Samenvatting Financien en Fiscaliteiten - Fiscaliteit
29 views 0 purchase
Course
Fiscaliteit blok 6
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Book
Financien en Fiscaliteiten (voor HBO Vastgoedopleidingen en overige beroepsopleidingen vastgoed en makelaardij)
Deze samenvatting behandelt het fiscale aspect van het boek en richt zich op Box 1 en diverse belastingsoorten. Het biedt een beknopte, maar grondige uitleg van deze essentiële onderwerpen in de fiscaliteit. Ideaal voor studenten die inzicht willen krijgen in belastingen en het Nederlandse belasti...
3 vragen die centraal staan bij het uitvoeren van belastingwetten zijn:
1. Wie is de belasting verschuldigd?
2. Waarover moet belasting worden betaald?
3. Hoeveel belasting moet worden betaald?
Doel van de belastingheffing
Iedereen betaalt belasting:
- aan de centrale overheid; inkomstenbelasting
- aan provincie & gemeente; OZB
Naast het heffen van belastingen kan de overheid haar activiteiten ook op andere wijze financieren:
Financieringsmogelijkheden voor de overheid
Belastingen; verplichte bijdragen van burgers, zonder tegenprestatie. Voor o.a. wegen. (bv
inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en omzet)
Retributies; vergoedingen die een burger moet betalen omdat hij bepaalde diensten van de overheid
afneemt; tegenprestatie: afgeven rijbewijs, bouwvergunning etc.
Sociale premies
• Volksverzekeringen; om uitkeringen te kunnen betalen en worden door de Belastingdienst geïnd; bv
AOW
• Werknemersverzekeringen; komen ten laste van de werkgever en worden door de Belastingdienst
geïnd via de aangifte loonheffingen: WIA, WW, etc.
• Overige inkomsten; zoals de inkomsten uit de verkoop van gas
1.2 Plaats van belastingrecht
1.2.1 publiekrecht – privaatrecht
- Het belastingrecht is onderdeel van het publiekrecht
- de overheid kan echter ook te maken krijgen met het privaatrecht; optreden
1.2.2 plaats binnen de wetten
Belastingrecht vormt een verzameling van wetten:
- Wet IB (Wet Inkomstenbelasting)
- Wet OB (Wet Omzetbelasting)
1.2.3 materieel recht – formeel recht
Materiele belastingwetten: Wet IB, Wet OB
Formele belastingrecht: de wijze waarop de belasting moet worden geïnd & het materiële belastingrecht wordt
gehandhaafd.
1.3 Soorten belastingen
1. Wetgeving voor centrale overheid en lagere overheden
- Inkomstenbelasting & omzetbelasting → door de centrale overheid opgelegd
- Provincie & gemeente mag ook belasting heffen: bv motorrijtuigbelasting, aanslag op
onroerendezaakbelasting.
2. Directe en indirecte belastingen
Direct = de belasting wordt geheven bij degene die de belasting in zijn portemonnee moet voelen;
- loonbelasting wordt ingehouden op salaris werknemer, ondernemer moet inkomstenbelasting betalen
- dividendbelasting wordt ingehouden door de bv als iemand dividend ontvangt van een bv waarin hij belegt.
Indirect = degene bij wie de belasting wordt geheven, zal zijn betaling doorbelasten aan een ander.
- omzetbelasting; ondernemer moet omzetbelasting betalen over zijn verkopen, maar deze belasting berekent
hij door aan zijn cliënten door de verkoopprijs te verhogen → klanten betalen indirect de omzetbelasting.
,3. Tijdstip- en tijdvakbelastingen
Tijdvakbelasting = bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting (ook bij vennootschapsbelasting), moet
het inkomen over een heel kalenderjaar worden verantwoord
Tijdstipbelasting = belastingheffingen die betrekking hebben op een gebeurtenis op een specifiek tijdstip; bv
overdrachtsbelasting.
4. Aanslag- en aangiftebelastingen
Bij dit onderscheid gaat het vooral om de volgorde waarin een en ander geschied; het heeft betrekking op het
moment waarop de verschuldigde belasting moet worden voldaan.
Aanslagbelasting = de belastingplichtige dient zijn aangifte in bij de Belastingdienst, die de aangifte verwerkt en
een belastingaanslag oplegt. Na ontvangst moet hij de verschuldigde belasting betalen (bv inkomstenbelasting,
vennootschapsbelasting)
Aangiftebelasting = ook hierbij moet de belastingplichtige aangifte doen, maar waar hij bij een aanslagbelasting
kan wachten met betalen tot hij een aanslag krijgt, moet hij de verschuldigde al belasting afdragen op het
moment dat hij de aangifte indient; hierbij uitgaand van het eigen berekende bedrag (bv loonbelasting,
omzetbelasting, dividendbelasting)
Voorlopige aanslag = een schatting; aanslagbelastingen kunnen even duren dus er wordt veel gewerkt met een
voorlopige aanslag.
5. Subjectieve en objectieve belastingen
Subjectieve belasting = er wordt rekening gehouden met de persoon (subject) die de belasting verschuldigd is;
leeftijd, kinderen of niet, etc.
Objectieve belasting = er wordt geen rekening gehouden met de persoon; bv vast percentage
overdrachtsbelasting
1.4 Beginselen in het belastingrecht
• Het draagkrachtbeginsel = ‘de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen’. Meer inkomen =
meer belasting betalen
• Profijtbeginsel = Iedere Nederlander heeft profijt van de zaken die de overheid voor haar rekening neemt;
organiseren onderwijs, aanleggen van wegen
• Beginsel van de minste pijn = De bepaalde belastingen worden geheven zonder dat de belastingplichtige
dit merkt.
