!! Zie jaar van aanmaken voor laatst geupdate jaar.!!
Dit document bevat examenvragen van het vak Heelkundig Zorgtraject. Het grootste deel is opgelost, alleen de casussen en de meerkeuzevragen niet, de open vragen wel.
1. De fossa iliaca is
a. Onder de navel
b. Synoniem voor flank
c. Waar je palpeert bij pancreatitis
d. Waar je palpeert bij ontsteking (linkszijdig) sigmoid
2. Pijnloze icterus, palpabele galblaas. Zijn eetlust is afgenomen en hij is vermagerd. Wat is juist?
a. Cholecystitis
b. Positief teken van Murphy
c. Levercirrose
d. Positief teken van Courvoisier
3. Wat is niet typerend bij een DVT?
a. Teken van Buerger
b. Oedeem bij afhangen van het lidmaat
c. Homan test
d. Lidmaat gezwollen en warm
4. Wat zien we niet bij arteriele insufficiente?
a. Oedeem als lidmaat afhangt
b. Rood worden lidmaat
c. Wit, koud lidmaat
d. Positief teken van Homan
5. Bij een unilaterale klaplong hebben we geen:
a. Tachypnee
b. Verminderd geruis
c. Dofheid die meer uitgesproken is
d. Assymetrisch expansie
6. Teken van Rovsing zien we bij:
a. Acute pancreatitis
b. Ontsteking sigmoid
c. Acute cholestase
d. Acute appendicitis
7. Waar zie je het best icterus?
a. Vingerbed
b. Conjunctivae
c. Sclerae
d. Huid
8. Koorts als parameter bij longontsteking
a. Lage spec en hoge sens
b. Hoge spec en hoge sens
c. Lage spec en lage sens
d. Hoge spec en lage sens
9. Wat is geen symptoom van maagperforatie?
a. Plankharde buik
b. Verdwijnen dofheid bij percussie
c. Loslaatpijn
d. Teken van Murray
e. Bewegingsdrang
10. Waar duidt het teken van Murphy op?
a. acute pancreatits
b. acute cholecystitis
c. acute appendicitis
d. acute hepatitis
1
, Examenvragen – Heelkundig zorgtraject
11. Hoe bereken je de positief predictieve waarde
a. TN/(TP+FP)
b. TP/(TP+FP)
c. TP/(TN+FN)
d. TN/(TN+FN)
12. Wat is geen teken van septische shock?
a. Bloeddrukdaling
b. Bleke huid
c. Septische rash
d. Tachycardie
13. Wat zie je NIET bij acute arteriele ischemie
a. oedeemvorming
b. wit en bleek lidmaat
c. teken van Buerger
d. geen arteriele pulsaties
14. Wat is een mogelijk teken van hypoxie?
a. Bleekheid
b. Cyanose
c. Icterus
d. Koude vingers
15. Het epigastrium is
a. synoniem voor flank
b. hoog in de midbuik regio
c. regio rond de navel
d. linker fossa iliaca
16. Bij een pneumothorax heb je volgende kenmerk NIET
a. tachypnee
b. asymmetrische expansie
c. hypotensie
d. verminderde resonantie
17. bij maagperforatie: wat is geen symptoom
a. plankharde buik
b. rebound tenderness
c. verdwijnen dofheid lever thv percussie
d. cris du Douglas bij ppa
18. Hypochonder is?
a. synoniem voor flank
b. regio onder de navel
c. in deze regio zal je palperen bij een galblaasontsteking
d. regio naast pubis
19. Een patiënt heet een niet- pijnlijke icterus met een palpabele galblaas. Bovendien is zijn eetlust
sterk afgenomen en is hij vermagerd. Waar denk je aan?
a. Pancreaskoptumor
b. Levercirrose (knobbelvorming)
c. Dit is een positief teken van McBurney
d. Cholecystitis
20. Waar zie je best anemie?
a. Conjunctivae
b. Sclerae
c. Handpalmen
d. Voetzolen
21. Wat hoort niet bij obstructieve shock?
a. Lage CVD
b. Tachycardie
c. Zwakke pols
d. Koude vingers
2
, Examenvragen – Heelkundig zorgtraject
22. Wat betekent het McBurney teken?
a. acute pancreatits
b. acute cholecystitis
c. acute appendicitis
d. acute hepatitis
23. Bij inademen pijn onder het rechter ribbenrooster
a. Teken van Murphy
b. Teken van McBurney
c. Teken van Courvoisier
d. Teken van Homan
3
, Examenvragen – Heelkundig zorgtraject
EXAMENVRAGEN ANESTHESIE
Prof Van De Velde
Grote open vraag
1. Beschrijf de spierverslappers (soorten, contra-indicaties, complicaties).
Curares zijn competitieve antagonisten (de niet-depolariserende) of agonisten (succinylcholine) voor
acetylcholine in de neuromusculaire junctie. Competitie met normale neurotransmitter Ach
verantwoordelijk voor spiercontractie. Worden gebruikt om minder weerstand te hebben voor de
chirurgie en intubatie, geen reflexbewegingen. De incisie die nodig is voor de operatie zal veel kleiner
zijn wanneer de spieren verslapt zijn.
Depolariserende VS niet depolariserende: Veroorzaken eerst spiercontractie (afgebroken door
pseudocholinesterasen VS acetylcholine esterasen), daarna is er tekort aan Ach waardoor spieren
verslappen VS inhiberen de werking van Ach door bindingsplaatsen in te nemen, dus veroorzaken
niet eerst een spiercontractie.
Snelst werkend bv succinylcholine.
depol niet depol
kortwerkend succinylcholine mivacurium
langwerkend - vecuronium, rocuronium
Complicaties:
- Wegvallen van spiertonus tong = bedreiging veilige luchtweg.
- Ademhalingsspierverslapping ook na de anesthesie ‘restcurarisatie’ = onderdrukking AH.
- Depolariserende: aritmie/bradycardie, hyperkalemie, stijging ICP dus niet bij hoofdtrauma,
spierpijn
- Niet depolariserende: vrijzetting histamine => jeuk, rood, anafylactische reactie, tachycardie.
Ook interactie met andere medicatie => versterkend effect, bv volatiele anesthetica, diuretica,
lokale anesthetica.
Contra-indicaties: neurochirurgie/hoofdtrauma en maligne hyperthermie => zeker geen
succinylcholine gebruiken
2. Leg de Pka uit en wat het belang is bij lokale anesthetica. /////
Een lokaal anestheticum is een zwakke base. Wanneer de pKa = pH is er 50% aanwezig in basische
vorm en 50% in geïoniseerde vorm. Hoe hoger de pKa, hoe minder snel het LA zal werken aangezien
er dan meer in de geïoniseerde vorm aanwezig is. Dus hoe lager de pKa, hoe sneller het LA werkt.
De pKa bepaalt dus de inwerkingssnelheid.
Zie ook vraag 18
3. Leg spinale, epidurale en CSE verdoving uit. //
Spinale = single shot (geen verblijfscatheter), eenvoudig, snel en krachtig, goedkoop en beperkte
werkingsduur (max 2-3 uur). We gaan een erg fijne naald inbrengen ONDER niveau L2-L3. Perforatie
van de dura mater en aspiratie van cerebrospinaal vocht. We injecteren een kleine hoeveelheid LA
rechtstreeks in CSV. Er zijn maar kleine hoeveelheden LA nodig, omdat de injectie direct bij het
ruggenmerg gebeurt en de zenuwvezels niet gemyeliniseerd zijn.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lemonpie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.