100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Sociaal-culturele contexten: hoorcollege aantekeningen $5.35
Add to cart

Class notes

Sociaal-culturele contexten: hoorcollege aantekeningen

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document met uitgebreide hoorcollege aantekeningen heb ik gemaakt tijdens het volgen van het vak Sociaal-culturele contexten. Dit is een basisvak voor veel bachelor/(pre-)masters aan de Radboud Universiteit. Zelf volg ik de pre-master onderwijswetenschappen en kreeg dit vak in de eerste periode...

[Show more]

Preview 4 out of 43  pages

  • October 31, 2023
  • 43
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Dr. els rommes, dr. saskia van schaik
  • All classes
avatar-seller
Sociale en culturele contexten
Hoorcollege 1

Huishoudelijke zaken:

 Literatuur middels zelfstudie eigen maken, collegestof is verplicht en legt maar voor een deel
de literatuur uit. Leesgroepje  Brightspace?
 Brightspace: ruimte voor vragen en discussie.
 Cerego: 3 of 4 leerblokken. Definities leren, want hogere orde kennis bouwt voort op de
definities.
 Tentamen is meerkeuze: maar niet zoals Cerego



Sekse-specifieke problematieken

Bij elke sekse passen specifieke problemen. Niet alleen bij jongens en meiden, maar ook bij
homo/biseksuelen en transgenderpersonen.

Etniciteit-specifieke problematieken

Mensen met een migratieachtergrond, een lagere opleiding, tienermoederschap.
Hierin zie je fysieke en psychische gezondheidsverschillen.

Voorbeeld: in Nederland zijn er 33 cliënten per 1000 inwoners bij de verslavingszorg, maar bij mensen
uit Iran is dat 79 op 1000 inwoners. Dit kan komen door oorlogsgebieden/vluchten. Maar ook door
(beperkte) vrijheid van meningsuiting, opvoedingsstijlen (autoritair, etc.), alternatieve oplossingen
voor gezondheidszorg (rituele wassingen), verschillen in diagnostiek (psychische of fysieke
problemen), onwetendheid over gezondheidszorg in Nederland.



Verklaringen:

1. Verschillen in oorzaken
a. Biologie, opvoeding, omstandigheden, verwachtingen van anderen, discriminatie,
‘objective need’, ‘presence of a disorder’
2. Verschillen in toelating/aansluiting
a. Wat betreft opleiding of hulpverlening, maar ook preventiemaatregelen, diagnostiek,
soorten interventies, hulpverleners.
b. Ook: verschillen in percepties van mensen zelf, coping, hulpzoekgedrag, ‘perceived
need’, ‘illness’.

Conclusie: herkomst gender, seksuele, culturele en etnische verschillen in problematieke

Artikel de Jong: verklaringen in verschillen in culturen
 Aangeboren/aangeleerd, nature/nurture
o Verklaringen voor verschillen in genderexpressie:
 Nature: mannen en vrouwen zijn nu eenmaal verschillend
 Nurture: je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt
(Beauvoir)

,  Determinisme versus veranderbaarheid
 Vraag artikel de Jong: ligt de oorsprong van psychopathologisch probleemgedrag in biologie
(zenuwstelsel): universalisme of in: relativisme? (nature/nurture; genotype/fenotype)
o (Psychopathologie: is de leer van de psychische ziekte (geestelijk en psychologisch)
of lijden of van de handelingen en ervaringen die kunnen wijzen op een psychische
ziekte of handicap. Het is deels ook een beschrijvende of descriptieve wetenschap
van psychische ziektebeelden.)



