Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 5 uit het boek argumentatie voor het vak argumentatie en daarmee alles wat je uit dit boek moet weten voor het tentamen.
LET OP: dit is níét alles wat je moet weten voor het tentamen, daar hoort ook nog de stof uit het boek logisch en kritisch denken ...
Samenvatting hoofdstuk 1: Standpunten en
verschillen van mening
1.1, expliciete en impliciete verschillen van mening
Er is sprake van een verschil in mening als er een standpunt is dat niet door iedereen volledig
gedeeld wordt. Daarvoor hoeft niemand nog een tegengesteld standpunt te geven, bij twijfel is
hier ook al sprake van. Er zijn altijd twee partijen bij betrokken, waarbij de ene het standpunt van
de ander in twijfel brengt en het vaak verwerpt met een ander standpunt. Als beide duidelijk
onder woorden wordt gebracht, is er sprake van een expliciet meningsverschil:
‘Ik vind dat ze in het onderwijs veel meer aandacht aan schrijven en spreken moeten worden
besteedt’
‘Wat een onzin, daar wordt al meer dan genoeg aandacht aan besteed’
Vaak is er sprake van impliciete meningsverschillen in bijvoorbeeld geschreven teksten. Als
iemand een standpunt heeft en daar argumenten voor gaat geven, blijkt al dat diegene ervan
uitgaat dat niet iedereen het met hem eens is.
1.2, positieve en negatieve standpunten
Een propositie is een stelling die een waarheid of onwaarheid benadrukt. Dit kan gebracht
worden in een feitelijke constatering (‘Het bioscoopbezoek is dit jaar met drie procent
afgenomen.’), een voorspelling (‘Een goede beheersing van het Engels zal bij sollicitaties een
steeds belangrijkere eis worden.’), een oordeel (‘Amsterdam is de schoonste stad van Europa.’) of
een aanbeveling (‘Je moet op wijnvlekken meteen zout strooien.’). Een standpunt over een
propositie kan positief (dit is wel zo), negatief (dit is niet zo) of neutraal/0-standpunt (ik weet het
niet) zijn. Positieve standpunten zijn vaak moeilijk te onderscheiden van de propositie omdat dat
vaak niet extra benadrukt wordt. Het verschil tussen een negatief standpunt en een twijfel is
vaak ook moeilijk te zien en andersom. Vaak willen mensen uit beleefdheid niet zo duidelijk laten
merken dat ze het ergens niet mee eens zijn, bijvoorbeeld: ‘ik vraag me af of dit wel een goed
idee is.’ Het verschil hier tussen is echter wel belangrijk, want iemand die een negatief standpunt
aanhoudt, moet dat ook kunnen beargumenteren en iemand die een twijfel uitspreekt, hoeft dit
niet altijd.
1.3, standpunten en uitingen van twijfel
Omdat mensen overal een mening over hebben, kunnen ze standpunten hebben over de meest
uiteenlopende proposities. Ze kunnen niet alleen qua onderwerp variëren, maar ook qua
reikwijdte. Een propositie kan op alle onderdelen van een geheel slaan, of alleen op specifieke
aspecten of individuen betrekking hebben. Ook de kracht waarmee een standpunt naar voren
wordt gebracht kan verschillen. Standpunten kunnen ook betrekking hebben tot meerdere
proposities, die vaak wel iets met elkaar te maken hebben. Vaak wordt dat met behulp van ‘en’
of ‘maar’ duidelijk.
Ik vind het onaanvaardbaar dat jij zonder mij iets te vragen mijn kamer binnendringt, boeken uit
mijn kast haalt en die vervolgens ook nog aan iemand anders uitleent.
, 1.4, typen verschillen van mening
Het eenvoudigste type verschil van mening, de basisvorm, bestaat uit een standpunt dat op een
uiting van twijfel duidt. Een verschil van mening van de basisvorm heeft altijd op slechts één
propositie betrekking. Daarom heet dit enkelvoudig. Als er niet meer dan één standpunt (per
persoon) ingenomen wordt, wat ook vaak het geval is bij de basisvorm, heet het niet-gemengd,
omdat er maar één partij is die een verdedigingsplicht voor een standpunt op zich heeft
genomen.
Bij een meervoudig verschil van mening worden er van meerdere proposities een standpunt
ingenomen (zie voorbeeld 1.3). Vaak wordt dan in één keer over een hele serie zaken een mening
uitgesproken of een plan dat uit meerdere onderdelen bestaat.
Bij een gemengd verschil van mening worden er ten opzichte van dezelfde propositie
verschillende, tegenovergestelde standpunten ingenomen, vaak een positieve door de ene partij
en een negatieve door de andere partij. Er wordt dus niet alleen met twijfel, maar echt met een
tegengesteld standpunt gereageerd.
1.5, hoofdverschillen en subverschillen
Bij het oplossen van een verschil in mening (hoofdverschil) ontstaan vaak nieuwe
meningsverschillen (subverschillen). Bijvoorbeeld:
‘ober, de soep is bedorven’
‘dat is onmogelijk’
‘maar kijkt u dan, er drijft gewoon schimmel in’
‘dat is geen schimmel, dat zijn stukjes broccoli’
‘nou, ik heb nog nooit zulke vreemde broccoli gezien’
1.6, de presentatie van standpunten en van twijfel
Er zijn een aantal zinnen die altijd een standpunt aanduiden:
-mijn standpunt is -daarom
-wij zijn de mening toegedaan dat -ik kan niet anders concluderen dat
-ik vind dat -dus
-mijns inziens -ergo:
-volgen mij
Bij sommige zinnen hoeft het niet altijd, maar is de kans wel groot dat er een standpunt komt:
-kortom - waar we het over eens moeten zijn, is
-het zit namelijk zo dat -het is onzin dat
-ik meen te mogen stellen dat -het verdient aanbeveling om
-het is dan ook niet zo dat -zoals ik het zie
-ten onrechte wordt gedacht dat
Twijfel is vaak lastiger te herkennen, omdat het vaak impliciet blijft. Er zijn echter wel een paar
zinnen die twijfel aanduiden:
-ik weet niet of -eigenlijk snap ik nog niet zo goed dat
-ik ben er niet helemaal zeker van -misschien is het wel niet zo dat
-zou het niet zo kunnen zijn dat -ik moet er nog eens over nadenken of ik vind dat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomikantebeen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.