De ao wordt gevormd op privaatrechtelijke basis. Dat houdt in dat het volgende nodig is voor een rechtsgeldige
arbeidsovereenkomst: [5]
Aanbod + aanvaarding (art. 6:628 BW)
Rechtshandeling (art. 3:33 BW)
RH vereist wilsovereenstemming (art. 3:33 BW)
Geen sprake van wilsgebreken (art. 3:44 BW: bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden en art. 6:228 BW:
dwaling)
Geen sprake van wilsontbreken (er is geen wil, bijv. bij een geestelijke storing (art. 3:34 BW)
Als er een arbeidsovereenkomst is gesloten geldt het gesloten systeem ontslagrecht. Dat houdt in dat hierna moet worden
gehouden aan de regels van het arbeidsrecht, waaronder het ontslagrecht.
§ 1.1. RECHTSVERMOEDEN
Een werker kan zich op het rechtsvermoeden beroepen als hij aan één van de twee voorwaarden voldoet:
Art. 7:610a BW: Hij heeft gedurende drie opeenvolgende maanden ten minste 20 uur per maand tegen beloning
arbeid verricht.
Art. 7:610b BW: Hij heeft gedurende drie opeenvolgende maanden wekelijks tegen beloning arbeid verricht.
Als de werker aan één van bovenstaande voorwaarden voldoet, ontstaat een rechtsvermoeden. Dat betekent echter nog niet dat
er een arbeidsovereenkomst bestaat tussen de partijen.
§ 1.2. KWALIFICATIE ARBEIDSOVEREENKOMST
Om een arbeidsovereenkomst te kwalificeren, zijn drie stappen vereist:
1. Is er een verbintenis tussen partijen? (ABN-Amro/Malhi)
Beoordeel eerst of partijen zich überhaupt tot elkaar hebben verbonden. Kortom: is er een overeenkomst tussen de
werker en de werkaanbieder? Of lopen de lijntjes met andere partijen, zoals een uitzendbureau?
2. Welke rechten en verplichtingen zijn partijen over en weer aangegaan? (Groen/Schoevers)
Dit is de uitlegfase van de kwalificatie. Hierin wordt het Haviltexcriterium toegepast waardoor de partijbedoeling van
belang is.
3. Hoe kwalificeert de verzameling aan rechten en verplichtingen tussen partijen? (X/Gemeente Amsterdam)
De laatste stap van de kwalificatie is de kwalificatiefase. Hierin is de partijbedoeling niet van belang, maar is van belang
of de overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst. Deze worden getoetst aan de vier kenmerken
van art. 7:610 BW:
De verplichting tot het verrichten van arbeid;
De verplichting tot het betalen van loon;
In dienst van de andere partij (= gezagsverhouding);
(Gedurende zekere tijd).
1
,§ 1.2.1. ESSENTIALIA
LRV/Van Gorkum:
Situatie: in dit arrest was er geen wilsovereenstemming bereikt tussen werkgever en werknemer over het al dan niet
opnemen van een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst. Werknemer begint echter toch te werken en er is
over wel overeenstemming bereikt over de andere voorwaarden van art. 7:610 BW.
Oordeel: HR oordeelt dat er sprake is van een rompovereenkomst. De schijn dat het opnemen van het
concurrentiebeding niet enorm van belang was komt voor rekening van de werkgever aangezien hij werknemer heeft
laten werken.
Situatie: Op 31 januari 1990 trad Malhi in dienst bij schoonmaakbedrijf De Gast. Malhi werd vervolgens als
schoonmaker tewerkgesteld bij ABN AMRO. In eerste instantie maakte Malhi alleen kantoorruimtes schoon, maar in de
loop der jaren veranderde zijn takenpakket: later in 1990 werd Malhi chauffeur met als taak het uitleveren van
computers. Nog later dat jaar ging hij ook computers installeren en in 1992 ging hij werken op de afdeling
kantoormachines. Zolang hij bij ABN AMRO werkte, leverde Malhi altijd zijn werkbriefjes bij De Gast in en betaalde De
Gast het loon.
