Dit document bevat een uitgebreide, maar overzichtelijke samenvatting van de hoofdstukken 1, 4, 6, 7 en 10 van het boek 'Kernthema's van de filosofie'. Verschillende filosofen zijn belicht en ook de kritiekpunten op hun standpunten komen aan bod. Deze samenvatting kan een mooie aanvulling zijn op c...
Hoofdstuk 1 ................................................................................................................................. 2
1.2 Ethiek ................................................................................................................................. 2
1.3 Het funderingsprobleem.................................................................................................... 2
1.4 Relativisme......................................................................................................................... 2
1.5 Waarden en het goede leven .......................................................................................... 3
1.6 Normen en het juiste leven................................................................................................ 3
Hoofdstuk 4 ................................................................................................................................. 5
4.3 Bewustzijn en vrije wil ......................................................................................................... 5
4.4 Zelf-bewustzijn en zelf-bepaling......................................................................................... 5
4.5 Het begrip ‘persoon’ ......................................................................................................... 6
4.6 ‘Nurture is our nature’ ........................................................................................................ 6
Hoofdstuk 6 ................................................................................................................................. 7
6.2 Drie soorten kennis............................................................................................................. 7
6.3 Empirisme en rationalisme ................................................................................................. 7
6.4 Kants kentheorie: de verzoening van empirisme en rationalisme ..................................... 7
6.5 De twintigste eeuw: de ontmanteling van het zeventiende-eeuwse kennisideaal.......... 8
Let op: 6.5.4 en 6.6 is niet samengevat. .................................................................................. 8
Hoofdstuk 7 ................................................................................................................................. 9
7.2 Op het spoor van de evolutie ........................................................................................... 9
7.3 De moderne synthese en de geboorte van de wetenschapsfilosofie .............................. 9
7.4 Karl Popper en het probleem van de evolutietheorie ...................................................... 9
7.5 Thomas Kuhn en de richting van de evolutie ...................................................................10
Hoofdstuk 10 Redeneren en argumenteren ..............................................................................13
10.2 Meningsverschillen en drogredenen ..............................................................................13
10.3 Redelijke en onredelijke discussiezetten .........................................................................13
10.4 Argumentatiestructuren .................................................................................................14
10.5 Het beoordelen van argumentatie ................................................................................15
10.6 Logische geldigheid .......................................................................................................16
Mindmap drogredenen .........................................................................................................16
,2
Hoofdstuk 1
1.2 Ethiek
Een norm is een oordeel over wat wel of niet zou moeten of mogen. Een norm kan ook een
plicht uitdrukken (bv. ‘je moet je vrije tijd nuttig besteden’). Andere normen kunnen
permissies (toestemmingen) zijn → Het moet niet, maar het mág wel.
Een waarde drukt een beoordeling of evaluatie uit. Soms verwijst een waarde naar deugden
→ specifieke karaktereigenschappen zoals eerlijkheid, bescheidenheid en vriendelijkheid.
Een stelsel van normen en waarden dat betrekking heeft op het handelen van mensen
noemen we een moraal. De normen en waarden van een bepaalde cultuur of
maatschappij worden de positieve moraal daarvan genoemd. Ethiek richt zich op de vraag
welke normen en waarden we kunnen rechtvaardigen.
De vraag naar de rechtvaardiging voor een norm is een vraag naar de redenen die voor de
norm gegeven kunnen worden.
Er zijn morele en a-morele uitspraken. Twee betekenissen morele uitspraak:
1. Een uitspraak die verwijst naar een bepaalde norm of waarde. → We hoeven niet
eens te zijn met deze norm of waarde.
2. De uitdrukking van normen en waarden waarmee we kunnen instemmen.
➔ Kun je er niet mee instemmen? → immorele uitspraak.
1.3 Het funderingsprobleem
Logische kloof tussen zijn en behoren → Uit een feit kan niet zonder meer een normatieve
stellingname worden afgeleid.
➔ Om de redenering geldig te laten zijn moeten we een extra argument gebruiken.
