Een oefentoets voor blok 5! (leerjaar 2 fysiotherapie Zuyd Hogeschool). Helemaal zelfgemaakt!
Hopelijk kan het jou ook helpen bij de voorbereiding.
De oefentoets bevat 100 vragen over taak 1 t/m taak 4 (25 vragen per taak), 30 vragen voor taak 5, tien vragen voor taak 6, 30 vragen voor taak 7 en ...
Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 2
2023/2024
Oefentoets literatuur Blok 5
Taak 1: Chronische enkelklachten
Vraag 1:
Het talocrurale gewricht wordt verbonden door de tibia, fibula en talus.
Vraag 2:
De gewrichtslijn van Chopart loopt langs het os talus, os calcaneus, os naviculare en os cuboideum.
Vraag 3:
De vier binnenste enkelbanden vormen samen de syndesmose.
Vraag 4:
Indien een inversietrauma leidt tot een rupturering, scheurt het lig. talofibulare anterius als eerste.
Vraag 5:
De m. tibialis posterior is betrokken bij plantairflexie in het BSG en inversie in het OSG.
Vraag 6:
De fysiologische passief angulaire bewegingsuitslag van plantairflexie in het talocrurale gewricht is
50°.
Vraag 7:
Het talocrurale gewricht bevindt zich in de MLPP bij maximale dorsaalflexiestand.
Vraag 8:
De fysiologische passief angulaire bewegingsuitslag van inversie in het subtalaire systeem is 20°.
Vraag 9:
Het subtalaire systeem bevindt zich in de CPP bij 5° eversie.
Vraag 10:
Een van de rode vlaggen bij chronisch enkelletsel is drukpijn op de sinus tarsi. Dit kan duiden op het
sinus tarsi syndroom.
Vraag 11:
Een acuut enkelletsel wordt omschreven als een inversieletsel waarbij onderzoek en behandeling
plaatsvinden binnen drie maanden na het ontstaan ervan.
Vraag 12:
Bij osteochondrale laesies is er sprake van een laesie van het kraakbeen en subchondrale bot (bot net
onder het kraakbeen). Het merendeel bevindt zich op de talus.
Vraag 13:
Osteofyten ontstaan voornamelijk aan de buitenkant van de gewrichten.
1
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 2
2023/2024
Vraag 14:
Bij ‘loose bodies’ is er sprake van afgebroken stukken osteofyten.
Vraag 15:
Bij het sinus tarsi syndroom is er sprake van een irritatie van zenuwen in een specifieke holte aan de
mediale zijde van de enkel.
Vraag 16:
Binnen het weefselherstel bij chronisch enkelletsel worden er verschillende fasen onderscheiden. In
de eerste fase kan er eventueel een tape of brace worden aangelegd, ter ondersteuning en stabiliteit
van het enkelgewricht.
Vraag 17:
Binnen het weefselherstel bij chronisch enkelletsel worden er verschillende fasen onderscheiden. In
de proliferatiefase ligt de nadruk op het steeds meer stimuleren van de symmetrische belasting en
actieve afwikkeling.
Vraag 18:
Binnen het weefselherstel bij chronisch enkelletsel worden er verschillende fasen onderscheiden.
Doorgaans is er vanaf de late remodelleringsfase een normale afwikkeling van de voet aanwezig.
Vraag 19:
Een veelvoorkomend kenmerk bij artritis is sclerosering van het subchondrale bot.
Vraag 20:
Mogelijke klachten bij artrose zijn een verminderde spierkracht en startstijfheid.
Vraag 21:
Het verloop van artrose wordt onderscheiden in verschillende fasen. Doorgaans vindt vanaf de vierde
fase verandering van de structuur van het bot plaats.
Vraag 22:
Kraakbeen bestaat voor 80% uit proteoglycanen.
Vraag 23:
De menisci bestaan voornamelijk uit vezelig kraakbeen.
Vraag 24:
Er zijn vier lagen te onderscheiden in kraakbeen. Elke laag heeft een andere samenstelling van
chondrocyten, collagene vezels, aggrecanen en water. De ´zona calcificata´ vormt de overgang naar
het subchondrale bot.
Vraag 25:
Bij een plantairflexie van het art. talocruralis gaat de talus naar ventroproximaal.
Vraag 3:
Onjuist, de vier binnenste enkelbanden vormen samen het ligg. deltoideum.
Vraag 4:
Juist
Vraag 5:
Juist
Vraag 6:
Juist
Vraag 7:
Onjuist, MLPP bij 10° plantairflexie
Vraag 8:
Juist
Vraag 9:
Onjuist, CPP bij maximale inversiestand.
Vraag 10:
Juist.
Vraag 11:
Onjuist, binnen 0 tot 6 weken na het ontstaan.
Vraag 12:
Juist
Vraag 13:
Juist
Vraag 14:
Juist
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elenagoebel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.
