s/dvd’s, drukken posters, reisschema,
hotelovernachting, etc.)
7. Distributie (product vervoeren bv. posters naar klanten, decor naar theater, etc.)
8. Nazorg en evaluatie (afsluiting)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyj01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22  9x  sold
  • (2)
  Add to cart