100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kind en Omgeving 2023! Alle hoorcolleges + integratie van literatuur $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Kind en Omgeving 2023! Alle hoorcolleges + integratie van literatuur

 57 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat aantekeningen van alle 8 hoorcolleges van de cursus Kind en Omgeving: Pedagogische verkenningen, geschreven in ! Ook is vrijwel alle verplichte literatuur erin verwerkt.

Last document update: 1 year ago

Preview 4 out of 34  pages

  • October 28, 2023
  • November 3, 2023
  • 34
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoorcollege 1
- Pedagogische wetenschappen bestuderen de opvoeding, het onderwijs en
de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen, met het oog op verbetering van
de praktijk. Pedagogiek gebruikt een empirisch-analytische benadering
(observatie, experiment, interview, test, vragenlijst).
- Paradigma (Kuhn) = een geheel van waarden, opvattingen en technieken,
gedeeld door leden van een bepaalde wetenschappelijke gemeenschap
- Het leertheoretische microparadigma (behavioral)
o Klassieke conditionering (Pavlov)
 Neutrale stimulus  de bel voorafgaand aan het proces van
conditioneren; de bel leidt als eerste immers nog niet tot kwijl.
 Ongeconditioneerde stimulus  de presentatie van voedsel;
Pavlov hoeft het dier immers niet te conditioneren om te kwijlen
door het voedsel.
 Geconditioneerde stimulus  de bel op den duur; na
conditionering heeft deze stimulus een bepaald effect gekregen.
 Ongeconditioneerde respons  kwijlen bij het voedsel.
 Geconditioneerde respons  kwijlen bij de bel.
 Extinctie (uitdoving)  Als alleen de geconditioneerde stimulus
wordt gepresenteerd (bel), verliest die langzaamaan zijn effect.
 Spontaan herstel  Pavlov ontdekte ook dat hoewel een
geconditioneerde reflex gedoofd lijkt, deze meestal spontaan
herstelt. Als de geconditioneerde stimulus dan niet periodiek
hersteld wordt, zal echter uiteindelijk het spontane herstel ook
verdwijnen.
 Stimulusgeneralisatie  Wanneer andere gelijksoortige
stimuli dan de originele geconditioneerde stimulus ook kunnen
zorgen voor de geconditioneerde respons. Het onderliggende
fysiologische proces heet irradation.
 Stimulusdiscriminatie (‘Experimentele neurose’)  Als de
hond langzaamaan verschillende bellen kan filteren, en alleen
reageert op bellen die heel erg lijken op de originele
geconditioneerde stimulus.
o Watson (behaviorist)
 Had ambities om de opvoeding van kinderen tot
wetenschappelijke onderneming te maken
 Raadde ouders o.a. aan om baby's aan een strak schema te
houden en hij drong erop aan dat ze hen niet zouden knuffelen,
kussen of strelen.
 Little Albert  werd via klassieke conditionering
geconditioneerd op bang te zijn voor ratten. Ook sprake van
stimulusgeneralisatie omdat hij bang was geworden voor allerlei
harige voorwerpen.
 Little Peter (Mary Cover Jones)  hij werd geholpen zijn
angsten te overwinnen via systematische desensitisatie
(deconditionering): hij werd ontspannen en geleidelijk aan
geïntroduceerd aan de gevreesde stimuli.
 Beperkingen klassieke conditioneringsparadigma:

, - Het blijkt veel moeilijker te zijn om de reacties van
kinderen te conditioneren dan Watson impliceerde; het
lijkt voornamelijk te kunnen in de eerste levensmaand.
- Mensen lijken biologische beperkingen te hebben qua het
soort stimuli dat geconditioneerd kan worden, i.p.v. dat
álle stimuli zomaar geconditioneerd kunnen worden.
- Klassieke conditionering lijkt beperkt te zijn tot bepaalde
soorten reacties. Kan dus niet verklaren hoe we
normale/complexe vaardigheden aanleren (praten,
gereedschap gebruiken, dansen, schaken)
o Paradigm clash  de aandacht verschoof van factoren in een
persoon zelf, naar factoren in de omgeving van een persoon.
o Skinner (behaviorist)
 Volgens hem moest psychologie zich beperken tot de studie van
openlijk gedrag
 Respondent gedrag = eenvoudige reflexen, waar Pavlov zich
op richtte volgens Skinner
 Operant gedrag = aangeleerd “goed” gedrag
 Operante conditionering = het leren van goed gedrag, door
de consequenties die op gedrag volgen
 Bekrachtiging  gebeurtenissen die de kans vergroten dat
dezelfde respons in de toekomst weer zal optreden:
 Primaire bekrachtigers (voedsel, het wegnemen van pijn) 
ze hebben "natuurlijke" bekrachtigende eigenschappen.
 Geconditioneerde bekrachtigers (glimlach, lof of aandacht
van een volwassene)  hun effectiviteit komt voort uit hun
frequente associatie met primaire bekrachtigers.
 Positieve bekrachtiging = het aanbieden van een positieve
prikkel (bijv. voedsel/speelgoed geven aan het kind)
 Negatieve bekrachtiging = het wegnemen van een negatieve
prikkel (bijv. verminderde hoofdpijn dankzij aspirine nemen)
 Positieve straf = het toedienen van een negatieve prikkel
(bijv. met de neus tegen schrikdraad komen)
 Negatieve straf = het wegnamen van een positieve prikkel
(bijv. wegnemen van voedsel/speelgoed)
 Uitdoving  bijvoorbeeld, omdat kinderen dingen doen "alleen
maar om aandacht te krijgen", kan men ongewenst gedrag
uitdoven, zoals overmatig huilen of driftbuien, door consequent
de aandacht terug te trekken wanneer ze zich voordoen.
Operant gedrag dat schijnbaar gedoofd is kan ook spontaan
herstel vertonen. Bijvoorbeeld, een jongetje wiens driftbuien
waren gedoofd door het terugtrekken van aandacht, begon
opnieuw driftbuien te krijgen wanneer hij in een nieuwe situatie
werd geplaatst. Het gedrag moet dan verder worden gedoofd.
 Onmiddellijke consequenties  operante conditionering
werkt het beste wanneer de straf/bekrachtiging direct het
gedrag opvolgt.

