100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 1 uitwerkingen Goederen en -Insolventierecht $4.13   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 1 uitwerkingen Goederen en -Insolventierecht

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn uitwerkingen van Probleem 1 vak 2 Jaar 2 Goederen en -Insolventierecht

Preview 2 out of 12  pages

  • October 29, 2023
  • 12
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1. Wat zijn beperkte genotsrechten?
2. Welke genotsrechten zijn er?
3. Hoe vestig je een beperkt genotsrecht?
4. Hoe werken beperkte genotsrechten tegenover derden?

7. Goederenrechtelijke rechten in het systeem van subjectieve rechten
Goederenrechtelijke rechten laten zich onderverdelen in volledige rechten zoals recht op eigendom en beperkte
rechten als vruchtgebruik en hypotheek. Voor zover rusten zij op zaken (stoffelijke vermogensobjecten) laten zij
zich tevens aan duiden als zakelijke rechten.

36. Bestanddelen
Bestanddelen zijn onzelfstandige onderdelen van een zaak, hetzij op grond van een hechte ideële band (3:4 lid
1), hetzij op grond van een hechte materiële band (lid 2), al zal in de regel een hechte materiële band ook
duiden op een hechte ideële band. Men kan spraken van ideële en materiële bestanddelen. Het restant van de
zaak waarmee de band is opgebouwd wordt als ‘hoofdzaak’ aangeduid. Gebouwen en werken die duurzaam
met de grond verenigd zijn, zijn hoofdzaak, maar op hun beurt op weer bestanddeel van de grond ook wel
hoofdzaak in tweede graad genoemd.

Ideële bestanddelen
Hoe hecht de ideële band moet zijn om bestanddeelvorming aan te nemen, blijkt de wetgever afhankelijk te
stellen van de verkeersopvatting (jurisprudentie), art 3:4 lid 1. Of de verkeersopvatting bestanddeelvorming
meebrengt is soms een moeilijke vraag. Een aanwijzing voor een positief antwoord is als de ‘aspirant-hoofdzaak’
zonder het ‘aspirant-bestanddeel’ als onvoltooid moet worden aangemerkt of als deze twee elementen in hun
constructie specifiek op elkaar worden afgestemd: twee essentiële gezichtspunten. Maar ook daar waar een
zaak zonder een bepaald element niet incompleet is, kan zich bestanddeelvorming voordoen.
Een watergeefsysteem bij een tuinkas is wel een bestanddeel van die kas, omdat de kas anders niet aan de
bestemming kan beantwoorden die zijn naar zijn aard heeft, een installatie om orchideeën te telen is dat niet.

In de grond ingegraven olietanks zullen in het algemeen naar verkeersopvattingen bestanddeel zijn van die
grond, ook al is de grond zonder die olietanks niet incompleet, zo is wel gesteld (nummer 173).

Materiële bestanddelen
Voldoende hechte materiële band neemt de wetgever aan, indien afscheiding niet anders kan geschieden dan
met substantiële schade aan de hoofdzaak of het bestanddeel (3:4 lid 2). Het gaat om of de waarde van de
nieuwe zaak die door verbreking van de hoedanigheid van bestanddeel ontstaat, opweegt tegen de schade die
door de verbreking wordt veroorzaakt.

39. Beplantingen
Door de ideële band met de ondergrond zijn beplantingen als bestanddeel van die grond te beschouwen en zijn
ook de rechtsgevolgen van art 3:3 en 5:20 te aanvaarden, het is nogal onpraktisch om bij elke beplanting een
biologisch onderzoek naar worteling te doen. Dus ook beplantingen die nog geen wortel hebben geschoten
vallen van rechtswege onder de hypotheek van de grondeigenaar. (onroerende grond)

40. Belang van kwalificatie als bestanddeel
Bestanddelen volgen in alle opzichten de goederenrechtelijke status van de hoofdzaak. Bestanddelen kan men
geen andere goederenrechtelijke status geven dan die van de hoofdzaak, zolang men die hoedanigheid van
bestanddeel niet doorbreekt. Is de hoofdzaak onroerend, dan het bestanddeel ook.
Wordt over de hoofdzaak beschikt (vervreemd/bezwaard), dan ook over bestanddelen, ook bij in beslag nemen
en uitwinnen.

Eigenaar zaak is dat ook van haar bestanddelen, 5:3

Eenheidsbeginsel: zakelijke rechten kunnen slechts een zaak als geheel betreffen, niet slechts een of meer
onderdelen ervan. Dit laat zich voorts onderbouwen door de publiciteitseis voor goederenrechtelijke rechten,
die met zich meebrengen dat hetgeen als een goederenrechtelijke eenheid oogt, ook rechtens als zodanig
wordt gekwalificeerd.