• Beginsel van de bevoorrechte verkrijging = als je een loterij wint of erfenis ontvangt, betaal je
respectievelijk kansspelbelasting en erfbelasting. Omdat het een financiële meevaller is en de heffing
minder in de portemonnee wordt gevoeld.
1.5 Vindplaatsen in het belastingrecht
Geschreven & ongeschreven bronnen
• Wetgeving → dient ter bescherming van de grondrechten
Verticale werking = de bescherming van grondrechten in de relatie tussen overheid en burger
Horizontale werking = de handhaving van de grondrechten tussen burgers en/of rechtspersonen onderling
• Uitvoeringsregelingen- en besluiten
In diverse wetten wordt regelmatig verwezen naar andere regelingen; delegatiebepalingen.
Uitvoeringsbesluiten (Amvb) en uitvoeringsregelingen zijn voorbeelden van delegatiebepalingen; deze hebben
ook minder formele eisen en kunnen dus sneller worden ingevoerd dan een nieuw wet.
• Europese richtlijnen
Nederland maakt deel uit van de Europese Unie. Binnen Europa worden afspraken gemaakt die worden
vastgelegd in richtlijnen. Europese unie leden moeten zich hieraan houden.
• Besluiten (resoluties)
Staatsecretaris van Financiën kan via een besluit aangeven hoe hij denkt dat de wetgeving moet worden
uitgelegd. Met deze besluiten moet rekening worden gehouden bij het opleggen van beslagen en innen van
belastingen.
Pseudowetgeving = belastingdienst, belastingplichtigen en belastingadviseurs moeten rekening houden met
wat in de besluiten staat.
• Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
, De belastingdienst moet zich gedragen als een behoorlijk bestuurder. Verschillende criteria waaraan een
behoorlijk bestuurder moet voldoen → tot stand gebracht in Rechtspraak:
- vertrouwensbeginsel = een belastingplichtige moet erop kunnen vertrouwen dat de Belastingdienst zijn
toezeggingen nakomt.
- gelijkheidsbeginsel = de Belastingdienst mag bij het toepassen van de belastingwetten geen onderscheid
maken; iedereen moet gelijk behandeld worden.
• Rechtspraak (jurisprudentie)
- bezwaar → bezwaarschrift indienen bij de Belastingdienst → in beroep bij de Rechtbank → Hoger beroep bij
het Gerechtshof
1.6 Partijen binnen het belastingrecht
Wetgever
De Tweede Kamer: het recht om wetsvoorstellen in te dienen of wijzigingen voor te stellen
Ministers en staatssecretarissen moeten de Tweede Kamer goed informeren
Eerste Kamer: wetgevende taak; wetsvoorstellen van de Tweede Kamer goedkeuren
Parlement: Eerste & Tweede kamer → bepalen samen hoe de belastingheffing in NL wordt gegeven.
Belastingdienst
Voornaamste taak = het uitvoeren van de fiscale regelgeving en het innen van de belastingen en premies die op
grond van de Nederlandse wetgeving moeten worden afgedragen.
Compliance = de belastingplichtige moet de regelgeving zoveel mogelijk uit zichzelf nakomen:
Horizontaal toezicht = de Belastingdienst maakt afspraken met de belastingplichtige en zijn adviseur. De
adviseur bespreekt de relevante fiscale kwesties met de Belastingdienst vóórdat de aangite wordt ingediend.
Andere taak = het uitkeren van diverse toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag)
- de belastingdienst registreert het inkomen van iedere belastingplichtige in het Basisregistratie Inkomen (BRI)
Belastingplichtige = rechtspersonen worden niet op de heffing betrokken o.g.v. de Wet IB, maar van de Wet
Vbp; Wet Vennootschapsbelasting
Belastingadviseur = fiscalist
Belastingrechter = als de belastingdienst en de belastingplichtige van mening verschillen over de wijze waarop
de belastingwetgeving moet worden toegepast, kunnen zij hun geschil voorleggen aan de rechter.
Hoofdstuk 3 - INKOMSTENBELASTING
WE spreken van een heffing bij een bedrag dat door de overheid wordt vastgesteld
en dat aan de overheid moet worden afgedragen. Heffingen leiden tot hogere kosten
voor producent en-of consument
3.2 Belastingplicht
Inkomstenbelasting = betaal je als je in dienst bent over je loon
• Inkomstenbelasting wordt geheven voor natuurlijke personen (vof, etc. zijn rechtspersonen)
- binnenlands belastingplichtig = wonend in Nederland. Moeten inkomstenbelasting betalen over
hun inkomen, waar ter wereld ze dat ook hebben genoten = woonplaatsbeginsel
- buitenlands belastingplichtig = wonend in buitenland en je hebt inkomsten in of vanuit
Nederland waarover Nederland belasting mag heffen; inkomstenbelasting = bronstaatbeginsel
= SUBJECTIEVE BELASTINGPLICHT
Dubbele belastingheffing = de heffingsbeginselen die Nederland hanteert voor de
inkomstenbelasting, het woonplaatsbeginsel voor binnenlands belastingplichtigen en het
bronstaatbeginsel voor buitenlands belastingplichtigen; zowel Nederland als het andere land heft
belasting over het inkomen.
Woonplaats
Wordt bepaald aan de hand van feitelijke omstandigheden:
Sociaal: woonplaats gezin, lidmaatschap verenigingen, etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmaoever. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.