1. Paracellulair transport
2. Transcellulair transport
A) Passief transport
B) Carrier gemedieerd transport
3. Efflux als transportmechanisme
Deel 3: Opgeloste stoffen kruisen membranen door eenvoudige diffusie, gefaciliteerd en actief
transport
A) Eenvoudige diffusie; beweging zonder hulp langs gradiënt
B) Gefaciliteerde diffusie; door proteïne gemedieerde beweging lang de concentratiegradiënt
- Dragereiwitten vergemakkelijken diffusie
- Dragereiwitten zijn analoog aan enzymen in hun specificiteit
- Dragereiwitten transporteren één of twee opgeloste stoffen
C) Actief transport; door proteïne gemedieerde beweging tegen de concentratierichting in
- De koppeling van actief transport aan een energiebron kan direct of indirect zijn
- Direct actief transport hangt af van vier soorten transport ATP-ases
Deel 1: Spijsverteringsfunctie en processen
Lumen en inhoud behoren tot het uitwendig milieu. Het maagdarmkanaal verplaatst voedingsstoffen,
mineralen en water naar het inwendige milieu. Het spijsverteringssysteem heeft 4 basisprocessen. 1.
Vertering, 2. Absorptie, 3. Motiliteit, 4. Afscheiding. Stap 1 zorgt ervoor dat de stoffen zo klein
worden gemaakt dat ze het darmepitheel kunnen passeren. Stap 2 is de passieve of actieve
overdracht van het uitwendige naar het inwendige milieu. Stap 3 wordt veroorzaakt door de
spiercontractie van de wand van het maagdarmkanaal. Stap 4 is zowel de overdracht van water en
mineralen vanuit de ECF naar de lumen als de afscheiding van het restant van de GI-cellen.
Deel 2: Transport door biologische membranen
Een farmacon moeten verschillende biologische membranen passeren om bij de plaats van werking
aan te komen. Vanaf de plaats van toediening moet het farmacon eerst in de bloedbaan terecht
komen. Vanaf daar komt het naar de plaats van werking. Hiervoor moet het farmacon verschillende
‘barrières’ kruisen. Hiervoor zijn verschillende transportmechanismen mogelijk. Deze staan
hieronder:
1. Paracellulair transport
Vindt plaats tussen de enterocyten, de cellen van het epitheel van de darmen. Tussen de cellen lopen
kanaaltje die tight junctions of poriën genoemd worden. Deze met water gevulde kanaaltjes bieden
een transportmogelijkheid voor wateroplosbare verbindingen. Deze kanalen vormen een zeer klein
deel van het totale opnameoppervlak, dus de kwantiteit van dit transportmechanisme is laag. Een
aantal factoren zijn belangrijk bij de vraag of een molecuul tussen de cellen kan diffunderen. Van
invloed zijn de grootte en lading van het molecuul en de mogelijk van de stof om via andere wegen te
, worden opgenomen. Hierbij is de lipofiliteit van de stof belangrijk. Water diffundeert zeer makkelijk
door de poriën.
2. Transcellulair transport
Bestaat uit passieve diffusie, carriergemedieerd transport en pinocytose.
A) Passief transport
Een celmembraan bestaat uit een dubbele laag van fosfolipiden en membraaneitwitten. Een stof kan
door het celmembraan diffunderen als de concentratie in de cel verwaarloosbaar is en de stof het
celmembraan kan doordringen. Mate van de diffusie wordt o.a. bepaald door de concentratie (2x zo
hoge concentratie is 2x zo grote diffusie). Ook het opnameoppervlak is van belang. De binnenkant
van de dunne darm bestaat uit villi en microvilli die het oppervlak erg vergroten. De
verdelingscoëfficiënt (P) is ook van belang voor de mate van diffusie. Deze geeft aan in welke mate
een stof is verdeeld over een waterfase en de aangrenzende lipidenfase. In de darm zijn dit de
waterige darminhoud en het membraan van het epitheel.
Van invloed op de diffusie zijn dus:
- Molecuulgrootte: (<500 Da)
- De stof moet oplosbaar zijn in de waterige inhoud van de darmen, dus in zekere zin
hydrofiel zijn, maar ook min of meer oplosbaar in het membraan zijn.
- Lading: molecuul moet ongeladen zijn om in aanmerking te komen voor absorptie
(diffusie over het membraan). De lading is afhankelijk van de ionisatiegraad dat bestaat
uit de zuurgraad (pKa) en de omgevings-pH.
- Mate van lipofilie (mate van oplosbaarheid in een organisch oplosmiddel): uitgedrukt in
P-waarde (log(P))= verdelingscoëfficiënt = de verhouding van de concentratie van een
stof in de evenwichtssituatie in een organisch oplosmiddel en een waterige laag.
B) Carrier gemedieerd transport
Veel stoffen voldoen niet aan de eisen die nodig zijn voor passief transport (lading, te groot,
concentratierichting, voldoende lipofilie). De afbraakproducten van eiwitten (kleine peptiden en
aminozuren) en koolhydraten (glucose voornamelijk) zijn te hydrofiel dat de opname via diffusie niet
gaat lukken. Voor deze stoffen bevat een celmembraan eiwitten die ‘transporters’ genoemd worden.
Andere membraangebonden eiwitten fungeren als enzymen of zijn betrokken bij de efflux uit de cel.
Een transporteiwit is substraatspecifiek. Passief transport verloopt in 2 richtingen, terwijl actief
transport in 1 richting verloopt. Bij passief transport verplaatst een stof zich uitsluitend in de richting
van de lagere concentratie (met de concentratiegradiënt mee gaan). Bij actief transport kan een stof
ook naar een hogere concentratie gaan. Dit kost energie in de vorm van ATP (energie ontstaat bij
omzetting van ATP naar ADP). Verschillende substraten voor 1 transporter kunnen elkaars transport
beïnvloeden (competitie). De capaciteit van transport is beperkt en het transport kan verzadigd
raken (als alle membraaneiwitten ‘bezet’ zijn). Volgens Michaëlis-Menten-kinetiek: bij een hoger
aanbod van substraat gaat verzadiging optreden en gaat het transport verlopen met een aan een
maximum gebonden snelheid. Bij passief getransporteerde verbindingen verloopt het transport
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvanmanen01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.07. You're not tied to anything after your purchase.