Hier de samenvatting van alle hoorcolleges van het vak Farmacologie 2 leerjaar 1 van de studie Farmakunde. Dit omvat alle punten die studenten moeten weten voor de toets FC2. Ik heb voor de toets een 8,3 gehaald. De volgende onderwerpen komen aan bod;
- B1 Thema afweersysteem en infectieziekten (b...
Week 1:
Infectie: Niet toereikende reactie van het afweersysteem tegen een pathogeen uit de
buitenwereld (pathogeen is schadelijk).
Allergie: Een schadelijke reactie van het afweersysteem, tegen een (normaliter
onschadelijke) allergeen uit de buitenwereld zoals pollen.
Auto-immuniteit: Een schadelijke reactie van het afweersysteem, waarbij het
afweersysteem onschadelijke stoffen in het lichaam als schadelijk ziet.
Afweer mechanismen:
- Niet-specifieke immuniteit of aspecifieke immuniteit: Beschermd tegen alle
bedreigingen.
- Specifieke afweer immuniteit: Beschermd tegen specifieke bedreigingen.
Niet-specifieke immuniteit:
- Fysieke barrières: Afscheiding van inwendig lichaam en extern milieu. Voorbeelden
zijn haar, huid, klierproducten, spijsverteringskanaal.
- Fagocyten: Cellen die een pathogeen kunnen opeten. Microfagen macrofages
- Immunologische serveillance: Cellen (natrul killers) die herkennen afwijkende cellen
en door het afgeven van perforine (eiwitten) de afwijkende cel afbreken.
- Interferonen (cytokinen): Worden afgegeven door lymfocyten of macrofagen. Die
activeren het immuunsysteem.
- Complementsysteem
- Koorts: Boven 37,2℃ waardoor pathogenen geremd worden. Als er veel pyrogenen
voorkomen dan gaat door de hypothalamus de lichaamstemperatuur omhoog.
Versnelt de stofwisseling.
- Ontstekingsreactie: Gecoördineerde reactie waar de mestcel een rol speelt.
Mestcellen worden afgegeven waardoor de bloedtoever toeneneemt, fagocyten
worden geactiveerd, doorlaatbaarheid van de capilairen verhoogt,
complementsysteem wordt geactiveerd, stollingsreactie schermt gebied af,
plaatselijke temperatuur verhoging, specifieke immuniteit wordt geactiveerd.
Fagocytose: Omkapseld het pathogeen en eet het op.
Specifieke immuniteit:
- Lymfocyten in lymfestelsel: Productie en onderhoud van lymfocyten (witte
bloedcellen) te werk stellen, afvoer van afvalstoffen. Lymfocyten spelen een
essentiële rol bij specifieke immuniteit. T-cellen (uit de Thymus) en B-cellen (uit het
beenmerg) zijn hierbij betrokken.
- Antigeenherkenning: De T-cel worden geactiveerd door de antigeenpresentatie,
T-cellen gaan zich delen en krijgen een specifieke functie (differentiëren) en dan
vernietigd de T-cel het antigeen door verstoring van de stofwisseling van de
antigeen, vernietiging van celmembraan (door perforine) of stimulering van apoptose.
- Cellulaire immuniteit: Immunologische reacties waarbij T-lymfocyten betrokken zijn.
, - Antistof gemedieerde immuniteit: Worden B-cellen gevoelig gemaakt (sensibiliseert)
dan worden ze actief gemaakt. Groeien (delen) uit tot plasmacellen die antistoffen
vormen.
Micro-organisme (bacteriën): Prokaryoot (geen celkern aanwezig), DNA ligt los in het
cytoplasma. Kan ook een staart hebben om zich voor te kunnen bewegen.
- Celwand: Is opgebouwd uit peptidoglycan (heeft alleen een bacterie). Doormiddel
van gramkleuring is aan te tonen hoe dik die laag peptidoglycaan is (kleurd hij paars
dan is het een bacterie).
- Vorm: Je hebt verschillende bacteriën. Coccus = bolvormige bacteriën
- Zuurstofbehoeften: Aeroben (met zuurstof), anaroob (geen zuurstof).
Wat bepaalt de virulentie: De mate waarin de cel schade kan aanrichten in het lichaam.
- Effectiviteit van het afweersysteem van de mens
- Gezondheidstoestand van de mens
- Aantal pathogenen
- Agressiviteit van het pathogeen
Bacteriële infectie: Wordt vaak antibiotica voorgeschreven of uitzieken.
