De Nederlandse kinderopvang in wetenschappelijk perspectief
Met dit document heb ik een 8.4 gehaald. Het bestaat uit de hoorcolleges aangevuld met relevante informatie uit de artikelen en het boek. Let op: er staat in dit document dus geen letterlijke samenvatting van alle artikelen en de hoofdstukken uit het boek. De relevante informatie is hieruit gehaal...
College 1
H.2: De pedagogische kwaliteiten van de Nederlandse kinderopvang
H.3 Pedagogische kwaliteit in internationaal perspectief
H.7: Werken aan pedagogische kwaliteit: uitkomsten uit Nederlands interventieonderzoek
Fukkink et al., 2019
College 2
H.6: Effecten van kinderopvang op de ontwikkeling van kinderen: een beknopt overzicht van buitenlands onderzoek
Egert et al., 2018
College 4
Allen et al., 2013
Gregory et al., 2014
Schunk et al., 2014
College 5
ten Bokkel et al., 2022
Kincade et al., 2020
Roorda et al., 2011
College 6
Bosman et al., 2021
Honkasilta et al., 2016
McGrath & van Bergen, 2015
College 7
Costa et al., 2020
Spruit et al., 2020
Van der Helm et al., 2018
Vermaes & Nijhof, 2014
College 8
Harder et al., 2013
Karver et al., 2018
Leipoldt et al., 2019
Mota & Matos, 2015
Zegers, & Schuengel, 2009
College 9
Geurts et al., 2012
Lamers et al., 2016
Welmers-van de Poll et al., 2018
Welmers-van de Poll et al., 2021
College 10
Boonk et al., 2018
Sheridan et al., 2019
Swartz, & Easterbrooks, 2014
College 11
Fukkink & van Verseveld, 2019
Fukkink & Lalihatu, 2020
Verheijen-Tiemstra et al., 2020
, HOORCOLLEGE 1: VERSCHILLENDE ROLLEN EN KWALITEIT PEDAGOGISCH MEDEWERKER
De Nederlandse kinderopvang:
• Kinderdagverblijf, peuterspeelzaal/voorschoot, gastouder, buitenschoolse opvang, ouderparticipatiecrèche.
• Ongeveer 1 miljoen kinderen 0-12 jaar gaan wekelijks naar de opvang (50/50 voorschoolse-buitenschoolse opvang).
• 75.000 werknemers ongeveer 20 uur per week.
In de 19e eeuw ontstaat de kinderopvang en schoolsysteem. Vanwege de kritiek op bepaalde praktijken die in Frankrijk heel
populair zijn: bijvoorbeeld dat moeder borstvoeding wil geven, maar dit uitbesteed aan een min. Rousseau zegt: het kan goede
melk zijn, maar de min is slecht. Je weet niet of dit een goede professionele opvoeder is. Er ontstaan crèches en allemaal namen
ontstaan.
• Nu in Nederland: kinderopvang
• Nu internationaal: early childhood education and care (ECEC)/childcare
• Na WOII zien wij een pedagogische wending: van alleen hygiëne, regelmaat, rust naar opvoeding in een professionele
context.
VB tentamen
• Wat is het gespleten profiel bij de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers?
• Welk werelddeel heeft gemiddeld de hoogste (globale) proceskwaliteit?
(1) Structurele kwaliteit (rand voorwaardelijk, iets meer op afstand)
• Groepsgrootte: hoeveel is verantwoord?
• Beroepsopleiding
• Kind-ratio: hoeveel baby’s etc. op hoeveel pedagogisch medewerkers? Hoe jonger de kinderen, hoe meer pedagogisch
medewerkers (BKR = beroepskracht-kind-ratio).
→ hiermee leg je de basis voor hoe de mensen werken en hoe de kinderen opgroeien. Groepen niet te groot. Personeel
pedagogisch opgeleid en normale verhouding tussen professionals en kinderen. Hoe jonger de kinderen, hoe meer
PM’ers op de groep.
