Basismodel voor methodische hulp en dienstverlening in het sociaal werk
Boek van Ad Snellen (2016); basismodel voor methodisch hulpverlenen in het maatschappelijk werk met o.a. eclectisch integratief werken en kader van kritische reflectie. Een boek van ongeveer 400 pagina's, beknopt samengevat in 18 pagina's.
Samenvatting Snellen.
Hoofdstuk 1.
ASPIRE-model:
AS = Assessment verzamelen, analyseren en taxeren van relevante informatie.
P = Plan vaststellen doelen, onderhandelen over en opstellen van plan van aanpak.
I = Implementatie uitvoeren van plan van aanpak en monitoren van daadwerkelijke
uitvoering.
RE = Review and evaluation tussentijdse en eindbeoordeling, waarvan evt. nieuwe cyclus
kan starten.
Mensen leven in situaties. Je hebt voorwaarden om te functioneren, maar zijn ook tevens
een grens mensen kunnen vastlopen in psychosociaal functioneren controleverlies of
onvoldoende mogelijkheid tot zelfregulering,
Psychosociaal functioneren speelt zich af in privésfeer en in publieke sfeer.
Problemen in psychosociaal problemen
- In persoon zelf interne afstemming (afstemming binnen de persoon waardoor
ideeën, gevoelens en strevingen met elkaar in harmonie zijn).
- In de relatie tussen persoon en omgeving/situaties externe afstemming
(afstemming tussen de persoon en zijn gedrag enerzijds en de situatie anderzijds).
- In de situatie gebrek maatschappelijke faciliteiten, gesprek aan sociale steun
externe afstemming.
Communicatieve zelfsturing bevorderen: zelfsturing van het individu in verbondenheid met
andere individuen, gebaseerd op gelijkwaardigheid en met behoud van ieders eigenheid.
Strengthsbenadering: individu beschikt over talenten en innerlijke hulpbronnen waardoor
hij effectief kan reageren op uitdagingen in het leven.
Gaat bij empowerment om activeren i.p.v. compenseren.
Competenties sociaal werkers:
1) Versterkt eigen kracht en zelfregie
2) Stimuleert verantwoordelijk gedrag
3) Is zichtbaar en gaat op mensen af
4) Verheldert vragen en behoeften
5) Verbindt gezamenlijke en individuele aanpak
6) Stuurt aan op betrokkenheid en participatie
7) Werkt samen en versterkt netwerken
8) Beweegt zich in uiteenlopende systemen
9) Doorziet verhoudingen en anticipeert op veranderingen
10) Benut professionele ruimtes en is ondernemend
Onder oplossen kan ook vallen: hanteerbaar maken of accepteren (niet alle problemen zijn
op te lossen).
Psychosociale hulpverlening = cliënt- en situatiegerichte hulp- en dienstverlening.
,Signalering (taakgebied 1, kerntaak 2).
- Betreft opsporen belemmerde factoren en risicofactoren
- Gericht op maatschappelijke omstandigheden en belemmerde maatschappelijk-
situationele factoren die van invloed zijn op cliëntproblematiek gericht op
collectieve belangenbehartiging en preventie
- Gericht op factoren binnen cliëntsysteem gericht op preventie
Problemen in psychosociaal functioneren kennen een objectieve component (situatie) en
subjectieve component (persoon zelf) hulpverlening op raakvlak van deze componenten.
Objectief = situatie = materieel = sociaal = maatschappelijk.
Subjectief = persoon = handelen/psychosociaal functioneren.
Zijn twee probleemcomponenten.
De sw’er kan:
- Facetten in samenhang zien
- Facetten tot onderwerp van gesprek maken bij cliënt
- Advies geven
- ‘Leren’ iets te doen
- Ingrijpen
Dus: aandacht voor persoon, aandacht voor situatie (materieel) en aandacht voor situatie
(sociale relationele aspecten), aandacht voor situatie (maatschappelijke aspecten).
Werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl (8 bakens)
1) Gericht op de vraag achter de vraag
2) Gebaseerd op de eigen kracht van de burger
3) Direct eropaf
4) Formeel en informeel in optimale verhouding
5) Doordachte balans van collectief en individueel
6) Integraal werken
7) Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht
8) Gebaseerd op ruimte voor de professional
Het maatschappelijke van het sociaal werk
- Samenhang tussen individuele problematiek, sociale problematiek en
samenlevingsstructuren
- Samenhang van hulpverlening enerzijds en signaleren/collectieve
belangenbehartiging/preventie anderzijds
- Cliënt is niet alleen individueel persoon, maar maatschappelijk individu met
maatschappelijk identiteit
Sociaal werk individualiseert het maatschappelijke en vermaatschappelijkt het
individuele.
Is sociaal beleid in de vorm van individueel maatwerk
Burgerschap
1) Sociaal liberaal burgerschapsvertoog
Uitgangspunt: individu. Met nadruk op civiele rechten autonomie van persoon
komt sterk naar voren.
2) Communitaristisch burgerschapsvertoog
, Uitgangspunt: sociale en culturele gemeenschap. Met nadruk op sociale rechten en
plichten.
3) Neorepublikeinse burgerschapsvertoog
Uitgangspunt: politieke gemeenschap. Met nadruk op politieke rechten en plicht tot
betrokkenheid en participatie.
4) Vertoog van de zorgethiek
Sociale insluiting, sociale participatie, sociale stabiliteit
4 competenties voor geïndividualiseerde burgers in een samenleving:
1) Vermogen tot identificatie
2) Vermogen tot representatie
3) Aanspreekbaarheid
4) Weerbaarheid
Hoofdstuk 2.
Methodisch werken = op een gesystematiseerde wijze werken om bepaald doel te
bereiken.
Doelgericht, planmatig, procesmatig en systematisch.
Doelgericht
- Gericht op resultaat
- Cliënt dient zoveel mogelijk zélf te doen
Systematiek
- Komt aan twee kanten tot uitdrukking: kant van de samenwerking (interactiekant)
en de kant van het probleem (probleeminhoudelijke kant).
- Interactiekant: algemene communicatieve en interactionele vaardigheden van
sw’er
- Probleeminhoudelijke kant: kijk op ontstaan, verloop en aanpak van problemen.
Cliënt is eventueel onderdeel van probleem (subjectieve component).
Planmatigheid
- Komt tot uitdrukking in fasemodellen
- Niet lineair, maar cyclisch iteratief: nieuwe informatie leidt tot aanpassing doelen
en plan van aanpak. Plan ontwikkelt zich iteratief stukje bij beetje
Procesmatigheid
- Proces van interactieontwikkeling.
Interactioneel proces.
De ontwikkeling in de interactie tussen cliënt en hulpverlener
- Proces van cliëntontwikkeling.
Interactionele ontwikkeling die moet leiden tot motivationele ontwikkeling bij
cliënt in fasen
Afweer (problemen niet onder ogen willen zien)
Voorbeschouwing (niet bewust zijn van problematiek)
Overpeinzing (bewustzijn van problematiek, inzicht, begrip etc.
Besluitvorming (voorbereiding/bereidheid tot aanpak
Verandering (ondernemen van stappen/actie)
Stabilisatie (handhaving nieuwe aanpak)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AAAAAS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.