100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literair mechaniek - literaire tekstinterpretatie (2017/2018) $6.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Literair mechaniek - literaire tekstinterpretatie (2017/2018)

1 review
 146 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting voor het bachelor vak literaire tekstinterpretatie staat alles wat je moet voor het tentamen uit het boek literair mechaniek en de aantekeningen die van belang zijn uit de werkcolleges.

Preview 3 out of 21  pages

  • Yes
  • November 21, 2017
  • 21
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: olgadehaas87 • 6 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1 Lyriek
Genres

 Lyriek
 Poëzie
 Gedicht

1.1 Kenmerken van de Lyriek
 Monologische taalsituatie (het lyrische ik)
 Woordvoerder praat vaak tegen een jij of een gij die niets terug zegt
 Uitdrukking aan momentane ervaring
 Géén geschiedenis/ géén vertelling van reeks gebeurtenissen in logisch-
chronologisch verband
 Momentane ervaring
 Lyrisch object uit zich alleen
 Ervaring is voorts emotioneel
 (Ongedefinieerde) jij of gij waaraan het gedicht is gericht. Apostrofe (=
aanspreekvorm waar niet de lezer of publiek wordt aangesproken maar een persoon
of instantie die in de taalsituatie wordt opgeroepen)
 Handeling heeft magisch of zwevend karakter
Exclamatio = uitroep (O, Ach)

1.2 Lyrische passages
Lyrische passages kunnen overal in voorkomen, niet alleen in lyriek, denk aan toneelstukken
en romans. Het komt dus ook voor in een niet-monologische taalsituatie.
Hoofdkenmerken lyriek:
 Apostrofe
 Exclamatio
 Uitdrukking aan een moment gebonden gevoel

1.3 Objectieve lyriek
Onderscheid in subjectieve en objectieve lyriek. Subjectieve lyriek als hierboven,
objectieve lyriek is afstandelijker.
Een observerend ik die registreert en constateert i.p.v. aanroepen en uitroepen.
Bedenk ‘ik zie’ erbij om vast te stellen of iets lyriek is.
Sententies: uitspraken die een algemene waarheid pretenderen te bevatten. (bijv. het
onomlijnde blijft onomlijnbaar lokken óf E=Mc2 óf waarover men niet spreken kan moet men
zwijgen).
De lyrische truc toepassen en van de uitspraak een door lyrisch ik geuite uit- en aanroep
maken:
‘O mensen, het onomlijnde blijft onomlijnbaar lokken’.

1.4 Poëzie
Poëzie: lastig te definiëren. Je hebt allerlei ideeën bij poëzie (rijm, metrum, etc.), maar er
zijn altijd teksten die tot de poëzie gerekend worden en toch een van die eigenschap heeft.
Aan de andere kant heb je ook teksten waar poëzie voorkomt, maar toch niet tot de poëzie
gerekend wordt. Kortom, het is niet sluitend te definiëren. Kenmerk: in de regel. Poëzie
versregels, proza doorlopende regels.

Proza: een doorlopende tekst (afgezien van de alinea-deling). De regel stopt wanneer er
geen ruimte meer is → regelsluiting is arbitrair. Het wordt bepaald door zachte returns.

,Bij poëzie regelscheiding niet arbitrair, het is deel van de tekst. → harde returns. Bij poëzie is
de versregel een eenheid waar rekening mee moet worden gehouden.

Bezwaren om regelval als definiërend kenmerk van poëzie te beschouwen
 Blijft onbevredigend om een uiterlijke ingreep als enig kenmerk van poëtische teksten
te beschouwen
 Regelscheiding is geen sluitend criterium (prozagedichten).

Poëzie is onkruid. Onkruid is iets wat je niet op je land of erf wilt hebben. De definitie richt
zich op de functie ervan , dus niet op de plantkundige eigenschappen. Wat onkruid is, is een
concept, een begrip dat mensen met elkaar als instrument gebruiken om de werkelijkheid te
ordenen.
Hieruit opgemaakt is het van belang om bij de bestudering van literaire teksten rekening te
houden met de literatuuropvattingen of poëtica van de tijd waarin de teksten werden
gemaakt.
Lezers maken deel uit van een interpretatieve gemeenschap waarin bepaalde
leesconventies heersen.

