Inleiding onderwijswetenschappen
College 1, 6 februari 2023
Onderwijs is:
Geïnstitutionaliseerd -> gebonden aan wetten en (ongeschreven) regels
Geprofessionaliseerd -> door opgeleide mensen wordt het gegeven
Socialisatie -> inleiding in de cultuur en een voorbereiding op een te vervullen rol
Onderwijskunde = Wetenschappelijke kennis en studie van het onderwijs. Het wordt
beschouwd als een wetenschap die leren, opleiden en ontwikkelen in onderwijs en
bedrijfsleven wil beschrijven, begrijpen en verklaren.
Valcke:
-Wetenschapsgbied dat zich op leren en instructie richt
-Binnen een grote variatie aan formele en informele contexten
-Brede definitie
3 niveaus in de onderwijswetenschappen:
Macroniveau: niveau van de samenleving en landelijk beleid
Mesoniveau: niveau van school (organisaties)
Microniveau: niveau van de klas -> leraren en leerlingen in de klas
Op elk niveau zijn verschillende dimensies:
o Actoren -> deelnemers van het netwerk
o Context
o Begeleiding
o Organisatie
o Leeractiviteiten
Relatie onderwijs-arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt ontwikkelingen zijn van groot belang voor de inrichting en invulling van het
onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan dat als ergens een tekort aan is, zullen mensen eerder die
studie kiezen voor baanvast zekerheid. Er is een trend en dat is zelfregulerend vermogen en
een leven lang leren. Vroeger deed je 40 jaar hetzelfde qua werk, maar in de huidige
maatschappij moet je je hele leven blijven leren. Er is daarom een grote nadruk op de
basisvaardigheden.
Socialisatie is 1 van de functies van het onderwijs:
Het inleiden van tradities, culturen + de algemeen aanvaarde normen en waarden:
Omgangsvormen
Opvoedende taak
Denominatie -> een bepaalde geloofsrichting of levensbeschouwelijke stroming
Burgerschapsvorming
Omgang met culturele diversiteit
,Onderwijs op macroniveau
Het niveau van de samenleving.
-> Het onderwijs vervult verschillende functies
- Kwalificatie: geeft bepaalde kennis en vaardigheid (kwalificaties) mee waardoor mensen
uiteindelijk kunnen meedraaien in de samenleving en een baan krijgen (relatie onderwijs –
arbeidsmarkt). Enerzijds moet het onderwijs ervoor zorgen dat leerlingen worden opgeleid tot
een bepaald beroep, maar anderzijds moeten voor alle beroepen genoeg mensen
beschikbaar zijn. Deze arbeidsmarktontwikkelingen zijn van groot belang voor inrichting en
invulling van het onderwijs.
-> Binnen het beroepsonderwijs is de kwalificatiefunctie erg belangrijk. Het beroepsonderwijs
is aan vele veranderingen onderhevig, wat te maken heeft met de veranderingen in de
samenleving afgelopen decennia. Een belangrijke verandering is bijvoorbeeld de
decentralisatie en autonomie van Mbo’s. Ook werken ze nauw samen met betrokkenheid van
het bedrijfsleven. Vanuit de overheid zijn er wel een aantal beroepsprofielen (waar
afgestudeerde mbo-scholieren aan moeten voldoen), met beschreven competenties, een set
kwalificaties en eindtermen
-Socialisatie: het inleiden in tradities, culturen en praktijken en algemeen aanvaarde
waarden en normen. Zo wordt je onderdeel van een samenleving. Er zijn verschillende
accenten te leggen, waarbij er gediscussieerd kan worden in hoeverre er aandacht moet
worden besteed in het onderwijs. Deze accenten zijn:
Omgangvormen (hoe met elkaar omgaan, is veel informeler geworden. Heeft
onderwijs hier rol in gespeeld?)
Opvoedende taak (vroeger meer nadruk op kwalificatiefunctie, nu meer nadruk op
opvoedende taak door secularisering)
Denominatie (gaat over geloofsovertuiging die een bepaalde school uitdraagt),
Burgerschapsvorming (scholen moeten dingen uitleggen over o.a. democratie
Culturele diversiteit.
-Persoonsvorming: ontwikkeling van de identiteit, ofwel individualisering van de leerling.
Het gaat om de ontwikkeling van de eigen identiteit en uniciteit leerling. Hoe kritisch verhoud
je je t.o.v. wat je geleerd krijgt en de gemeenschap? Leerling vormt zich hierin als persoon.
Hoe wil ik zijn, wie wil ik zijn en hoe verhoud ik mij tot anderen?
-Differentiatie: onderwijs zorgt voor verschillen. Verschillen in input (hoe komen ze binnen)
en output (hoe komen ze eruit) van het onderwijs. Gaat om twee vormen:
Selectiefunctie: het onderwijs zorgt ervoor dat kinderen worden toegewezen aan de
verschillende onderwijsprogramma’s.
Allocatiefunctie: toewijzen aan sociale posities in de maatschappij. Welke kennis en
vaardigheden het onderwijs meegeeft, is erg van belang voor de sociale positie van het kind.
,College 2 09-14-2022 De leerling centraal
Het onderwijs in Nederland is niet erg leerling centraal. Er is meer sprake van een “one fits
all” terwijl in de praktijk blijkt dat het niet iedereen past.
