Legaliteitsbeginsel
1. Materieelrechtelijk: artikel 1 WvSr. Een persoon is enkel strafbaar als dat is
vastgelegd in de wet. Dit wordt een wettelijke strafbepaling genoemd.
2. Formeelrechtelijk: artikel 1 WvSv. Strafvordering heeft alleen plaats op
wijze bij de wet voorzien.
Het legaliteitsbeginsel is in het leven geroepen sinds de Verlichting (1789) en het
richt zich tot de wetgevende macht (wetgever), maar ook tot de rechter en het
bestuur (rechterlijke en bestuurlijke macht). Scheiding der machten.
De functies van het legaliteitsbeginsel: (SYSTEEM WEEK 2 AANVULLEN)
- Rechtsbeschermendefunctie (bescherming burger);
- Constitutionele/instrumentele functie;
- Generaal-preventieve functie = preventieve werking.
Aspecten: (SYSTEEM WEEK 2 AANVULLEN)
- Lex scripta-beginsel;
- Les certa-beginsel;
- Gebondenheid van de rechter aan de wet;
o Echter: (restrictieve en extensieve) interpretatievrijheid:
Grammaticale interpretatiemethode
Wetshistorische
Wetssystematische
Teleologische
Functionele
- Verbod op analogie
- Verbod op terugwerkende kracht
- Nullm crimen sine lege praevia nulla poena sine lege praevia
Verbod op terugwerkende kracht. Alleen terugwerkende kracht als het in het
voordeel is van de verdachte.
Met welke hoofdvraag ex art. 350 WvSv heeft het legaliteitsbeginsel te maken?
- De tweede vraag – de kwalificatievraag: Is er een delictsomschrijving die
bij het bewezenverklaarde past?
Strafbaarstellingscriteria
Het materieel strafrechtelijke legaliteitsbeginsel schrijft voor dat in de
geschreven wet moet worden vastgelegd tegen welk onrecht strafrechtelijk wordt
opgetreden. Strafbaarstellingscriteria gaan vervolgens over de vraag welk
onrecht al dan niet strafbaar dient te worden gesteld.
- Subsidiariteitsbeginsel strafrecht als ultimum remedium (straf is
intentionele leedtoevoeging). Extern is zo min mogelijk strafrecht inzetten.
Intern is met de minst ingrijpende dwangmiddelen.
- Schadebeginsel
o Schandelijk vs schadelijk
o Risicosamenleving risicostrafrecht risico op schade
o Strafbaarstelling van o.a. samenspanning,
voorbereidingshandelingen, gevaarzettingsdelicten etc.
- Het moreel verwerpelijke karakter van gedrag.
, o Staat op gespannen voet met schadebeginsel wanneer de
strafbaarstelling van moreel verwerpelijk gedrag verder gaat dan
schadelijk gedrag, in de vorm van schandelijk gedrag.
o Aan verandering onderhevig = veranderd vroeger vs nu (bv.
Overspel).
- Tolerantiebeginsel: ook al is iets strafbaar of schandelijk, je moet het
tolereren.
- Beginsel van de handhaafbaarheid en effectiviteit van de strafbaarstelling:
het moet makkelijk te handhaven zijn.
o Voorkoming van symboolwetgeving (iets wat strafbaar is maar niet
gestraft wordt).
- Beginsel van de frequentie van het gedrag
Seksuele zedenwetgeving
Art. 242 sr (verkrachting) en 246 sr (aanranding).
Wetsvoorstel seksuele misdrijven
- Overheid wil slachtoffers beter beschermen.
o Tegen zijn of haar wil;
o Weet (opzet) of had moeten weten (schuld).
Poging en voorbereiding
Soorten delicten
- Doleuze delicten = opzet
- Culpoze delicten = schuld
- Krenkingsdelicten (bv. Moord): krenking van het rechtsgoed.
- Abstracte/concrete gevaarzettingsdelicten (bv. verboden wapenbezit):
levert een gevaar op.
- Formele (handeling) en materiele delicten: bij formeel kijk je naar de
handeling en bij materieel kijk je naar het gevolg van de handeling.
- Commissiedelicten (je pleegt iets) en omissiedelicten (je laat iets na)
- (Door het gevolg) gekwalificeerde delicten = pantoffel arrest
Chronologische volgorde Intentie, samenspanning, voorbereiding, poging
(onvoltooid of voltooid).
De vrijwillige terugtred (art. 46b sr) is alleen relevant als aan de ene kant de
voorbereidings- of uitvoeringsfase is aangevangen en aan de andere kant het
misdrijf nog kán worden voltooid. Is dit laatste door andere factoren eenmaal
onmogelijk geworden dan kan de vrijwillige terugtred niet meer aan de orde
komen. De vrijwillige terugtred is opgenomen in art. 46b Sr dat luidt:
voorbereiding noch poging bestaat indien het misdrijf niet is voltooid ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk. Voldoende voor de
vrijwillige terugtred is dat de dader op grond van zijn autonome wil heeft
medegewerkt aan de niet voltooiing van het misdrijf: er kan dus ook van een
combinatie van – vrijwillige én onvrijwillige (dus externe) – factoren sprake zijn,
die tot straffeloosheid leidt. De externe, en daarmee niet van de wil van de dader
afhankelijke factoren mogen echter niet de overhand hebben gehad.
