Dit samenvattend werk dat de economie behandelt is gebaseerd op het boek Algemene economie, geschreven door Bruno De Borger. Naast de concepten uit het boek worden ook topics behandeld die gezien worden in het opleidingsonderdeel Inleiding tot de Economie, gedoceerd aan de faculteit FBE van de Univ...
Dit samenvattend werk dat de economie behandelt is gebaseerd op het boek Algemene economie, geschreven door
Bruno De Borger. Naast de concepten uit het boek worden ook topics behandeld die gezien worden in het
opleidingsonderdeel Inleiding tot de Economie, gedoceerd aan de faculteit FBE van de Universiteit Antwerpen.
, Hoofdstuk 1: Wat is economie?
1. Inleiding: Waarover gaat economie?
→ inzicht geven in hoe onze maatschappij zich organiseert, zodat we
● betere beslissingen nemen in dagelijks leven
● problemen van de wereld beter begrijpen en toekomstige problemen voorkomen
● beleid onderbouwd kunnen beoordelen en evalueren
2. Het fundamenteel economisch probleem: veelvuldige behoeften versus
schaarse middelen
→ spanning tussen individuele en collectieve behoeften van een samenleving en de schaarse
beschikbare middelen (en tijd)
2.1 Menselijke en maatschappelijke behoeften
Behoefte = het aanvoelen van een tekort en het verlangen om dit tekort aan te vullen
2.2 Schaarse middelen en de noodzaak te kiezen
Economische goederen = schaarse middelen (materiële goederen & immateriële diensten) met nut
Vrije goederen = niet-schaarse goederen (vb. lucht)
2.3 Het maken van keuzes en opportuniteitskosten
Opportuniteitskost = schaduwprijs = de werkelijke kosten van een gemaakte keuze is de waarde van het
beste alternatief dat men opgeeft
Belangrijk concept: kiezen is verliezen
vb. opportuniteitskost van studeren: uitgaven van boeken en studiemateriaal + loon dat je in die
periode had kunnen verdienen als je voor alternatief voltijdse job had gekozen
2.4 Economie: een definitie
Economische analyse gaat na hoe beslissingsmakers (mensen, bedrijven, overheden en andere
organisaties) keuzes maken en wat daarvan de private en maatschappelijke gevolgen zijn.
Scitovsky: ‘een sociale wetenschap die tot voorwerp heeft een beter beheer van schaarse middelen’
Dit beheer van de beschikbare middelen omvat 3 typische problemen:
● allocatie van middelen: wat, waar, hoeveel en hoe produceren
● verdeling of distributie: voor wie produceren
● stabilisatie: nastreven van volledige aanwending; efficiëntie
,2.5 Micro- en macro-economie
Micro-economie = bestudeert gedrag van individuele economische agenten, individueel en onderling
→ voornamelijk betrekking op allocatie- en distributieproblemen
Macro-economie = bestudeert invloed van allocatieproblemen en kapitaal op werking van economie
→ voornamelijk betrekking op stabilisatieproblemen
3. Het productieproces
3.1 De productiefactoren
Op macro-economisch vlak 3 eigenlijke productiefactoren:
⇒ realiseren allemaal samen productie (output)
3.2 Het productieproces
Productie = alle activiteiten waardoor goederen en diensten tot stand worden gebracht en op gepaste tijd
en plaats ter beschikking worden gesteld van consumenten door inzet van schaarse middelen.
⇒ productieproces omwegproductie
De finaal geproduceerde output in een geaggregeerde economie bestaat uit consumptiegoederen
(aankoop door gezinnen, gebruik of verbruik) en kapitaalgoederen.
Investeren = het verhogen van de hoeveelheid reële kapitaalgoederen
→ uitstel van consumptie met oog op meer consumptie in de toekomst
, 3.3 De productiefunctie
→ een technische relatie tussen de hoeveelheid productiefactoren (inputs) en de maximale hoeveelheid
economische goederen (outputs) die men daarmee kan produceren
𝑋 = 𝑓(𝐿, 𝑁, 𝐾) met X = hoeveelheid output en f = een bepaalde functionele vorm
Een verhoging van elke productiefactor geeft aanleiding tot een verhoging van de output.
Marginaal product = de verandering in de productie ten gevolge van een kleine verandering van de
ingezette productiefactor
∆𝑋 𝑑𝑋
𝑀𝑃𝐿 = ∆𝐿
= 𝑑𝐿
(marginaal product arbeid)
Als het marginaal product
● stijgt → convexe productiefunctie
● constant is → lineaire productiefunctie
● daalt → concave productiefunctie
4. De productiemogelijkhedencurve
→ curve die alle mogelijke combinaties van de productie van economische goederen weergeeft die tot
stand komen bij volledige aanwending van de beschikbare productiefactoren
⇒ alles onder curve is inefficiënt en alles erboven is
onhaalbaar
Illustreert volgende begrippen:
● schaarste: dwingt af om prioriteiten te stellen en keuzes te maken
→ punt z is niet bereikbaar met de huidige hoeveelheid beschikbare productiefactoren
● opportuniteitskost: werkelijke kosten van extra graanproductie
→ meer graan produceren betekent het opgeven van een deel van de kledingproductie
● keuzeprobleem: wat is de beste productiecombinatie voor de producent?
Illustreert volgende beheerproblemen:
● stabilisatieprobleem: volledige aanwending van middelen
→ we moeten alles gebruiken wat we hebben: punt kiezen op de curve
● allocatieprobleem: welk punt kiezen
→ weinig of veel, graan of kledij?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HIstudent2022. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.85. You're not tied to anything after your purchase.