Week 1: Reverda – Staat, Markt en Burgermaatschappij.
De conceptuele driehoek: Ook wel democratische driehoek genoemd bruikbaarheid theoretisch
model:
Bied mogelijkheden tot inzicht.
Kan ook op kleinere schaal (kleinere eenheden) worden toegepast.
Maakt processen overzichtelijk.
Toont scheefgroei aan.
Voorziet mogelijke haarden van spanning en conflict op het moment dat de werkelijkheid zich
anders voordoet dan de theorie.
Staat: wetten en regels overheid.
Staat:
o Het ordenen van de samenleving door het ontwikkelen van solde wet- en regelgeving
rechten en plichten van de burgers worden gedefinieerd.
o Te veel: Ondermijning van de vrije markt + uitholling van de betekenis van mediating
structures.
o Sociale democratie extreem: socialisme dictatoriaal communisme stalinisme.
Markt:
o Via onderlinge concurrentie handel en bedrijvigheid genereren en het voorzien van
materiële zekerheid en voorspoed.
o Te veel: Een wereld waarin het recht van de sterkste de maat wordt en
saamhorigheid/solidariteit wordt vervangen door individualisme.
o Liberalisme extreem: libertinisme anarchisme.
Burgermaatschappij:
o Het ontwikkelen van zinvolle en betekenisvolle instituties waarvan mensen hun
individuele en collectieve identiteit ontlenen.
o Te veel: onvoorwaardelijk groep conformisme (=groepsvorming) er is geen plaats
meer voor het individu. De wet wordt dan een inbreuk op de gemeenschap.
o Conservatisme extreem: corporatisme fascisme.
Accentuering en/of eenzijdige ontwikkeling leidt tot verschraling van de kwaliteit van het
bestaan en mogelijk tot crisissituaties.
Welfare mix: interactie tussen staat, markt en burgermaatschappij wie is er verantwoordelijk voor
de zorg en verzorging van de sociaal zwakkeren in de samenleving theorievorming sociaal beleid
wie is er verantwoordelijk voor en welke uitwerking voldoet het beste t.a.v. de (her)verdeling van
materiële en immateriële welvaart.
Staat: ontstaan tussen ongeveer 1650 en ongeveer 1715.
, Natiestaat: ontstaan 19e eeuw. ontstaan door politiek centralisme absolutisme en absolute
monarchie. Door toenemende economische macht en invloed van de opkomende bourgeoisie.
Staten worden gekenmerkt door het centraliseren en monopoliseren van vitale functies:
De uitoefening van fysieke en politieke macht.
Het heffen van belasting.
Het herverdelen van overheidsgelden.
Het bieden van bescherming aan de ingezetenen dus het uitsluiten van buitenstaander.
De soevereiniteit van de natiestaat is aan het afbrokkelen door:
De internationalisering van de markt en economie.
Economie gaat over van industriële economie naar diensteconomie.
Besluitvorming vindt in nationale verbanden plaats.
Door internationalisering van de misdaad en oorlogen komt de veiligheid van de ingezetenen
van de natiestaat in gevaar.
Samenleving wordt steeds multicultureler + de opkomst van het regionale bewustzijn vormt
een bedreiging van de identificatie met de nationale eenheidsstaat.
Cultuursociologie: de wijze waarop de mens zijn omringende werkelijkheid construeert, waardeert
en interpreteert.
de werkelijkheid is dus een gemaakte werkelijkheid/virtuele werkelijkheid.
de werkelijkheid is dus een door plaats en tijd geïnterpreteerde werkelijkheid door plaats en tijd
gebonden cultuur.
Modernisering: Proces van verandering.
Structureel: van ongeveer 1780 tot ongeveer 1920.
o Het ontstaan van kapitalistische economie en de ontwikkeling van democratie als
staatsvorm.
o Verwetenschappelijking (intellectualisering) en rationalisering van het
maatschappelijk denken en handelen (=Verlichting).
o Democratisering, industrialisering, urbanisering en verburgerlijking van de
samenleving.
Cultureel: vervanging van God door de mens (=sacrale profane).
o Van magie naar wetenschappelijke techniek.
o Onttovering van de werkelijkheid.
o Van substantiële rationaliteit: aangeven waarom de wereld is zoals deze is, conform
eigen interpretaties voortdurend bezig zijn met betekenis en waarde toekennen
aan de werkelijkheid. Naar Functionele rationaliteit (functioneel rationalisme): het
denken wordt toegepast doelen worden zo doelmatig en doeltreffend gerealiseerd
wanneer mogelijk van inhoudelijke betekenissen naar methoden, technieken en
procedures om iets te bereiken. efficiëntie en effectiviteit zijn belangrijk.
Wat zijn de aanjagers geweest van het moderniseringsproces?:
De opkomst van de burgerij en de toenemende economische, maatschappelijke en politieke
invloed: na de Franse Revolutie komen de burgers aan de macht ‘ethos’ realiseren
industrialisatie en kapitalisme.
Het ontstaan van de arbeidsverdeling: het leven veranderde drastisch en verschillende rollen
werden gespeeld onderlinge samenhang van de rollen tussen publiek en privaat ontbreekt.
Het proces van mondialisering:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelstammes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.