,De dader moet hoe dan ook een actief aandeel hebben gehad in de verhindering
van het misdrijf dat hij tevoren nastreefde. Het vrijwillig terugtreden impliceert
straffeloosheid. Overigens geldt de bepaling van de vrijwillige terugtred niet voor
voorbereidingshandelingen in de zin van art. 10a Ow. In dit artikel gaat het
namelijk om bepaalde feiten die vanwege hun bijzondere gevaarzettingskarakter
zelfstandig strafbaar gesteld zijn, ongeacht of vrijwillige terugtred heeft
plaatsgevonden of dat bepaalde gevolgen zijn gerealiseerd. Zelfs als het misdrijf
(of een poging tot dat misdrijf), waarop de voorbereidingshandelingen van art.
10a Ow gericht zijn, is gerealiseerd zijn deze voorbereidingshandelingen toch
strafbaar.
Objectieve vs subjectieve leer begin van uitvoering is wanneer de gedraging
naar haar uiterlijke verschijningsvorm is gericht op voltooiing van het delict.
- Uitzendburo Cito zaak (wel strafbare poging)
- GWK-zaak (geen strafbare poging)
Absoluut en relatief ondeugdelijke poging
- Niet strafbaar: absoluut ondeugdelijke poging
o Object: schieten op een lijk
o Middel: vergiftiging met poedersuiker
- Wel strafbaar: relatief ondeugdelijke poging
o Object: hand in een lege kassa (gaat ervan uit dat die vol zit)
o Middel: te weinig van een gif gebruiken
Art. 10a Opiumwet (lijst I) en art. 11a Opiumwet (lijst II) = zelfstandig delict (lijst
I). Hoeft niet gekoppeld te worden aan een ander delict. Geen vrijwillige terugtred
mogelijk (art. 46 sr).
Artikel 2 en 10 Opiumwet zijn aan elkaar gekoppeld. Lijst I harddrugs.
Artikel 3 en 11 Opiumwet zijn aan elkaar gekoppeld. Lijst II softdrugs.
Niet opzettelijk is overtreding, wel opzettelijk is misdrijf.
Daderschap en deelneming
Art. 47 sr: doen plegen, medeplegen en uitlokking
Art. 48 sr: medeplichtigheid.
Daders: plegers, doen plegers, medeplegers en uitlokkers.
Deelnemers: doen plegers, medeplegers, uitlokkers en medeplichtige.
Een medeplichtige is dus geen dader.
Fysiek daderschap is een ‘gewilde spierbeweging’.
Doen plegen/uitlokken/medeplegen kan ook zonder fysieke aanwezigheid.
Functioneel daderschap van natuurlijke personen wil zeggen ‘beschikken en
aanvaarden’ (IJzerdraad-arrest 1954).
Juridische vraagstukken (AANVULLEN C&V)
1. Afbakening tussen medeplegen en medeplichtigheid: HR 2 december
2014, ECLI:NL:HR:2014:3474.
2. Deelneming aan deelneming: HR 23 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:67. Er
moet dubbele opzet worden bewezen. Dit betekent opzet op het delict en
opzet op de deelneming.
3. Betekenis van art. 47 lid 2 en art. 49 lid 4 WvSr
a. Art. 47 lid 2: ten aanzien van de laatsten = kwalificatie
b. Art. 49 lid 4: bij het bepalen van de straf = sanctionering
, ZIE SHEETS MET VOORBEELDEN
Rechtspersonen
Art. 51 sr: ook rechtspersonen kunnen strafbare feiten plegen.
Hoe stel je daderschap van de rechtspersoon vast? Aan de hand van het
Drijfmest/Zijpe-arrest (HR 21-10-2003, NJ 2006, 328).
1. Is er een dienstbetrekking?
2. Doet hij het in de vorm van een normale bedrijfsvoering?
3. Heeft de rechtspersoon er baat bij?
4. Beschikken en aanvaarden (zorgplichtschending)
Feitelijk leidinggeven
1. Stap 1: eerst daderschap van de rechtspersoon vaststellen aan de hand
van de Drijfmest-criteria.
1a. Feitelijk leidinggeven is accessoir (bijkomend) aan het daderschap van
de rechtspersoon.
2. Feitelijk leidinggeven vaststellen aan de hand van de Slavenburg-criteria.
Overzichtsarrest HR 26 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:733 Feitelijk
leidinggeven kan passief en actief, maar de ondergrens is voorwaardelijke
opzet.
Centrale overheid (Staat) is strafrechtelijk immuun (Volkel-arrest en Pikmeer I
arrest)
Decentrale overheden alleen immuniteit als het exclusieve bestuurstaken
betreft (Pikmeer II arrest en bevestiging Pikmeer II arrest).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorerp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.