Een volledige samenvatting om je perfect voor te bereiden voor het tentamen. De stof van zowel het boek, hoorcolleges en werkcolleges zijn erin verwerkt!
Kwalitatieve onderzoeksmethoden
Hoofdstuk 1
Kernelementen van een kwalitatief onderzoek:
Doelstelling: het verstrekken van een diepgaand begrip van de sociale wereld van de
deelnemers door middel van informatie over de sociale en materiele omstandigheden,
ervaringen, perspectieven en geschiedenis
Analyse: open staan voor conceptuele en nieuwe ideeën voor een gedetailleerde beschrijving
Steekproef: klein van omvang en doelbewust
Dataverzameling: is niet gestandaardiseerd, aangepast op het onderzoek en er is nauw
contact met de deelnemer
Data: gedetailleerd, informatierijk en uitgebreid
Output: het geven van de maatschappelijke betekenis door de sociale wereld van de
deelnemers in kaart te brengen
Rol van de onderzoeker is Reflexief: de onderzoeker is bewust van de kwaliteit van het onderzoek en
opzoek naar het perspectief van de deelnemer
Vraagstelling is in de vorm van wat, waarom en hoe
Ontologie: de opvattingen en wat we weten over de wereld
Onderscheid in:
Realisme: er is sprake van een externe werkelijkheid die onafhankelijk is van het geloof en
begrip van de mensen.
o Naief realisme: de werkelijkheid kan direct geobserveerd worden
o Voorzichtig realisme: de werkelijkheid kan geschat worden
o Diepterealisme: de werkelijkheid bestaat uit verschillende domeinen die in
verschillende maten geobserveerd kunnen worden
o Subtiel realisme: de sociale werkelijkheid bestaat onafhankelijk van het subjectieve,
individuele begrip, maar dat het alleen toegankelijk is door middel van interpetaties
o Materialisme: er is sprake van een echte wereld, maar deze wordt alleen in stand
gehouden door materiele en fysieke eigenschappen
Idealisme: de werkelijkheid is alleen kenbaar door de menselijke geest en sociaal
geconstructureerde betekenissen
o Subtiel idealisme: de sociale wereld bestaat uit sociale constructen en wordt door
mensen gedeeld
o Radicaal idealisme: er bestaat geen sociale werkelijkheid, alleen individuele
constructen van de werkelijkheid
Epistemologie: de manieren om kennis op te doen over de sociale wereld
inductieve processen: kennis opdoen door te observeren
deductieve processen: hypotheses opstellen en deze testen
Positivisme: de werkelijkheid is objectief waar te nemen
past bij kwantitatief onderzoek want het gaat uit van objectieve feiten
Interprevitisme: de sociale werkelijkheid moet worden onderzocht aan de hand van perspectieven
en interpretaties door middel van sociale constructen
past bij kwalitatief onderzoek want het gaat om sociale constructen
, Stromingen
Etnografie: de onderzoeker mengt zich in een gemeenschap om gedrag van dichtbij te
observeren
Fenomenologie: het omschrijven van de betekenis dat mensen aan een bepaald fenomeen
geven
Symbolisch interactionisme: het onderzoeken van interacties tussen mensen om zo hun
gedrag te begrijpen
Methoden
Grounded theory: het analyseren van data om sociale processen uit te leggen
Critical theory: onderzoeken hoe mensen sociale restricties verbreken (feminisme)
Hoofdstuk 2
Kwalitatief Kwantitatief
Gedetailleerd Generalisatie, beschrijven van een groep
Nadruk op begrip, motieven, redenen Wat ‘men’ vindt
Exploratief Objectief
Waarom werkt factor x bij a wel en b niet Toetst de causale verbanden tussen a en b
Hypothese ontstaat tijdens het onderzoek Toetsend van de hypothese
Wanneer is kwalitatief beter?
Wanneer het onderzoeksonderwerp relatief onbekend is
Als ervaringen een grote rol spelen
Als het onderwerp complex is (het vereist een specialist)
Als het onderwerp gevoelig ligt
Theoretisch onderzoek: het doel is testen, genereren of versterken van denken
Toegepast onderzoek: gebruik maken van opgedane kennis om direct bij te dragen aan het begrijpen
Functies van kwalitatief onderzoek
Contextual: doel om te ontdekken en beschrijven wat het begrip en de interpretaties zijn van
de deelnemers in de vorm van definities en concepten (ook wel exploratief onderzoek)
Explanatory: onderzoeken van de redenen tussen relaties wat bestaat. Je zoekt naar
verklaringen. Vaak te herkennen aan why
Evaluative: onderzoek beoordeeld de effectiviteit van wat bestaat. Wanneer werkt iets wel
en wanneer niet. Vaak te herkennen aan how
Generative: onderzoek ondersteunt de ontwikkeling van nieuwe theorieën, strategieën of
acties
Triangulatie: het gebruik van verschillende (meet)instrumenten en bronnen voor het checken en
uitbreiden van conclusies die gebaseerd zijn op data
Hoofdstuk 3
Ontwerpen van een kwalitatief onderzoek
1. Het ontwikkelen van de onderzoeksvragen
2. De onderzoeksmethode selecteren
3. De populatie, steekproef en locatie kiezen
4. Ethische overwegingen meenemen in het onderzoek
5. Onderzoeksinstrumenten ontwerpen
6. Potentiele deelnemers benaderen
7. Veldwerk voorbereiden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BedrijfskundeRUG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.