100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Engelse begrippen met Nederlandse uitleg van het boek An introduction in Moral Philosophy (Wolff, 2021) $6.69
Add to cart

Other

Engelse begrippen met Nederlandse uitleg van het boek An introduction in Moral Philosophy (Wolff, 2021)

3 reviews
 13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Engelse begrippenlijst met Nederlandse uitleg van het boek An introduction to Moral Philosophy (Wolff,2021). Tentamenstof H1,2,5,8,9,10,11,12,13,14.

Preview 4 out of 17  pages

  • October 28, 2023
  • 17
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown

3  reviews

review-writer-avatar

By: sharonoldenburg16 • 3 months ago

review-writer-avatar

By: jilbrinkmannl • 1 year ago

review-writer-avatar

By: janinehorlings • 1 year ago

avatar-seller
An introduction to Moral Philosophy – J. Wolff (2021)
Tabel met Engelse begrippen uitgelegd in het Nederlands. De hoofstukken: 1,2,5,8,9,
10,11,12,13 en 14 voor het tentamens Ethics in care and education 2023.

, Begrippen hoofdstuk 1: Moral Philosophy and Moral Reasoning
Etiqette Sociale regels voor gedragingen
Supererogetion Meer doen dan je morele plicht. Bijvoorbeeld:
boodschappen doen voor de buurvrouw.
Objectivity Uitspraken over moraliteit kunnen een
geldigheid hebben die verder gaat dan een
subjectieve mening.
Meta-ethics De aard van morele waarden. Bijvoorbeeld:
‘’Wie zegt dat ik aardig moet zijn voor
iedereen?’’
Normative ethics Wat zouden we moreel moeten doen? De focus
ligt op een algemene benadering met een
bredere toepassing, bijvoorbeeld: ‘’Moet ik echt
aardig zijn?’’ Of ‘’Hoe moeten we leven?’’
Applied ethics Het onderzoeken van een moreel vraagstuk die
berust op de praktijk. De focus ligt op een
specifiek probleem en zoekt vervolgens naar
waarden, principes of naar normatieve waarden
om het probleem op te lossen. Bijvoorbeeld:
het doen van abortus.
Permise Een bewering / aanname / stelling

Implicit premises Een bewering die niet expliciet wordt vermeld.
Bijvoorbeeld.

Permise 1: De hersenen van kinderen met
ADHD zijn kleiner

Permise 2: Tom heeft ADHD

Conclusie: Tom heeft een hersenstoornis

De perimise die mist is: Kinderen met ADHD
hebben een hersenstoornis. Dit is de impliciete
premise die niet expliciet benoemd wordt, maar
wel belangrijk is om de conclusie te trekken.
Deduction Van een algemene situatie naar een specifieke
situatie. Voorbeeld:

Permise 1: alle vogels kunnen vliegen
Permise 2: een kraai vliegt
Conclusie: een kraai is een vogel
Induction Van een specifieke situatie naar een algemene
situatie. Bijvoorbeeld:

Permise 1: Doggy de hond is bruin
Permise 2: Herman de hond is bruin
Conclusie: Alle honden zijn bruin

Belangrijk: inductieve redenatie is nooit een

, bewijs. Het kan wel een opeenstapeling zijn om
een hypothese te ondersteunen. Inductie kan
makkelijk worden weerlegd.
Analogy Je vergelijkt twee situaties met elkaar die op
elkaar lijken (analogie), maar niet hetzelfde zijn
om een hypothese te ondersteunen (geen
bewijs!).
Informal logic Dit is een argumentatiemethode zonder strikt
bewijs te hebben. Je maakt het op basis van een
overtuigende vergelijking (op basis van
analogie). Dit is een inductieve methode
(specifiek naar algemeen).
Inference to best explanation (abduction) Dit is een uitgebreide vorm van inductief
redeneren, waarbij je kijkt naar de beste
verklaring voor het gevolg. Bijvoorbeeld: roken
en longkanker. Er lijkt een sterk verband tussen
roken en longkanker, maar er is geen causaal
verband gevonden. Roken lijkt het hebben van
longkanker bij mensen die roken het beste te
verklaren. Dit is dus inductief (specifiek, naar
algemeen).

1 permise: Jantje die rookt
2 permise: Aukje rookt
3 permise: Hans rookt
4 permise: Jantje, Aukje en Hans hebben
longkanker

Conclusie: roken lijkt bij te dragen aan
longkanker.

Er lijkt een sterk verband door een
opeenstapeling van bewijs, maar het is geen
causaal verband (oorzaak / gevolg).
Formal logic Argumentatiemethode door deductie (van
algemeen naar specifiek). Conclusies worden
afgeleid door een reeks logische premissen.

Permise 1: De opwarming van de aarde zorgt
voor klimaatrampen
Permise 2: Een overstroming is een
klimaatramp
Conclusie: Een overstroming komt door de
opwarming van de aarde.
Equivocation Vertaling: dubbelzinnigheid. Woorden gebruikt
in de premissen worden hetzelfde geschreven,
maar hebben een andere betekenis.
Bijvoorbeeld het woord ‘’bank’’. Een
meubelstuk en een instantie waar je geld kan
lenen. Het argument wordt ongeldig bij
dubbelzinnigheid.

, Circulair argument Een argument dat de conclusie gebruikt die al in
de premissen is gebruikt en daardoor is de
conclusie ongeldig.
Begging the question Wollen truien zijn warmer dan nylon truien,
omdat wollen truien meer wol bevatten → Er
wordt niet beargumenteerd waarom wollen
truien warmer zijn dan nylon truien, maar de
conclusie herhaalt de permise, namelijk: wollen
truien.
Refute Vertaling: weerlegging
Thought experiment Het omschrijven van hypothetische situaties om
verschillende redenen:

1) Een theorie ondersteunen
2) Om tegenvoorbeelden te geven
3) Om een puzzel op te zetten voor moreel
denken
4) Om een argument te ontwikkelen

Het gedachte experiment wordt bijvoorbeeld
gebruikt om te kijken wat voor morele intuïties
er bij je op komen.

VB1: Godwin heeft een brandend huis. Wie ga
je uit het huis redden? Je moeder of Socrates?

VB2: Foot introduceert het Trolly-problem. Er
liggen 5 mensen op het ene treinspoor en 1 op
het andere treinspoor. Waar laat je de trein
overheen rijden?

VB3: Singer introduceert het gedachte-
experiment: Je ziet een kindje verdrinken,
waarom zou je die redden terwijl je ook geld
kan geven aan een noodfonds waardoor je veel
meer mensen redt?
Moral intuition Morele intuïtie. Wat zou je doen in de
gedachte-experimenten hierboven? Wat zegt je
morele intuïtie? Bijvoorbeeld: Het is niet goed
als ik dat kindje laat verdrinken, waardoor ik
haar wel moet redden.
Contra-intuitive Een theorie die acties ondersteund om
negatieve intuïties te generen, zoals: het is goed
om onschuldige mensen te doden.
Universalization Iets universeel maken, bijvoorbeeld: Wat als
iedereen het zou doen?
Slippery slope Zie het als een gladde berg. Wanneer iemand 1
biertje drinkt, bestaat de kans dat hij steeds
meer bier wil en raakt verslaafd. Als je één stap
zet, is er geen natuurlijk stoppunt. 1 biertje kan
leiden tot verslaving aan alcohol.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannon_schroor. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.69  13x  sold
  • (3)
Add to cart
Added