In november 1994 liet ABN AMRO aan De Gast en Malhi weten dat de werkzaamheden van Malhi met ingang van 1 juli
1995 zouden vervallen. Malhi vorderde vervolgens een verklaring voor recht dat inmiddels een arbeidsovereenkomst
was ontstaan met ABN AMRO
Oordeel: een uitzendovereenkomst kan niet stilzwijgend worden gewijzigd in een arbeidsovereenkomst, omdat dat
afhankelijk is van:
wat partijen aan elkaar hebben verklaard; en
wat zij uit elkaar verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijs mochten afleiden
(Haviltexmaatstaf).
§ 1.2.3. PRE-CONTRACTUELE FASE
Precontractuele fase (sollicitatiefase): in deze fase zijn de partijen nog in onderhandeling met elkaar over de (exacte) inhoud van
de overeenkomst.
Plas/Valburg:
Situatie: Plas Bouwonderneming BV (PBO) was in onderhandeling met de gemeente Valburg over de bouw van een
overdekt zwembad. Op verzoek van de gemeentesecretaris heeft Plas een offerte ingediend. Een commissie onderzocht
de offertes van vier aannemers: Plas was de goedkoopste. Op verzoek van de gemeente maar op eigen kosten heeft
Plas vervolgens adviezen ingewonnen van een constructeur, van geluids-, verwarmings- en elektriciteitsadviseurs en
van een architect. Wederom op verzoek van de gemeente heeft Plas daarna een aangepaste offerte ingediend. De
opdracht is aan een andere aannemer gegund, die zich pas veel later had aangemeld met een plan dat f 156.000,-
goedkoper was.
Oordeel: de HR erkent dat er drie stadia zijn: contractsvrijheid (1), recht op schadevergoeding (2) en idem incl.
vergoeding van gederfde winst (3).
2
, § 1.2.4. ONDUIDELIJK BEDING
Als een beding niet duidelijk is, drie methodes: [3]
Taalkundige uitleg: alleen kijken naar wat er staat (bijv. bij normatieve cao-bepalingen);
Haviltexmaatstaf: kijkend naar wat over en weer is verklaard, welke verwachtingen de partijen mochten ontlenen op
wat zij waren overeengekomen, rekening houdend met hun positie en hoe zij zich naar elkaar gedragen.
Contra preferentemregel: onduidelijkheden in een overeenkomst ten nadele van de opsteller van de overeenkomst
dienen te worden uitgelegd.
§ 1.3. SOORTEN OVEREENKOMSTEN
Er zijn drie soorten overeenkomsten binnen het arbeidsrecht: [3]
Arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW)
Overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW) – niet stoffelijke aard
Aanneming van werk (art. 7:750 BW) – stoffelijke aard
§ 1.3.1. GEVOLGEN ARBEIDSOVEREENKOMST
De kwalificatie brengt de toepasselijkheid in de zin van art. 7.10 BW dwingend recht mee. Er moet hier dus sprake zijn van de
vier kenmerken uit art. 7:610 BW:
De verplichting tot het verrichten van arbeid;
De verplichting tot het betalen van loon;
In dienst van de andere partij (= gezagsverhouding);
(Gedurende zekere tijd).
De gevolgen van de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst brengt sociale zekerheid in de zin van werknemersverzekeringen
met zich mee (WW, ZW, WIA en TW). Tevens is er ook andere regelgeving zoals de ATW, Wazo, Wet Cao, etc.)
§ 1.3.2. RECHTEN EN PLICHTEN ARBEIDSOVEREENKOMST
De rechten en plichten van een ao zijn als volgt:
Gezag (art. 7:610 BW en art. 7:660 BW) – gaat niet persé over direct gezag, maar ook instructiebevoegdheid vanuit de
leidinggevende;
Persoonlijk verrichten van bedongen arbeid (art. 7:659 BW);
Verplichting tot het betalen van loon (art. 7:616 – 7:632 BW);
Verplichtingen van de werkgever (art. 7:654 – 7:658c BW) – gezondheid, veiligheid, re-integratie, etc.
Verplichtingen van de werknemer (art. 7:659 – 7:661 BW) – nakoming voorschriften, aansprakelijkheid, etc.
Doorwerking grondrechten van werknemer (art. 7:611 BW) – verzekeringsplicht, geheimhouding, Algemene
Verordening Gegevensbescherming, etc.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller timzwitser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.