Wat zijn elektronische, telecommunicatie- en omroepdiensten?
Voorwaarden elektronische diensten:
1. Diensten die over het internet of een elektronisch netwerk worden verricht.
2. Die wegens hun aard grotendeels geautomatiseerd zijn en slechts in geringe mate
menselijk ingrijpen vergen.
3. Diensten kunnen zonder informatietechnologie niet worden verricht.
Telecommunicatiediensten: niet gedefinieerd.
Voorbeelden: vaste en mobiele telefoondiensten, Skype, telefoondiensten via internet,
toegang tot internet, voicemail en oproepdoorschakeling.
Voorwaarden radio- en televisieomroepdiensten (omroepdiensten):
1. Levering van audio en audiovisuele inhoud (zoals radio- en televisieprogramma’s).
2. Die door en onder redactionele verantwoordelijkheid van een aanbieder van
mediadiensten aangeboden worden. Dat betekent dat als Netflix zelf een film maakt, dan valt
dat onder de eigen redactionele verantwoordelijkheid, maar als zij die inkopen van iemand
anders en uitzenden, dan kan het niet meer een omroepdienst zijn. Het gaat om de eigen
redactionele verantwoordelijkheid.
3. Diensten moeten op basis van programmaschema worden aangeboden. Dit is bij Netflix
ook niet het geval. Denk aan de tv-gids.
4. Moet aan het grote publiek worden aangeboden. Als je het maakt voor maar één afnemer,
dan zal het geen omroepdienst zijn. Het mag wel voor een bepaalde regio zijn. Een regio
wordt ook gezien als groot publiek.
Zie ook art. 6 en 7 van de Verordening.
Waarom is het van belang om hier onderscheid in te maken? Het belang is enerzijds het
tarief. Bij omroepdiensten mogen lidstaten het verlaagde tarief hanteren. Voor elektronische
diensten mag dat niet. Voor NL is dit niet relevant. Anderzijds is de commissionairsfictie
alleen van toepassing op elektronische diensten.
Voorbeeld
Modellen die in de Filipijnen optreden en je in NL achter je pc kunt kijken. Is er sprake van
een elektronische dienst? Is het een elektronische dienst of is het een
vermakelijkheidsdienst? En als het een vermakelijkheidsdienst is, dan zeggen de plaats-van-
dienst-regels voor vermakelijkheidsdiensten dat het belast is daar waar de dienst materieel
wordt verricht. Dan krijg je de vraag: wordt de dienst materieel verricht daar waar iemand
achter zijn pc zit te kijken of waar de modellen staan op te treden? Merkx denkt dat het geen
elektronische dienst is, omdat er ook interactie mogelijk is met de modellen.
Regels per 1 januari 2015
Hoe zien de plaats-van-dienst-regels voor elektronische diensten, telecommunicatiediensten
en omroepdiensten er uit? Het is nog steeds van belang om onderscheid te maken tussen
B2B en B2C, maar dit is alleen van belang voor de verschuldigdheid, want alle
, telecommunicatiediensten, elektronische diensten en omroepdiensten zijn belast in het land
waar de afnemer woont of is gevestigd. Voor de plaats van dienst maakt het dus niet uit of
de afnemer een B of een C is. Het maakt nog wel uit voor de verschuldigdheid, want als de
dienstverrichter niet is gevestigd in het land van de afnemer, want dan wordt in het geval er
sprake is van een B2B dienst de
btw-heffing verlegd naar de afnemer. De afnemer voldoet dan de btw en als er recht op
aftrek is, brengt hij de btw in aftrek. Als het B2C is, dan kan de btw niet worden verlegd,
maar dan kan de ondernemer ervoor kiezen om in de MOS aangifte de btw aan te geven.
Niet verplicht, maar het is dan wel de dienstverrichter die de btw moet betalen.
Voorbeeld over de effecten van de wijziging
Ondernemer A in NL verricht elektronische diensten aan particulieren in NL, Be, Lux, Du en
Zwitserland. Tot 1 januari 2015 waren die diensten (indien verricht aan binnen EU gevestigde
consumenten) belast in het land waar dienstverrichter was gevestigd. Voor buiten de EU
gevestigde consumenten betekende dit wel dat de diensten belast waren daar waar de
afnemer woonde. Per 1 januari 2015 is dit veranderd. Voor de NL afnemers mag je nog
steeds 21% Nederlandse btw berekenen, maar voor de Belgische afnemers moeten hij 21%
Belgische btw berekenen, etc. Zie sheets. A (dienstverrichter) moet dus nu voor btw voor
verschillende lidstaten in rekening brengen en voor de afnemer maakt het niet meer uit of hij
de dienst inkoopt bij een dienstverrichter met hoog of laag btw-tarief. Dat is ook de gedachte
geweest. Het maakt nu niet meer uit waar je gevestigd bent voor de btw.
Gevolgen van heffing in land afnemer
Wat zijn de gevolgen van het feit dat heffing in het land van de afnemer plaatsvindt?
- Dat je als NL dienstverrichter wel moet weten wat het btw-tarief is in België, Duitsland,
Luxemburg, etc. Ook moet je weten of je het verlaagde tarief kan toepassen.
- Ook kijken naar vrijstellingen, met name op het gebied van elektronische diensten die
worden aangemerkt als onderwijsdiensten of kansspelen. Misschien vrijgesteld in het andere
land. Je moet dan in de lokale wetgeving verdiepen.
- Factureringsregels van het land van de afnemer gelden. In NL ben je niet verplicht om een
factuur uit te reiken als de afnemer een particulier is, maar er zijn landen waar dit wel
verplicht is. Als je te maken hebt met een afnemer in zo’n land, dan moet je ook een factuur
uitreiken en die factuur moet ook voldoen aan de factureringsregels van dat land.
- Regels rondom verschuldigdheid van het land van de afnemer. Met name bij elektronische-
en telecommunicatiediensten wordt regelmatig gewerkt met vouchers. De regels rondom
vouchers zijn op dit moment niet geharmoniseerd binnen de EU. Dat betekent dat er
verschillende regels rondom vouchers kunnen gelden.
- Kleine ondernemersregeling (KOR): regeling die ervoor zorgt dat kleine ondernemers niet
verplicht worden btw-aangifte te doen. Die geldt alleen als je in dat land gevestigd bent.
Beperkt tot lidstaat van vestiging.
Status van de afnemer
Het maakt voor de plaats van dienst niet meer uit met wat voor afnemer je te maken hebt
(consument of andere ondernemer). Het maakt alleen uit voor de verschuldigdheid.
Art. 18 lid 2 Verordening: als je geen btw-nummer krijgt, mag je ervan uit gaan dat je
afnemer bij deze diensten een particulier is. Zelfs als de afnemer Shell is en Shell geeft jouw
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daan123tjuh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.