100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cassussen blok bewegingsapparaat jaar 3 $5.88
Add to cart

Summary

Samenvatting Cassussen blok bewegingsapparaat jaar 3

3 reviews
 241 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Alle casussen van bewegingsapparaat jaar 3

Preview 4 out of 344  pages

  • November 25, 2017
  • 344
  • 2016/2017
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: leonettema • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Juliegeldens • 5 year ago

review-writer-avatar

By: babettedonners • 6 year ago

avatar-seller
Casussen blok bewegingsapparaat
Orthopedie

Poli Orthopedie – Knie en heup aandoeningen


Algemeen (Al), Epidemiologie (E), Klinische beeld (K), anatomie(A), pathofysiologie(P),
diagnostiek/aanvullend onderzoek (D), therapie (T), risicofactoren/preventie (R), Complicaties (C)

Heup
Congenitale heupdysplasie
Al: Abnormale groei van de heup, waarbij subluxatie, dislocatie, instabiliteit en teratologische
dislocatie kan optreden.




E: Incidentie geschat op: 1-4%, luxeerbare heupen bij pasgeborene factor 10 hoger. Meisjes 4-8x
meer kans op een congenitale afwijking. Komt vaker voor in combinatie met klompvoeten, torticollis,
metatarsus varus, calcaneo-valgusvoeten, hernia inguinalis en bij kinderen geboren in stuitligging.

R: positieve familieanamnese. 36% risico wanneer een van beide ouders een aangeboren
heupafwijking had. Komt meer voor in westerse landen.

P: Kinderen hebben vaak laxiteit in de ligamenten maar zijn meestal niet onstabiel. Er is dus meer
nodig dan alleen laxiteit om congenitale heupdysplasie te veroorzaken. Laxiteit heupkapsel speelt
een rol, bepaald door hormonale, genetische factoren of geïnduceerd door ruimte beperkende
factoren in de uterus. Minderheid van de gevallen door een genetische primair aanleg of
ontwikkelingsstoornis van het acetabulum. Exacte moment van luxatie ligt kort voor de geboorte,
rond de geboorte of in de eerste levensmaanden.

Morfologische veranderingen in acetabulum, weke delen en femur gevolg van abnormaal vergrote
beweeglijkheid van het heupgewricht.

D:

• Symptomen: instabiliteit van het heupgewricht.
o Zuigelingen vanaf 3 maanden: abductiebeperkingen
o Jonger dan 1 jaar: ze lopen niet, luxatie niet hoog waarbij geen of gering
beenlengteverschil
o Na 1 jaar: trekken met een been, mank lopen of een beenlengteverschil.

, • Ortolanie: Zuigeling op de rug leggen  heupen en knieën 90 graden buigen en
heupen abduceren reponatie heupkop
• Barlow: opsporen geluxeerde heupen maar ook luxeerbare heupen  9- graden
gebogen heupen en knieën en midabductie, op trochanter major druk naar
ventraal luxatie gereponeerd druk duim in lies en axiale druk femur  test of
heupkop te luxeren is.
• Beeldvorming
o Echografie van de heup, indien alleen minieme afwijkingen aantoonbaar dan
Röntgen.
o Röntgen: onderscheid tussen eenvoudige dysplasie, subluxatie of een al niet
te reponeren luxatie.
o MRI alleen bij problemen tijdens behandeling
B: Onder de leeftijd van 3 maanden geneest heupdysplasie soms spontaan.

Beugel/bandage  spreibroekje oftewel pavlik bandage in leeftijd 3-6 maanden, reponeren van
femur in heupkom. Vervolgens wordt het in deze positie vastgezet, waardoor de kom dieper kan
ontwikkelen. De benen worden met klittenband in spreidstand gehouden. Als het kind dan met
benen trappelt ontstaat er door intensievere druk van de heupkop op de heupkom een groeiprikkel.
24 per dag gedragen worden.




Tractiebehandeling wanneer luxatie maar bandage werkt niet  ziekenhuisopname. Doormiddel
van tractiebehandeling wordt geprobeerd de heup in plaats te brengen  heupen en pezen rekken
op na enkele weken heupkom soepel in kom. Na deze behandeling 2x 6 weken een bekkengips
zodat het kapsel stevig genoeg wordt en de kop er niet meer kan uitglijden.