,  Shaping (method of approximations) = het stukje bij beetje
aanleren van gewenst gedrag. Wordt gedaan door een
geleidelijke procedure waarbij gedrag in de goeie richting wordt
bekrachtigd, en gedrag dat niet in de goede richting gaat wordt
bestraft, totdat het gewenste gedrag bereikt wordt.
 Continue bekrachtiging = als gedrag elke keer wordt
bekrachtigd
 Partiële bekrachtiging = als gedrag niet élke keer wordt
bekrachtigd. Ondanks dat continue bekrachtiging effectiever is,
is partiële bekrachtiging alsnog ontzettend belangrijk aangezien
deze vorm vele malen vaker voorkomt in de praktijk.
o Sociale leertheorie (Bandura)
 Bandura vond Skinners operante conditionering ongeschikt om
menselijk leergedrag mee te verklaren, aangezien mensen
cognitieve wezens zijn die actief nadenken over lange-termijn
consequenties van hun gedrag.
 Observationeel leren/imitatie/modeling = leren dat het
resultaat is van het observeren van het gedrag van anderen
(genaamd models).
 Acquisition = gedrag leren
 Performance = gedrag vertonen
 Plaatsvervangende bekrachtiging = dat het kijken naar
anderen die worden beloond/gestraft, indirect gedrag beïnvloedt
(sociale leertheorie). In tegenstelling tot behaviorisme, waarbij
leren direct beïnvloed wordt door bekrachtiging en bestraffing.
 Reciprocal determinism (Shaffer & Kipp, 2007) = de
wederzijdse beïnvloeding van persoonlijke factoren, gedrag en
de omgeving, bepaalt iemands ontwikkeling. Dit staat tegenover
Watson en Skinners gedachte dat de omgeving de
persoonlijkheid en het gedrag van kinderen bepaalt.

- Het cognitieve microparadigma
o SIP (Cricks & Dodge) = de sociale-informatieverwerkingstheorie

,  Hierin staan cognities het meest centraal
 Volgens SIP gedragen mensen zich in vergelijkbare situaties
heel verschillend doordat zij de aanwezige informatie
verschillend verwerken
 Volgens SIP bestaan er individuele verschillen in emotionaliteit
en emotieregulatie. Dit heeft invloed op elke stap van SIP.
- Emotionaliteit = een karaktertrek
- Positieve emotionaliteit = de neiging om plezier te
ervaren en uiten
- Negatieve emotionaliteit = de neiging om op prikkels
in de omgeving te reageren met angst of boosheid
- Emotieregulatie = controle hebben over emoties en het
gedrag dat daarmee samenhangt
 Veel mensen vinden SIP niet zo zeer een realistisch model,
maar wel een model dat helpt in de praktijk/behandelingen.
 Het SIP-model is oorspronkelijk ontwikkeld om agressie te
verklaren. Agressie zou het gevolg zijn van denkstap-fouten:
- Reactieve agressie (fouten in eerste paar SIP stappen):
Een agressieve reactie op frustratie en provocatie die
vaak gepaard gaat met intense kwaadheid. Zij hebben
minder aandacht voor relevante sociale signalen (stap 1 -
attentional bias). Ook interpreteren ze gedrag van
anderen vaker als vijandig (stap 2 - hostile attribution
bias), en ze hebben meer agressieve strategieën als
reactie op vijandigheid (stap 4). Ze reageren ook vaak
agressief zonder rekening te houden met de gevolgen
ervan (dus overslaan van stap 5).
- Proactieve agressie (fouten laatste paar SIP stappen):
Berekenende agressie; bedoeld om voordeel op te leveren
voor de agressor. Ze hebben een voorkeur voor
instrumentele doelen (speelgoed afpakken) boven
relationele doelen (vrienden blijven) (denkstap 3). Ze
beoordeelden agressie als een effectief en makkelijk
middel om doelen te bereiken (denkstap 5) en
verwachtten er positieve consequenties van (goed gevoel)

- Het macroparadigma
o OPP = ontwikkelingspsychopathologie
 Is het beschrijven, verklaren en voorspellen van afwijkende
gedragingen/probleemgedrag en processen door de tijd heen.
o Systeemprincipe  afwijkende ontwikkeling is een gevolg van de
complexe wisselwerking tussen systemen in (1) individu, (2)
omgeving, en (3) tussen een individu en diens omgeving.
 Tijdsdimensie  ontwikkelingsfase, historische of
levensgebeurtenissen, veranderingen
 Organisch  hersenen, centrale zenuwstelsel, biochemisch,
genetisch

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittstegeman1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  8x  sold
  • (0)
  Add to cart