Ontdek deze beknopte en uitgebreide samenvatting van het boek 'Basisboek Bedrijfseconomie'. Toegankelijk voor opleidingen zoals Vastgoed & Makelaardij, biedt deze hulpbron essentiële concepten en heldere inzichten in de kernprincipes van bedrijfseconomie. Een waardevolle ondersteuning voor student...
H7 Eigen vermogen................................................................................................................................... 25
Economie = vraagstukken die samenhangen met de mens in zijn streven naar “welvaart”.
Algemene economie = relaties tussen consumenten en producenten en tussen producenten
onderling → micro-economie (marktvormen) en macro economie (economische problemen)
Bedrijfseconomie = economisch handelen binnen de productieorganisaties.
- financiering
- management accounting
- financial accounting
- commerciële economie
Onderneming = productie-organisatie die naar winst
streeft
Productie = omzetting van productiemiddelen in producten
Organisatie = samenwerkingsverband van arbeid en kapitaal
Winst (resultaat) = opbrengst producten - kosten productiemiddelen
Onderneming (profit-organisatie) → marktmechanisme (vrije spel van vraag en aanbod)
(activiteiten zijn middel)
Efficiency (zo min mogelijke kosten) en effectiviteit (product in trek bij klanten) zijn af te lezen uit
winst.
- continuïteit – het voortbestaan van een onderneming door het behalen van winst
Non-profit organisatie → overheid, collectieve goederen: budgetmechanisme – particulier: donaties
e.d.
(activiteiten zijn doel)
Effectiviteit slechts te benaderen door niet-financiële maatstaven
Non-profit organisaties zijn economisch niet zelfstandig.
(budgetmechanisme = de overheid heft gedwongen bijdrage (belastingen) en stelt een budget
beschikbaar waarmee de productie van de collectieve goederen kan worden gefinancierd.)
Productiehuishoudingen zijn de bedrijven die goederen en diensten vervaardigen en deze verkopen
aan de consument
Aandeelhouders = de bezitters van de aandelen van een bedrijf. De eigenaren van het bedrijf.
Aandeel = een bewijs van deelneming in het eigen vermogen van een onderneming. Hierdoor is een
aandeelhouder mede-eigenaar van de onderneming voor het percentage dat diegene aanhoudt. Aan
een aandeel is normaal gesproken stemrecht verbonden en kunt u als aandeelhouder stemmen op
de aandeelhoudersvergadering.
Land- en mijnbouw
Ondernemingen maken gebruik van de ‘rijkdommen
van de natuur’. Met relatief weinig grondstof(kosten)
wordt in grote hoeveelheid eindproduct verkregen.
Industrie
Stukproductie = wordt ‘maatwerk’ geleverd. Elk
product is afgestemd op de specifieke wensen van
één klant. Er doen zich dus geen voorraadvorming van
een nog niet verkocht gereed product voor, maar
wordt op bestelling geproduceerd. (bv plezierjachten)
(serie-stukproductie = een klant krijgt zijn gewenste product maar er wordt geprobeerd de kosten te
beperken door de componenten van een product in grotere aantallen te produceren, zoals een mal
of gietvorm)
Massaproductie = er wordt één soort standaardproduct gemaakt in grote hoeveelheden. Er wordt op
voorraad geproduceerd en is bestemd voor de ‘markt’.
(serie-massaproductie = varianten of modellen van het standaardproduct worden geproduceerd,
waarbij eens in de zoveel tijd de machines omgesteld dienen te worden naar de betreffende variant.
Handel
Handelsondernemingen produceren geen nieuwe producten. Er is dus geen transformatieproces in
technische zin. Handelsondernemingen ontlenen hun bestaansrecht aan het feit dat er geen
gelijkheid is tussen productie en consumptie. Deze ongelijkheid kan betrekking hebben op:
1. De grootte van de productie en consumptie;
2. de samenstelling van de productie en consumptie;
3. het tijdstip van de productie en consumptie;
4. de plaats van de productie en consumptie.
Detailhandel → direct verkocht aan consument
Groothandel → koopt in bij fabrikant en verdeelt de ingekochte partijen over de detailhandel.
Dienstverlening
Het verrichten van prestaties voor klanten, zonder dat zij een nieuw concreet goed vervaardigen, of
een bestaand goed overdragen.
- financiële dienstverlening (banken, verzekeraars)
- horeca
- transport
- ICT-dienstverlening (softwarebureaus, computeradviesbureaus)
- facilitaire dienstverlening (bewaking, catering, schoonmaak)
Er worden geen of nauwelijks grondstoffen voor ingekocht bij leveranciers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmaoever. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.