Water op aarde:
1. 97% van het water is zout en zit in de oceaan en de zee -> zout water
2. 3% water is niet zout (bijv. drinkwater) en noem je zoet -> 2/3 is sneeuw en ijs en 1/3 is
grondwater. Dat is water in de bodem dat alle poriën vult.
1% van het zoete water kunnen we gebruiken als drinkwater. Drinkwater wordt steeds aangevuld
door de waterkringloop
Korte waterkringloop
Deze werkt als volgt:
1. Oppervlaktewater (zichtbare water aan de oppervlakte van de zee/oceaan) verdampt door de
warmte van de zon. Dat heet verdamping.
2. Het water uit de zee of oceaan wordt waterdamp en stijgt op.
3. Deze waterdamp koelt steeds hoger in de lucht af.
4. Door de kou condenseert de waterdamp en ontstaan wolken.
5. Het verdampte water uit de wolk valt terug in zee.
De lange waterkringloop
Niet al het water uit de wolken valt terug in de zee meteen. De wind neemt de wolken mee naar
het land en kan het water dus boven land naar beneden vallen. Dit water komt op het land
terecht en verdampt weer. Ook water uit meren en beken verdampt en water uit bladeren van
planten, bomen en uit de bodem verdampt (evapotranspiratie). Dat water condenseert boven
land tot wolken. De wolken kunnen dan boven land weer regen geven of deze wolken botsen dan
tegen bergen aan en daar valt dan neerslag (sneeuw). Veel water stroomt via bijvoorbeeld
rivieren en beken weer terug naar zee.
Het water van sneeuw en ijs dat in de bergen smelt, stroomt ook terug naar zee. Gletsjers zijn
ijsmassa’s die langzaam vanuit de bergen naar beneden schuiven.
Dus neerslag valt:
- Direct terug in zee
- Valt op het land in meren en rivieren
- Valt in de bergen als sneeuw
- En tenslotte kan het op land in de bodem trekken en wordt het grondwater. Dat heet infiltratie
(Het water zakt in de bodem en komt in het grondwater terecht).
Grondwater staat nooit stil het stroomt naar lagere gebieden (net als een rivier).
Het grondwater kan:
- Direct naar zee stromen via bijv. de rivier.
- Aan het oppervlakte komen en weer verdampen (evapotranspiratie)
- Opgenomen worden door wortels van planten en bomen en via het blad weer verdampen
(evapotranspiratie).
Waarom is water in de zee zout (35 gram per liter):
1. Water in alle rivieren en beken dat naar zee stroomt neemt stukjes steen en grind mee. Hier
zit zout in. Dus water in rivier is al heel klein beetje zout, maar doordat al het rivierwater
naar zee stoomt, komt er heel veel zout in de zee terecht.
2. Water uit de zee dat verdampt bevat geen zout. De regen die dan weer valt op het land
stroomt weer naar zee met stukjes steen en grind -> zout.
, Afgesloten zeeën worden zouter:
1. Doordat er in die zeeën veel verdamping is door de warmte en alleen het water verdampt en
het zout achterblijft.
2. En er is weinig aanvoer van nieuw water (rivieren) waardoor er veel zout in zee achterblijft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijnmannaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.