Argumenten voor een leerling centrale vorm van onderwijs:
- Betere aansluiting bij wat leerlingen kunnen en willen (flexibilisering en maatwerk)
- Gelijke kansen in het onderwijs bieden
→ Specifieke aanpakken
- Verbeteren van prestaties van leerlingen
→ Optimaal benutten van talent
Leerling centraal als doel
Van leerstofgericht naar leerlinggericht
Twee varianten:
Ontwikkeling van het kind bepaalt het doel van het onderwijs
-Leerling bepaalt zelf over diens onderwijs
Vormgeving en uitvoering
Er is bij leerling centraal sprake van bewust verschil maken in het onderwijs. Dit bestaat uit:
- Differentiatie: rekening houden met verschillen
- Leerlingen meer regie geven
→ zorgt voor hogere intrinsieke motivatie
Organisatie onderwijs
Tegenwoordig veel sprake van schaalvergroting. Echter luidt dit wel de vraag of leerlingen
dan niet gewoon een ‘nummertje’ zullen worden; denk aan het samengaan van scholen
Een a0nder probleem binnen de organisatie van het onderwijs is het strategisch handelen
van
scholen. Dit houdt in dat scholen leerlingen een hoger advies voor het voortgezet onderwijs
meegeven, om zo de prestaties van de school beter te doen lijken. Echter levert dit het kind
wellicht problemen op.
Ook zijn er problemen op beslissingsniveau. Er is sprake van een schijn beslissingsniveau.
→ Wie maakt eigenlijk de beslissingen? Vaak is het hogerop al besloten.
Leerling centraal in onderwijsstelsel
- Flexibele leerroutes
- Meer keuzevrijheid en regie leerlingen
-> Echter zijn er wel twee spanningsvelden:
- Individuele wensen vs. maatschappelijke belangen
- Keuzevrijheid vs. kansengelijkheid
-> Hierbij lopen de micro en macro belangen niet parallel.
Het advies van de Onderwijsraad: “Verlies maatschappelijke belangen niet uit het oog
College 3, 14 februari 2023
Macroniveau:
-Onderwijs en overheid -> onderwijsbeleid
-Onderwijs en samenleving -> verschillen tussen groepen leerlingen
Overheidbemoeienis:
Onderwijs heeft een belangrijke rol in de maatschappij en het zorgt voor:
Kwalificatie: kennis en vaardigheden en voorbereiding op de arbeidsmarkt
Socialisatie: ‘goede burgers’
Persoonsvorming: ‘kritisch’ denkende burgers
, Het is zo belangrijk dat we op macroniveau er wat aan moeten doen.
Dit gaat allemaal op 3 niveaus:
-Gemeentelijk niveau: bvb. Leerplichtwet en huisvestiging school
-Provinciaal niveau: bijvoorbeeld maatregelen m.b.t. krimp -> Om te zorgen voor genoeg
onderwijs voor iedereen, speelt de overheid hier een goede rol in. Denk aan openbaar
niveau bijvoorbeeld.
-Landelijk niveau: onderwijswetgeving en controle op functioneren van scholen en
onderwijskwaliteit (inspectie van het Onderwijs)
Beleidsinstrumenten:
Wet- en regelgeving -> machtsmiddelen of te wel die worden voor iedereen opgelegd.
Elke school moet iets doen aan burgervorming.
Financiering -> ruilmiddelen. Denk aan bijvoorbeeld hoogbegaafde leerlingen;
overheid geeft geld voor projecten. ‘Wij willen dat jullie dit doen en daar krijgen jullie
geld voor’. Scholen hebben vaak hier zelf een keuze voor.
Overtuiging of moreel appel -> overredingsmiddelen. Bijvoorbeeld verzoek minister
aan directeur ROC om inkomen te verlagen. Je hebt vaak niet zoveel middelen om te
kijken of iets gebeurt dus het moet echt uit overtuiging komen. Niet om jezelf kiezen.
Mate van overheidsbemoeienis:
Het is wisselend qua mate. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de tijdsbeeld (na de 2e
wereldoorlog was het natuurlijk heel anders. Er is nu nog steeds spanning tussen hoeveel de
overheid met scholen mag bemoeien en qua kwaliteit scholen. Daar zijn verschillende
opvattingen over.
-> Ook de economische omstandigheden zijn heel belangrijk. Hoeveel geeft de overheid uit
qua de staatsbegroting? Als de overheid veel geld heeft, bemoeien ze veel met onderwijs.
Als er bezuinigd wordt, nemen ze echter afstand.
-> Vanuit overheid zelf
-> De druk op de overheid is ook belangrijk (pressiegroepen). Na de corona tijd bijvoorbeeld
wilde de overheid de scholen niet sluiten, maar door de druk van de ouders en scholen,
moesten ze de scholen toch sluiten.
Grondwet artikel 23: Vrijheid van onderwijs
1. Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering: dit betekent dat
mensen het zo belangrijk vinden om goed onderwijs te hebben dat de overheid moet
ingrijpen (zorgplicht). We moeten samen ervoor zorgen dat het goed gebeurt.
2. ‘Het geven van onderwijs is vrij…. toezicht’ -> iedereen die wil mag een school stichten.
Echter, als je door de overheid geld wil hebben, moet er toezicht zijn. De leerkrachten
moeten bekwaam zijn.
3. ‘Openbaar onderwijs.. wet geregeld’:
-> Openbare scholen gaan uit van de overheid en is levensbeschouwelijk neutraal.
Bijzondere scholen gaan uit particulier initiatief; vaak zijn ze gebaseerd op
levensbeschouwelijke of religieuze visies. Dan heb je ook bijzondere scholen: die is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madeleinesixdijkstra2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.