• Legt een bodem voor proceskwaliteit
(2) Proceskwaliteit = proximale processen. Interactie die je als kind merkt, raakt, voelt, ervaart. In hoeverre je je veilig voelt. In
hoeverre je ontwikkelt, in hoeverre je een woord/taal leert.
• Proceskwaliteit = globale kwaliteit (leefomgeving) + staf-kind interacties
• Wat voor ruimte is dit? Prettige akoestiek? Prettige stoelen? Kijken naar de globale ruimte.
• Staf-kind-interacties. Wordt het kind opgemerkt? Krijgt het kind aandacht? Dergelijke interacties zijn extra voorspellend
voor de ontwikkeling van kinderen.
• Voorspelt de ontwikkeling van kinderen.
(3) Ontwikkeling van kinderen
European quality framework: wat is de kwaliteit?
(1) Toegankelijkheid > opvang voor ieder kind
(2) Staf en werkcondities > personeelstekort en werkdruk
(3) Curriculum > aansluiting met onderwijs?
(4) Monitoring en evaluatie > regeldruk, zelfevaluatie
(5) Beleid en financiering > “gratis” kinderopvang. Gaat niet door.
,Er zijn verschillende dimensies van pedagogische kwaliteit:
• Globale proceskwaliteit (de kwaliteit van de leefomgeving van de groep, de inrichting van de ruimte, de materialen, het
dagprogramma en de activiteiten die worden ondernomen).
• Interactievaardigheden van de staf (de omgang van de pedagogisch medewerkers met de staf).
• Structurele kwaliteit (zoals groepsgrootte, beroepskracht kind ratio en opleiding).
→ In dit onderzoek ligt de focus op de proceskwaliteit en de interactievaardigheden.
Vraag 1: Wat zijn de sterkere en zwakkere kanten van de Nederlandse kinderopvang?
Voldoende tot goed Onvoldoende
Globale proceskwaliteit: Globale proceskwaliteit:
• Ruimte en meubilering • Stimulering van geletterdheid
• Taal • Stimulering van rekenen
• Activiteiten • Activiteiten
• Interacties
• Programma
Interactievaardigheden staf Interactievaardigheden staf
• Emotionele ondersteuning • Educatieve ondersteuning
• Structureren en grenzen tellen Ontwikkelingsstimulering
• Praten en uitleggen • Begeleiden van interacties
• Gedragsregulatie
Specifiek voor BSO
• Materialen voor taal en denken; voor natuur;
video/tv; muziek/dans/drama
Proceskwaliteit: interactievaardigheden (CIP)
Je wilt dat een pedagogisch medewerker gedurende de dag 6 signalen laat zien:
(1) Sensitieve responsiviteit: we pikken de signalen op van kinderen, interpreteren deze correct en reageren hier adequaat op
(2) Respect voor de autonomie van kinderen: tegenovergestelde is de keuzes maken voor de kinderen en als zij iets doen
meteen ingrijpen.
(3) Structureren en grenzen stellen: duidelijk maken wat jullie gaan doen, hoe jullie dat gaan doen.
(4) Praten en uitleggen: de hele dag door gebeuren er dingen. Je geeft aan alles woorden en taal. Hierdoor leren zij taal en
begrijpen zij wat er gaande is. Hoe de wereld in elkaar zit, wat ze vandaag gaan doen.
(5) Ontwikkelingsstimulering: taal, voorlezen, vragen en antwoorden, creativiteit, biologie etc.
(6) Begeleiding van interacties: niet alleen agentje spelen, maar het ook mogelijk maken. “Wij gaan samen een tekening
maken”. Zo leer je samenwerken.
Vraag 2: Waar hangt de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang mee samen?
De algemene proceskwaliteit van kinderdagverblijven hangt samen met de bestaansduur van een locatie: de pedagogische
kwaliteit is iets hoger bij kinderdagverblijven die langer dan vijf jaar bestaan.