Operatie wanneer weefsel aanwezig is tussen heupkop en heupkom, wordt dit weefsel verwijdert
en de kop in de kom geplaatst. Wanneer de heupkom ondiep is  pandakplastiek stukje bot uit
het bekken wordt boven in het pandak gezet zodat het zich sneller kan ontwikkelen.



C: Probleem bij elke heupaandoening kwetsbare bloedvoorziening proximale femur
beschadiging precaire circulatie (avasculaire necrose) door behandeling directe consequenties voor
de groei, vorm en functie heup.



Bronnen:

, - Orthopedie – Verhaar
- http://emedicine.medscape.com/article/1248135-overview
- https://www.orthopedie-stadskanaal.nl/websites/653/images/congenitale-
heupdysplasie.pdf


Ziekte van Perthes
Al: aandoening waarbij de bloedvoorziening naar de heup gedurende enige tijd is gestopt, bot sterft
af. De ronde vorm van de heupkop gaat verloren gedurende herstel.

K: pijn en mank lopen door deformatie van de heupkop. Bij kinderen tussen de 3 en 11 jaar, vooral 4-
8 jaar. 4 keer vaker bij jongens. 10% van de gevallen dubbelzijdig

P: necrose van een deel van het bot van de proximale femurepifyse als gevolg van een tijdelijke
onderbreking van de bloedcirculatie oorzaak onbekend. Gewrichtskraakbeen blijft vitaal, omdat
gevoed vanuit synoviale vloeistof. Er zijn 4 stadia in perthes:

- Initiële necrose bloedvoorziening naar femurkop afgebroken en botcellen gaan
dood, inflammatie en irritatie  kan enkele maanden duren.
- Fragmentatie  gedurende 1-2 jaar, lichaam verwijderd dode bod en vervangt het
met zachter bot. Bot is zwakker en collabeert makkelijker.
- Reossificatie  nieuwer, sterker bot ontwikkelt en begint de vorm van femurkop te
krijgen, kan een paar jaar duren.
- Heling  bot hergoei is compleet en femurkop heeft nu de uiteindelijke vorm. Hoe
rond de kop is, hangt af van de mate van schade tijdens de fragmentatie fase.




D:

• LO: afwijkend looppatroon, soms positief teken van
trendelenburg en bewegingsbeperking van het
heupgewricht (abductie en rotaties).
• Echo: gekeken naar hydrops en zwellingen van het kapsel
• Röntgenonderzoek in voorachterwaartse richting in de
positie volgens Lauenstein (kikkeropname) voor de
diagnose, vaststellen prognose en behandeling.

, Catterall  indeling in 4 klassen, afhankelijk van de uitgebreidheid van de laesie in de heupkop.
Onderscheiding in initiële fase, sclerotische fase, fragmentatiefase en herstelfase.

1. Histologisch en klinische diagnose zonder radiografische bevindingen
2. Sclerose met of zonder cystische veranderingen met behoud van contour en
oppervlak van de femurkop
3. Verlies van structurele integriteit van de femurkop
4. Verlies van structurele integriteit van femurkop en acetabulum


B: doel om deformatie tegen te gaan. Beloop is afhankelijk van de leeftijd waarop en de
uitgebreidheid van de necrose.

Beperking van de lichamelijk activiteiten van het kind is doorgaans voldoende, bewaken van de
heupkop  mag niet te veel uit de kom gaan steken. Soms klinische opname noodzakelijk
tractiebehandeling

Bij 60% van de kinderen is geen actieve behandeling nodig.

Wanneer sprake is van lateralisatie en deformatie  containmentverlies (tijdens zwakker fase
heupkop maximaal mogelijk geplaatst in de kom). Om verdere vervorming te voorkomen is het
herwinnen en behouden van containment essentieel.

• Orthesen 4-6 jaar heup in abductie houden.
Operatief

• Variserende femurosteotomie 7-10 jaar
• Pandakplastiek of bekkenosteotomie
DD: coxitis fugax, bacteriële coxitis/osteomyelitis, juveniele chronische artritis, paraneoplastische en
para-infectieuze artralgie en lokale botafwijkingen zoals juveniele botcyste of een osteoïd osteoom.



Bronnen:

- http://emedicine.medscape.com/article/410482-overview#a1
- orthopedie
- http://orthoinfo.aaos.org/topic.cfm?topic=a00070




Coxitis fugax transiënte synovitis
Al: meest voorkomende aandoening van het heupgewricht bij kinderen tussen 3-10 jaar. Afwijking
vaker bij jongens.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelhees. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88  4x  sold
  • (3)
Add to cart
Added