Vuistregel steekproefgrootte n: 𝑛 ≥ 30
(bij generaliseren naar populatie
op basis van X!)
Hoofdstuk 10: kwantitatieve data-analyse
Gemiddelde: % = ∑Xi
X &
8 2
∑ (X 7X)
Standaardafwijking: 𝑆6 = / i
&
8 )2
∑ (Xi 7X
Variantie: 𝑆6² =
&
å (z x × z y )
Pearson correlatiecoëfficiënt: rXY =
n
(fo 7fe )²
Chi² toetsingsgrootheid: 𝜒² = ∑ fe
,Oefeningen
Hoorcollege 1
Jij wil te weten komen wat de reden is waarom vrouwen meer beroep doen op OCMW
budgetbegeleiding dan mannen. Dit gaat over:
A. Een verkennende onderzoeksvraag.
B. Een beschrijvende onderzoeksvraag.
C. Een verklarende onderzoeksvraag.
D. Geen van bovenstaande.
In een deductief onderzoek formuleert de onderzoeker altijd...
A. Een causaal verband tussen variabelen.
B. Een concept voor een longitudinale studie.
C. Een hypothese op basis van een theorie of model.
D. Enquêtevragen als onderdeel van een verkennend onderzoek.
Welke uitspraak is correct?
A. Praktijkgericht onderzoek heeft niet de intentie om verbanden te leggen met theorie.
B. Om kwaliteitsvol onderzoek te doen, moet je de onderzoekscyclus zo rechtlijnig
mogelijk doorlopen.
C. Een inductieve onderzoeksmethode vertrekt vaak van het formuleren van hypothesen
die je op basis van een steekproef wil weerleggen.
D. Een variabele is een kenmerk dat je meet bij de eenheden van je onderzoek en
verschillende waarden kan aannemen.
Bij ‘open source’ onderzoek kan iedereen de (geanonimiseerde) verzamelde data raadplegen.
Dat kan…
A. De betrouwbaarheid van het onderzoek verhogen.
B. De validiteit van het onderzoek verhogen.
C. De betrouwbaarheid van het onderzoek verlagen.
D. De validiteit van het onderzoek verlagen.
In Stad Gent houden maatschappelijk werkers van OCMW/Sociale dienst zitdagen op
bepaalde scholen, zo willen ze kwetsbare gezinnen bereiken die moeilijk de weg vinden naar
gepaste hulpverlening. Je wil onderzoeken of ze daar ook effectief in slagen. Je vraagt aan 10
maatschappelijk werkers die zitdagen doen en 10 maatschappelijk werkers die geen zitdagen
doen om bij te houden hoeveel kwetsbare gezinnen ze in de komende vier maanden bereiken.
Vervolgens vergelijk je de cijfers van beide groepen.
Ø Eenheden:
Ø Onafhankelijke variabele:
Ø Afhankelijke variabele:
Ø Deductief:
Ø Inductief:
, Hoorcollege 2
Stel dat effectief 2.400 respondenten de survey invullen. Welke foutmarge kunnen de
onderzoekers dan gebruiken bij hun conclusies (bv. over percentage Vlamingen dat altijd een
condoom gebruikt)?
De onderzoekers rapporteren: “3% van de Vlaamse scholen gaat met de leerlingen van het
zesde nooit naar een openbare bibliotheek, met een foutmarge tussen 1% en 5%.”.
Hoeveel van de 2407 reguliere Vlaamse scholen lager onderwijs namen deel aan het
onderzoek?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorvankerkhoven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.