➔ Om die redenering weer geldig te laten zijn moeten we ook weer beroep doen op
een andere norm. Etc. etc.
Dit wat hierboven gebeurt, wordt het funderingsprobleem genoemd.
1.4 Relativisme
Verschillende antwoorden op wat er bedoeld wordt met relativisme.
1. Normen en waarden zijn relatief ten opzichte van de cultuur waarin ze gelden. →
cultuurafhankelijkheid van normen en waarden is duidelijk.
2. Normen en waarden zijn geheel afhankelijk van de particuliere gevoelens en
opvattingen van een individu. → subjectivisme/ emotivisme genoemd. Bezwaren
tegen emotivisme:
a. Het is de vraag of morele afkeuring altijd een negatief gevoel en morele
goedkeuring altijd een positief gevoel uitdrukt.
b. Emotivisme doet geen recht aan de grote betekenis die wij feitelijk toekennen
aan het rechtvaardigen van ons handelen.
c. De relatie tussen gevoelens en morele opvattingen worden ten onrechten
geïnterpreteerd als een causaal verband, waarbinnen gevoelens altijd als
oorzaken, en morele opvattingen altijd als hun gevolgen worden gezien.
Andere antwoorden op het funderingsprobleem:
1. De ontkenning van het bestaan van een strikte scheiding tussen feiten en normen.
, 3
2. Men erkent de kwestie als een probleem, maar wijst tegelijkertijd op de
omstandigheid dat het zich ook voordoet binnen andere disciplines.
1.5 Waarden en het goede leven
Tussenweg objectivisme en relativisme kan zijn: het uitgaan van waarden die een prominente
rol in ons leven spelen (relativisme) om vervolgens de vraag te stellen waarom ze belangrijk
voor ons zijn (objectivisme).
1. Vrijheid
- Negatieve vrijheid → afwezigheid van door anderen opgelegde
belemmeringen.
- Positieve vrijheid → de aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden.
- Instrumentele waarde van vrijheid → vrijheid is een instrument voor het
bereiken van waardevolle zaken.
- Intrinsieke vrijheid → een waarde die onafhankelijk is van de gevolgen van
vrijheid.
- Symbolische waarde
- Expressieve waarde → In vrijheid handelen is de uitdrukking
(expressie) van onszelf.
2. Authenciteit
- Denken in termen als onze ware zelf/ natuur. → dat ware identiteit door ons
gedrag zo goed mogelijk tot uiting komt en we dan pas authentiek zijn. (Maar
wil je ook dat een sadist zichzelf is en dit in zijn/haar gedrag naar voren laat
komen…)
- Onze identiteit lijkt eerder het resultaat van de keuzes dan dat ze er de
oorzaak van is,
- Identiteit heeft een interne en externe bron: intern → reeds gevormde
karaktereigenschappen. Extern → externe aspecten zoals verwachtingen van
anderen.
3. Geluk
- In de filosofie staat een eeuwenoude traditie die geluk als centrale waarde
stelt.
- Wij willen niet alleen een geluksgevoel, maar willen ook dat het gevoel op de
juiste wijze verbonden is aan de realiteit (niet met een machine → Nozicks
ervaringsmachine)
1.6 Normen en het juiste leven
1.6.1 Utilitarisme
- Een antwoord op de vraag wat we zouden moeten doen → alleen kijken naar de
consequenties van onze handelingen als we deze moreel willen beoordelen →
consequentialisme.
- Utilitarisme → de mate van goedheid van een situatie wordt bepaald door de totale
hoeveelheid geluk in een situatie. → radicale theorie.
1.6.2 De ethiek van Kant
Tegenhanger van het utelitarisme → Immanuel Kant (1724-1804) → dentologische ethiek →
we hebben bepaalde plichten die onafhankelijk zijn van de specifieke gevolgen van onze
handelingen.
- Hypothetische imperatieven: geboden die stellen wat we moeten doen gegeven
een bepaald doel. → het moeten absolute geboden zijn (categorische imperatieven)
→ bijvoorbeeld met ‘nooit’ of ‘altijd’ erin. Om te weten welke categorische
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veravanmerendonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.