Week 6: Grensoverschrijding tussen strafrecht, staats- en bestuursrecht en privaatrecht: strategisch
procederen voor mensenrechten in Nederland
GEEN VERPLICHTE LITERATUUR – GASTCOLLEGE
Week 7: Uitingsdelicten
Van Noorloos – Strafbaarstelling van belediging van geloof
Het verbod op groepsbelediging werd in de jaren 30’ ingevoerd in het licht van het toenemende fascisme en
antisemitisme, met het idee de openbare orde te beschermen. Dit om te voorkomen dat derden bepaalde
ideeën zouden krijgen. In 1990 kwamen hier de gronden geslacht en seksuele oriëntatie bij.
Beledigend in de zin van art. 137c Sr betekent: aanranding of aantasting van de morele integriteit.
Belediging is een objectief begrip. Het moet de menselijke waardigheid aantasten, of zo bedoeld zijn. De
context speelt ook een belangrijke rol. Toetsingskader van de HR:
1. Is een uiting op zichzelf beledigend?
2. Is het zo dat de context aan de uiting het beledigende karakter ontneemt?
3. Is de uitlating niet onnodig grievend? (Proportionaliteitstoets)
De term wegens in art. 137c Sr zorgt voor een causaal verband tussen de uitlating en het groepskenmerk.
Opzettelijk als bestanddeel kan volstaan worden met voorwaardelijke opzet. Er is een terughoudende toets
als het gaat om wat een godsdienst of levensovertuiging is.
Aanzetten tot in art. 137d Sr leidt ertoe dat het niet daadwerkelijk hoeft te resulteren in haat e.d. Haat tegen
mensen wordt gezien als een intrinsiek conflictueuze tweedeling tussen verschillende groepen. De definitie
van discriminatie is terug te vinden in art. 90quater Sr. Ook bij dit artikel is de context van belang. Door
middel van de contextuele interpretatie is de rol van art. 10 EVRM steeds groter geworden.
Wanneer is een uitlating indirect beledigend? Indien niet expliciet de groep mensen genoemd wordt, maar
het wel over hen gaat gezien de context. Ook symbolen of gebaren (Hitler-groet) kunnen als beledigend
worden beschouwd. Het bagatelliseren of ontkennen van bijvoorbeeld de Holocaust is ook indirecte
belediging. De historische context speelt ook een grote rol. Een vierde vorm van beledigen is wanneer het
letterlijk genomen over religie gaat, maar gezien de context toch gericht is op een groep mensen, zoals:
minder Islam = eigenlijk minder moslims. Dit was ook aan de orde bij Wilders en zijn Fitna film. Het moet
gaan om nodeloos krenkend uitspreken over een godsdienst. Erg restrictieve interpretatie van de Hoge
Raad.
Om te bewerkstelligen dat art. 137c Sr bescherming biedt tegen als ernstig ervaren belediging van burgers
door belediging van hun geloof en geloofsbeleving is een wetswijziging nodig. De interpretatieruimte voor
de rechter is namelijk maar erg klein. De ratio achter een strafbaarstelling is van groot belang bij een
wetswijziging.
De vrijheid van meningsuiting staat in art. 7 Grondwet. Achteraf kan hier een beperking op worden
gemaakt, vooraf nooit. Ook hebben we art. 10 EVRM met het volgende toetsingsschema:
1. Is er sprake van een beperking van de vrijheid van meningsuiting?
2. Is deze beperking bij de wet voorzien? (law; accessible & foreseeable)
3. Heeft die beperking een legitiem doel? (Nationale veiligheid e.d.)
4. Is de beperking noodzakelijk in een democratische samenleving?
NB: Redelijk grote beoordelingsmarge aan lidstaten toegekend, nu zij beter in staat zijn om de nationale
context in te zien. Art. 17 EVRM speelt hierbij ook een rol. EHRM vindt religieuze figuren in combinatie
met seks vaak geen schending opleverend met art. 10 EVRM. Kritische studie van de Koran leidde tot een
jaar gevangenisstraf in Turkije, dit was wel in strijd met art. 10 EVRM. Staten hebben met betrekking tot
art. 10 EVRM en geloof een grote beoordelingsmarge.
Rapport van Venetië-commissie om het verbod op godslastering in wetgeving weg te nemen. Alleen
strafbaar als het gericht is op een groep mensen. De VN en het IVBPR: art. 20 lid 2. Strafbaarstelling is niet
vereist. Er moet wel tegen worden opgetreden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievanboekhold. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.