I think that the summary sometimes lacks important parts and the sentences are sometimes not quite well built up, but also a good summary to go through the core of constitutional law.
,Inhoudsopgave
Deel I – Constitutionele begrippen........................................................................ 2
Deel II – De verhouding tot internationaal publiekrecht .................................... 10
Deel III – Het staatkundig bestel van Nederland: centrale overheid .................. 21
Deel IV – Overheidsfuncties: wetgeving en bestuur .......................................... 36
Deel V – Het staatkundig bestel van Nederland: decentrale overheden ............. 45
Deel VI – Het Koninkrijk der Nederlanden ........................................................ 51
Deel VII – Overheidsfuncties: Rechtspraak en Rechtsbescherming .................. 55
Deel VIII – Overheid versus burger: rechten van de mens ................................. 62
1
LexRosa 2017 - Verspreiden niet toegestaan
,Deel I – Constitutionele begrippen
H1 – INLEIDING
N.v.t.
H2 – STAAT: OBJECT EN SUBJECT, VERSCHIJNINGSVORMEN EN BELANGRIJKSTE KENMERKEN
Staatrecht, recht dat gesteld is door en geldt binnen een staat. Met de term staatsrecht wordt
gewoonlijk gedoeld op het recht dat ziet op inhoud en functioneren van de instellingen van de staat;
het omvat mede regels over bevoegdheden om regels te stellen en besluiten te nemen.
Centraal staatsrechtelijk document is in veel landen de Grondwet: een geschreven document dat de
belangrijkste regels van het staatsrecht bevat en vaak ook met bijzondere waarborgen is omringd, die
respectievelijk alleen via bijzondere regels en procedures gewijzigd kan worden. Staatsrecht ook wel
constitutioneel recht genoemd.
Staatsrecht onder te verdelen in: politieke staatsrecht (regels van de bevoegdheden, werkwijze en taken
van politieke organen REGERING EN STATEN-GENERAAL).
Decentralisatierecht (het recht van de lagere overheden)
Grondrechten: normen die het optreden van de staat aan banden
leggen en reguleren.
Wat is een staat? De volgende kenmerken zijn voornaam.
- Er is sprake van een territoriale organisatie;
- Die organisatie heeft gezag over een op het grondgebied woonachtige bevolking; en
- Daartoe over machtsmiddelen beschikt zoals het geweldsmonopolie.
Nationale staat = Hier wordt aan het bovenstaande criterium, over een territorium, toegevoegd dat de
personen onder het gezag en op het grondgebied van de staat gezamenlijk een zekere eenheid vormen:
een natie zijn.
De kwalificatie van ‘staat’ heeft op het internationale vlak rechtsgevolgen, te weten de erkenning als
zodanig door andere staten en door de wereldgemeenschap. Dan wordt er gesproken over een
lidmaatschap tot de Verenigde Naties (VN), die openstaat voor vredelievende staten die de
verplichtingen nakomen uit het VN-Handvest.
Er zijn tal van voorbeelden van slecht georganiseerde staten waarbij het centrale gezag nauwelijks
effectieve machtsmiddelen heeft, maar die we toch als staten kenmerken. Bijv. Syrië, Libië, Irak etc.
De Europese Unie is geen staat, de EU is formeel een internationale organisatie opgericht bij
verdragen waarbij de soevereine lidstaten unaniem over verdragswijziging besluiten.
Veelgenoemd kenmerk van een staat is het begrip: soevereiniteit. De staat oefent gezag uit en heeft
het geweldsmonopolie. Hieronder meerder betekenissen van het begrip soevereiniteit:
(1) Internationaal, een staat heeft op zijn grondgebied het geweldmonopolie en ander staten mogen
zich niet bemoeien met de interne aangelegenheden van een staat.
(2) Waar ligt het hoogste gezag in een staat, meestal de grondwetgever.