, 41. Doorbreking van de hoedanigheid van bestanddeel
Kan door afscheiding en door vestiging van een opstalrecht (5:101) dan wel een mandeligheid (5:60).
Afscheiding geschiedt door de ideële/materiële band te verbreken, bijv slot huis vervangen door een ander, dan
is de sleutel van het oude slot geen bestanddeel meer.

Doorbreking kan door vestiging van een opstalrecht als in 5:101: het zakelijk in, op of boven een onroerende
zaak van een ander gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen. Op deze wijze
kan men verhinderen dat een gebouw of werk dat men op andermans grond bouwt of beplantingen in
andermans grondt, door bestanddeelvorming (natrekking: 3:3, 5:20) eigendom wordt van de eigenaar. De
opstallen zijn zelfstandig vatbaar voor goederenrechtelijke beschikking. Het kan worden beschouwd als een
wettelijke uitzondering op de regel dat eigenaar van grond tevens eigenaar is van de bestanddelen.

Mandeligheid: bijv gemeenschappelijke scheidsmuren/heggen van twee erven, een zelfstandige zaak die geen
bestanddeel is van de ervan (5:60). Het recht van mandeligheid kan niet worden gescheiden van de eigendom
der erven (5:63) en niet zelfstandig vatbaar voor overdracht (67).

45. Roerende versus onroerende zaken
Criteria: 3:3 lid 1 geeft omschrijving van onroerend. Alle overige zaken + bestanddelen zijn volgens lid 2
roerend. Dus onroerend is de grond en zijn bestanddelen, maar ook ondanks doorbreking van de bestanddeel
vorming ten opzichte van de grond kunnen zaken ex 3:3 onroerend zijn, zoals bijv een huis waarop een
opstalrecht is gevestigde (5:101).
Grond is omschreven als ‘het uiterste vlak van de aardkorst en de onder dat vlak zich bevindende vaste lagen’.
Beplantingen in de grond zijn onroerend inzien ze met de grond verenigd zijn en dat ongeacht de duurzaamheid
van die vereniging (volgt uit 3:3 lid 1) en ook ongeachte de vraag of die planten wortel hebben geschoten.
Willen gebouwen/werken onroerend zijn moeten zij (3:3) duurzaam met de grond zijn verbonden: het moet
naar aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatste te blijven (bestemmingscriterium).

Het gerechtshof heeft met recht kunnen oordelen dat een zogenaamde portacabin, die via leidingen was
aangesloten op het gas-, water- elektriciteits- riolerings- en telefoonnet, onroerend was. Besliste de HR in het
Portacabin arrest. De HR besliste dit na en in het licht van een uitwerking van de eis van een duurzame
verbinding van het gebouw of werk met de grond:
a) Het gebouw/werk moet naar aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven
(technische mogelijkheid van verplaatsing is op zichzelf niet doorslaggeven bij dit
bestemmingscriterium)
b) Voor beantwoording van of de bestemming bestaat, moet mede gelet worden op de bedoeling van de
bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar is.
c) Meer in het algemeen gaat het slechts om die bestemming voor zover deze naar buiten kenbaar is
(gelet op het belang dat de zakenrechtelijke verhoudingen voor derden kenbaar zijn)
d) De verkeersopvattingen kunnen wel bij de beantwoording van de vraag naar duurzaam verbinding met
de grond een rol spelen, maar vormen geen zelfstandig criterium voor kwalificatie van (on)roerend.

Een netwerk in de grond van kabels of leidingen en hun bestanddelen is vanuit dit perspectief bezien
onroerend. Het is overeenkomstig 5:20 lid 2 geen eigendom van de eigenaar van de grond waarin of waarop de
kabels liggen. Het kan nuttig zijn om van dit ligrecht een opstalrecht te maken, gelet op de goederenrechtelijke
status.

47. Afhankelijke rechten
= is een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is, dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan,
3:7 (accessoir recht). Belangrijke afhankelijke rechten zijn pand en hypotheek (titel 3.9), borgtocht (7:14: bijv
bankgarantie), mandeligheid (titel 5.5), erfdienstbaarheid (titel 5.6: bijv het goederenrechtelijke recht om op
andermans erf te rijden) en soms opstal (5:101 lid 2).

De afhankelijke rechten volgen het recht waaraan zij verbonden zin (3:82). Gaat het hoofdrecht over op een
ander eigenaar, dan ook het afhankelijke recht. Omgekeerd is zelfstandige beschikking over het afhankelijke
recht in het algemeen onmogelijk (uitzondering in 5:66 lid 1).

50. Volledige versus beperkte rechten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chlvdziel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.13
  • (0)
  Add to cart