Allergie voorwaarden:
- Allergeen herkend door immuunsysteem
- De reactie is schadelijk
- De reactie treedt bij een minderheid van de mensen op
Allergische respons: De antigeen wordt gepresenteerd door antigeenpresenterende cellen,
daar helpt de T-helpercel bij en worden plasmacellen gevormd. Plasmacellen zijn in staat om
antistoffen (IgE) te vormen tegen het antigeen. De IgE gaan op de mestcel zitten en
functioneren als een receptor waardoor de mestcel gevoelig is om te reageren op het
allergeen. De mestcel laat schadelijke stoffen vrij (waaronder histamine) en dat zorgt voor de
allergische reactie.
Effect van histamine op lichaamsweefsel:
- Doorlaatbaarheid capillairen stijgt
- Samentrekken van glad spierweefsel in maagdarmkanaal (overgeven, diarree,
buikklachten)
- Meer afscheiding van slijm (loopneus, benauwdheid door slijmvorming in de keel)
Allergische reacties: Zullen altijd dezelfde reactie geven. Er zijn veel verschillende
allergenen die diverse klachten geven.
Bacteriostatisch: Antibiotica die bacterie groei remmend is.
Bactericide: Antibiotica die bacteriedodend is.
Smalspectrum: Antibiotica die werken tegen specifieke bacteriën.
, Breedspectrum: Antibiotica die werken tegen verschillende soorten bacteriën. Worden vaak
gegeven als de arts niet weet om welke bacterie het gaat.
Hoe werken antibiotica: Is een specifiek aangrijpingspunt tegen de bacterie. Grijpen aan
op iets (structuren) wat de bacteriecel wel heeft maar de gastheer (de mens) niet. Er kan
aangegrepen worden op de DNA synthese, celwandsynthese, eiwitsynthese en stofwisseling
(foliumzuur).
- Remming celwandsynthese: De peptidoglycaanlaag is alleen sterk wanneer er
crosslinks tussen zitten. Bij de aanmaak (synthese) van de celwand worden de
crosslinken gevormd onder invloed van een enzym (transpeptidase).
Geneesmiddelen (antibiotica) binden aan transpeptidase hierdoor kan het enzym niet
meer goed zijn werk doen. Met als resultaat dat de crosslinken niet meer geen te
werk gesteld kunnen worden. Daardoor krijg je een onstabiele celwand en daardoor
gaat de bacterie dood (bactericide).
- Remming eiwitsynthese: In de ribosomen worden onder andere de eiwitten gemaakt
aan de hand van DNA en RNA. Geneesmiddelen (antibiotica) binden aan een deel
van de ribosomen en daardoor verhindert het geneesmiddel het ribosoom om
aminozuurketens te koppelen (eiwitsynthese). Wanneer dit proces verstoord wordt,
verstoort je de groei van nieuwe cellen. En daardoor is dit werkingsmechanisme
bacteriostatisch.
- Remming DNA synthese: Het enzym topoisomerase wordt door de antibiotica
geremd hierdoor kan er geen DNA replicatie plaatsvinden. Er kan dus geen nieuw
DNA worden gevormd en daardoor gaat de bacterie dood (bactericide).
- Remming stofwisseling: Foliumzuur is een bouwstof voor DNA-structuren. Antibiotica
remt de aanmaak van foliumzuur, hierdoor kan een bacterie niet overleven en gaat
het dood (bactericide).
Resistentie: Bacterie is niet meer vatbaar voor een antibioticum (kan niet gedood worden).
Resistentie voor penicillinen en Cefalosproinasen komt relatief veel voor. Betalactan
antibiotica hebben een ringstructuur en die ring kan afgebroken worden door bepaalde
enzymen (beta lactamase). Sommige bacteriën zijn in staat om Betalactamase te
produceren en hierdoor is het antibioticum onwerkzaam.
Manieren van resistentie van een bacterie:
- Produceren van betalactamase
- DNA verandering
- Produceren van bepaalde eiwitten die aan het antibioticum binden en voorkomen dat
het antibioticum zelf kan gaan binden.
- Bacteriën die in staat zijn om antibioticum naar buiten te pompen, dan komt het wel
de cel in maar gaat hij er meteen weer uit.
Antihistaminica: Blokkeren H1-receptor. Blokkeren de histamine receptor waardoor het
klachtenpatroon vermindert. Worden ingezet voor verschillende allergieën zoals pinda's en
huisstofmijt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amyvanloon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.