• Het niveau van interactievaardigheden hangt samen met individuele kenmerken van de pedagogisch medewerkers en
met de professionele organisatie van de locatie waar zij werkzaam zijn.
• Eén van de voorspellers is werkervaring (mensen die meer dan 5 jaar werkzaam zijn, bleken vaardiger)
• Het spreken van Nederlands thuis hangt positief samen met het niveau van interactievaardigheden en is dan zichtbaar op
de basisvaardigheden sensitiviteit en respect voor autonomie.
• De woordenschat van de pedagogisch medewerkers hangt samen met praten en uitleggen op de groep.
• Continue professionele ontwikkeling, interna kwaliteitszorg en een planmatige aanpak van de dagelijkse activiteiten op de
groep, zijn ook voorspellers van het niveau van de interactievaardigheden.
• BSO: de organisatorische kwaliteit van het centrum hing positief samen met de emotionele ondersteuning door de staf op
de bso-groepen.
Class (bold) & Caregiver Interaction Profile (CIP) instrument samen
Emotional support Classroom organization Instructional support
Sensitieve responsiviteit Structureren en grenzen stellen Praten en uitleggen
Respect voor autonomie Ontwikkelingsstimulering
Begeleiding van interacties
, Kwaliteit van interacties op de groep
Wordt gemeten met CLASS, verdeeld over 3 domeinen:
• Emotionele ondersteuning
• Groepsorganisatie
• Educatieve ondersteuning
De gemiddelde scores van de interactievaardigheden. De eerdere 6 vaardigheden.
Links = kinderopvang
Rechts = bso
Wat is het grote patroon bij beide plaatjes? Het begint best hoog, maar hij zakt nogal. Emotionele ondersteuning is best op orde,
daarna taal etc. wat minder. Dit is het gespleten patroon > split pattern. Goed op 1, 2 en 3 en minder goed op 4, 5 en 6.
• Sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie (= emotional support) van de kinderen door de stad is doorgaans
adequaat tot goed.
• Structureren en grenzen stellen (= classroom organisation) is adequaat tot goed.
• Echter, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiding van interacties (=instructional support) door de staf is
duidelijk zwakker.
• Dit gespleten profiel is internationaal zichtbaar in alle kinderopvangsoorten. Goed op de eerste 3 vaardigheden,
gemiddeld zwakker op de laatste 3 vaardigheden. Kennelijk is het moeilijk om het allemaal te doen gedurende de dag.
Pedagogisch medewerkers in Nederland zijn gemiddeld genomen redelijk goed in het bieden van emotionele ondersteuning van
de kinderen en de organisatie van de groep, maar zwakker in educatieve ondersteuning.
→ dit patroon is ook zichtbaar in andere landen.
Interactievaardigheden: OPC versus KDV
In Nederland bestaan er ouderparticipatiecrèches (parent-led child care, PLC), dit zijn crèches voor kinderen van 0-4 jaar oud
waarbij ouders voor de kinderen zorgen in plaats van professionals.
➢ Doel: onderzoeken of normale kinderopvang en PLC dezelfde of een andere pedagogische kwaliteit waarborgen voor
kinderen van 0-4 jaar oud.
Ouderparticipatie-crèche en professionele opvoeder.
• Het verschil tussen de PLC-verzorgers en de professionele verzorgers was statistisch significant voor sensitieve
responsiviteit en respect voor autonomie ten gunste van de professionele zorgverleners. Voor andere vaardigheden
waren de verschillen klein en niet significant Er zijn ook geen verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen.
• Verschillen zijn dus niet erg groot. Ouders kunnen het dus goed doen. Wat helpt is dat de ouders zichzelf hebben
geselecteerd, ze zijn niet zomaar van de straat geplukt.
• Split zien wij ook hier weer terug
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marisalensen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.41. You're not tied to anything after your purchase.