Vrijheid iets als poëzie, lyriek of literatuur te zijn, wordt beperkt door:
1) Signalen die de tekst begeleiden (titel/ ondertitel)
2) Institutionele context (museum / bibliotheek)

Samenvattend: we kunnen lyriek definiëren door uit te gaan van de taalsituatie of
communicatieve situatie. Deze is monologisch. Een lyrisch subject geeft uiting aan een
momentane ervaring en presenteert derhalve geen geschiedenis. Het lyrisch ik roept een
persoon of instantie aan (apostrofe), of hij produceert uitroepen (exclamatio), al zijn er
lyrische teksten waarin deze verschijnselen niet of niet goed zijn waar te nemen. Lyriek is
niet gebonden aan poëzie. Er bestaat lyrisch proza en lyrische poëzie. Omgekeerd hoeft
poëzie niet lyrisch te zijn: behalve lyrische poëzie is er verhalende en dramatische poëzie.


Hoofdstuk 2 Verhalende teksten (epiek en
dramatiek)
2.1 De dialogische taalsituatie
Kenmerk dramatische teksten
 Dialogische taalsituatie → minimaal twee woordvoerders die op hun beurt iets
zeggen.

2.2 Inbedding
Kenmerk epische of verhalende teksten:
 Ingebedde taalsituatie → vertellende instantie staat boven de wereld van de
personages. (kan wel hun gedachten weergeven of hun woorden direct weergeven)
Inbedding op twee niveaus:
 Verteller (die tekst produceert)
 Vertelde wereld
De inbedding onderscheidt deze verhalende teksten van lyrische teksten (monologisch), en
van dramatische teksten (dialogisch), die beiden niet de tussenkomst hebben van een
verteller.

2.3 Verteller en verhaal
Centrale bestanddelen verhalende teksten:
 Verteller/ vertelinstantie

,  Verhaal
Verhaal: een reeks met elkaar verbonden gebeurtenissen (geschiedenis) die door de
verteller wordt gepresenteerd.

Verhaal en verteltheorie = narratologie
Verhaaltheorie
 Vooral gericht op de opbouw van verhalen
 Mensen die handelen, denken, voelen, waarnemen of met wie dingen gebeuren. Dit
speelt zich af op een bepaalde plaats en tijdstip, gedurende een bepaalde tijd en in
een bepaalde volgorde
 Betekenissen.

Verteltheorie
 Onderzoekt hoe verhalen worden verteld en gepresenteerd
 Ontwikkelt modellen en begrippen waarmee de verschillende vertelstandpunten
kunnen worden onderscheiden en beschreven.

2.4 Opzet
Staat niets bijzonders in


Hoofdstuk 8 Vertellen

8.1 Verteller en auteur
Tekstniveaus verhalende teksten:
 Het hoogste niveau; vertellende instantie die woorden van tekst produceert en de
verhaalwereld presenteert → ingebedde taalsituatie (vertellerstekst, hun tekst is
ingekaderd in die van de verteller)
 Persoonstekst

Stanzels typologie vertelsituatie:
 Auctoriaal
 Personaal
 Ik-verhaal

Verteller – maakt onderdeel uit van de tekst.
Auteur- maakt deel uit van de werkelijkheid, dus buiten de tekst.
Abstracte auteur/ implied author= een instantie die evenals de verteller deel uitmaakt van
de tekst, maar zich op een hoger niveau bevindt.


8.2 Narratologie
De vertelstandpunten

Termen Genette;
Homodiëgetische verteller – geeft zijn eigen ervaringen en gebeurtenissen weer
Heterodiëgetische verteller – staat buiten/ boven het verhaal en heeft de gebeurtenissen
niet meegemaakt.

Onderscheid vertellen en zien: het standpunt waaruit gebeurtenissen worden verteld is niet
(per se) hetzelfde als het standpunt van waaruit ze worden waargenomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ae95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51683 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.90  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added