Verklaringen in verschillen in culturen:

Het dichotomie perspectief: OF het biologische OF de cultuur verklaart (universele aandoeningen en
cultuurspecifieke uitingen)

 Het dichotome perspectief interpreteerde de vanuit het westen bekende ‘grote
psychiatrie’ biologisch, terwijl andere onbegrijpelijke of ‘bizarre’ gedragingen
werden beschouwd als exotische cultuurvarianten.
 Biologische denkers: ziekten (b.v. psychose) zijn universele en zelfstandige entiteiten
die mensen overal ter wereld op identieke wijze treffen (uiteindelijk leidend tot de
universele DSM-criteria). Verschillen in cultuurspecifieke uitingen werden toegeschreven aan
een gebrekkige intellectuele ontwikkeling of inferioriteit van het brein van een inboorling... of
aan exotische gewoonten (b.v. de pibloctoc; de arctische hysterie).
 Sociaal georiënteerde denkers: Lokaal optredende exotische aandoeningen die
beschouwd worden als unieke vormen van psychopathologie die zich manifesteren
in een specifieke cultuur (cultuurgebonden syndromen).



Het continuüm perspectief: een stoornis wordt IN MEER OF MINDERE MATE toegeschreven aan
biologische of sociaal-culturele factoren

 Bij iedere psychische aandoening spelen universele en cultuurspecifieke
componenten een rol.
 Gedragspatronen en psychopathologie passen op een continuüm met aan
het ene eind universele stoornissen die het beste te begrijpen zijn vanuit
een biologisch paradigma (= een samenhangend stelsel van modellen en theorieën
waarbinnen de werkelijkheid beschreven wordt)., en aan het andere einde cultuur
gerelateerde gedragsvarianten of -stoornissen die beter te verklaren zijn vanuit een
sociaalpsychologisch paradigma
 Soms schiet men van het ene naar het andere einde van het continuüm
(b.v. bij de KURU: prionen = virus-eiwitten)


Het spectrum perspectief: psychopathologie wordt gezien als GEÄNATOMISEERD (als door prisma
gebroken), (deel)verklaringen bestaan naast elkaar.

 Uiteenlopende vormen van psychopathologie worden als het ware door een prisma
gebroken in gedragspatronen die beschreven worden vanuit verschillende
invalshoeken en vanuit verschillende disciplines
 Er worden geen pogingen meer ondernomen om een alomvattend model te
ontwikkelen

,  Sommige elementen van psychopathologie kunnen goed vanuit biologische
elementen verklaard worden, andere door cultuurspecifieke (bijv. specifieke
symptomen, communicatie er over, beleving (ernst) er van)



Het culturele neurowetenschap perspectief: het gaat hier om de INVLOED van culturele
karakteristieken als waarden, opvattingen en praktijken op gedrag en neurobiologie

 Het gaat hier om de invloed van culturele karakteristieken als waarden,
opvattingen en praktijken op gedrag en neurobiologie

EN tegelijkertijd

 De wijze waarop neurobiologische mechanismen als genetica en neurale
processen de transmissie van culturele trekken faciliteren
 Onderzoek naar verbanden tussen culturele en biologische variatie
 Cultuur boetseert het brein zoals het brein cultuur boetseert
 Oude dichotomie (= opdeling in twee aparte delen of begrippen) tussen biologie en cultuur
en tussen fenotype en genotype kan afgevoerd worden.



Normativiteit
Normatief zijn voor een ander betekent dat je jouw zienswijze, mening of norm oplegt aan een ander
als zijnde een geschreven of ongeschreven richtlijn of gedragsregel. “wat is normaal, en wat niet?” 
wat is voor jou normaal!

Mensen zijn van nature migranten, mensen blijven altijd reizen. Van oorsprong komen wij allemaal
ergens anders vandaan. Migratiestromen in de wereld blijven gelijk, rond de 3 of 4 procent van alle
mensen migreert op hetzelfde moment. Tegenwoordig kunnen wij daarom spreken van Majority-
Minority Cities/ Superdiversity = de meerderheid van de inwoners heeft een
minderheidsachtergrond. Dat heeft effect op hoe de stad in elkaar zit, hoe het onderwijs in elkaar zit
en hoe de hulpverlening werkt. Tegelijkertijd kun je ook spreken van een globale diversiteit =
verschillende achtergronden van kinderen in je klas kan invloed hebben op de opvoedingsstijlen. Je
leert van elkaar over de culturele contexten heen.