(3) Derde betekenis ziet op het pakket aan bevoegdheden dat in het algemeen cruciaal gevonden wordt
om te kunnen spreken van een soevereine staat, hieronder valt: geweldsmonopolie, defensie,
2
LexRosa 2017 - Verspreiden niet toegestaan
, buitenlandse betrekkingen etc.
(4) De vierde betekenis ziet op de filosofische grondslag van de staat en het overheidsgezag. Het
maken en wijzigen van de Grondwet gaat aan een specifieke procedure onderworpen. In Nederland is
het hoogste juridische gezag de grondwetgever (de grondwetgever is in Nederland de wetgever die in
2 lezingen, en de tweede lezing met 2/3 meerderheid, een voorstel tot wijziging van de Grondwet
aanvaardt).
Soevereiniteit kan dus verschillende betekenissen hebben:
1) om aan te geven dat andere staten zich niet in interne aangelegenheden mogen mengen;
2) om aan te duiden wie constituante is van het statelijke gezag;
3) om te expliciteren welk orgaan binnen de staat de hoogste bevoegdheid toekomt.
De lidstaten, naar analogie, zijn gezamenlijk binnen de Europese Unie de constituerende macht. Zij
hebben immers de macht om de verdragen te wijzigen.
Constitutie & Grondwet
Alle staten hebben een constitutie en de meeste hebben een Grondwet.
Constitutie = het geheel van regels en beginselen dat een staat constitueert en ordent.
Grondwet = het document waarin de meest belangrijke regels over de staatsorganisatie en de
verhouding tussen staat en burgers zijn neergelegd. Kortom, een staat kan niet zonder constitutie maar
wel zonder geschreven Grondwet.
In het geval van staten met een geschreven Grondwet wordt onderscheiden tussen een flexibele en
rigide Grondwet.
Rigide Grondwet = sprake als wijziging van de Grondwet aan specifieke waarborgen is onderworpen
en dus moeilijker is om te wijzigen, dan gewone wetgeving.
Flexibele Grondwet = Eenvoudig te wijzigen, voorbeeld VK.
Het staatsrecht bestaat veelal uit geschreven regels, zoals de regel dat de Tweede Kamerverkiezingen
geschieden op grondslag van evenredige vertegenwoordiging. Daarnaast kennen staten in hun
staatsrecht ongeschreven regels. Een voor het Nederlandse staatsrecht belangrijke ongeschreven regels
is de (1) vertrouwensregel De regering/minister dient het vertrouwen van de Staten-Generaal te
hebben (motie van wantrouwen indienen). De meerderheid in de kamer bepaalt de toetsing van deze
regel. (2) Tweede ongeschreven regel is dat de Tweede Kamer niet twee keer na elkaar ontbonden
wordt over dezelfde kwestie. Een ander gebruik is dat na de verkiezingen de grootste fractie het
voortouw gegund wordt bij de formatie.
Eenheidsstaten en (con)federale staten
Eenheidsstaat = het uitgangspunt is dat het overheidsgezag bij de centrale overheid ligt; zij hebben alle
bevoegdheden. De centrale regering en wetgever kunnen eenvoudiger taken en bevoegdheden
opleggen en ontnemen. Voorbeeld: Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk.
Uitzondering hierop = decentralisatie, ook wel gedecentraliseerde eenheidsstaat genoemd.
Federale staat = Hier hebben deelstaten eigen bevoegdheden (wetgevend en uitvoerend) waar het
centrale (federale) gezag geen inbreuk op mag maken. Voorbeeld: Duitsland en de VS.
Het verschil tussen een federale en een confederale staat is niet altijd even makkelijk scherp te maken.
Kenmerkend voor een federale staat is dat de deelstaten niet een vetorecht (verbiedrecht) hebben ter
wijziging van de Grondwet, Binnen een federatie heerst één Grondwet.
Binnen een confederatie heeft iedere deelstaat zijn eigen Grondwet.
3
LexRosa 2017 - Verspreiden niet toegestaan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LexRosa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.