Je normatieve kader: perspectief van een ander kan jouw perspectief veranderen.

Gedragswetenschappen zijn gebaseerd op een heel kleine groep uit de wereldbevolking  WEIRD
sciences (westerse opgeleide onderzoeken).

 Onderliggende assumptie van generaliseerbaarheid van specifieke steekproef. Zijn wij geen
‘Outliers’? (Bij het lezen van literatuur, wees je ervan bewust! Het is een normativiteit in de
wetenschap).
 Advies: erken het, wees je ervan bewust en pas het aan! Vervolgens  onderzoek: wat is
universeel en wat is cultuurspecifiek?

Er zijn verschillende theorieën voer Human Development. Bij pedagogische wetenschappen en
onderwijskunde is dat voornamelijk vanuit Socrates/Plato Dialogue.
In deze cursus: universalisme <-> cultuur relativisme. “Als jij niet in de theorie past, betekent dat niet
dat er iets mis is met jou, maar dat het ligt aan de theorie”.

, Pluralistic pathways of development (meerdere wegen leiden naar Rome)

Bewust worden van je eigen normatief kader, en begrijpen van het normatief kader van een ander. Er
zijn meerdere manieren om te ontwikkelen.

Voorbeeld: Motorische ontwikkeling in het eerste levensjaar: universeel of cultuur specifiek?

Op welke leeftijd leren kinderen lopen? Verschillend per land.
Ligt eraan waar het accent ligt: in Amerika op actief zijn en zo snel mogelijk lopen (leert lopen in 12
maanden). Gaat sneller naar de kinderarts als het kind niet binnen 18 maanden loopt. In Nederland
ligt het accent meer op rust, regelmaat en reinheid (leert lopen in 15 maanden). Gaat later naar de
kinderarts als het kind niet binnen 21 maanden loopt. Een ingewikkeld samenspel met onder andere
de zorgverzekering, maar ook ouders die (onnodig) stress hebben over het kind. In deze situatie
maakt het dus lastig dat er culturele diversiteit is. In nieuwe contexten waar het niet loopt volgens je
eigen normatieve kader is het goed om te kijken naar de algemene ontwikkeling, ontwikkeling van
broertjes/zusjes en de ontwikkeling van de ouder betreft het lopen.



Diversiteit als bron voor kennis en…

 Putman: Diversity for development, for progress
o Korte termijn: minder cohesie, minder sociale steun, minder vertrouwen, etc.
o Lange termijn: meer cohesie, betere economie, meer solidariteit.
 “Instead of making them like us… the central challenge for modern, diversifying societies is to
create a new, broader sense of ‘we’”  We zijn voortdurend samen aan het ontwikkelen naar
een nieuw gevoel van samenzijn, van saamhorigheid.



Sociale, culturele en planetaire contexten.
Ontwikkeling en de planetaire context:

Enerzijds: ernstige effecten van planetaire crisis: 1 op de 5…, 1 op de 3…, alle?

 Planetaire gezondheid: de gezondheid van de menselijke beschaving en de toestand van de
natuurlijke systemen waarvan die afhangt.

Anderzijds: een rol voor pedagogen, belang voor hoe opvoeding en onderwijs eruit moet zien.


Hoorcollege 2
Wie ben je?

 Sekse (geslacht)
 Hoe je overkomt (genderrol/gender expression/gedrag)
o Uiterlijke kenmerken: kleding/haar/lichaamstaal
o Persoonlijkheid, voorkeuren, gedrag
 Wat je voelt (gender identiteit)
 Tot wie je je aangetrokken voelt (seksuele voorkeur)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoukLoman01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
Add to cart
Added