Deze samenvatting is een combinatie van de discussievragen en belangrijke begrippen. Het is overzichtelijk ingedeeld per week. De begrippen zijn onderstreept.
Solomon hoofdstuk 1
Belangrijke begrippen:
- Verticale identiteit: identiteit met eigenschappen die je deelt met je ouders, waarin je
op je ouders lijkt (als identiteit gerespecteerd) > eigenschappen en waarden die van
ouder op kind worden doorgegeven, zowel via DNA als via gedeelde normen
- Horizontale identiteit: identiteit met eigenschappen die de ouders niet hebben,
waardoor je je identiteit bij een groep gelijkgestemden moet vinden (als gebrek
beschouwd) > aangeboren of verworven eigenschappen ie niet overeenkomen met die
van ouders
- Ziekte/defect: gebruiken we als we een bepaalde gesteldheid in een negatief daglicht
willen stellen (herstellen!)
- Identiteit: wordt gebruikt als we die gesteldheid in een positief daglicht willen
bevestigen (acceptatie!)
- Selectieve abortus: voorstanders van abortus, die geloven in het recht om te kiezen
voor gezonde, ‘normale’ kinderen en niet-gezonde, afwijkende kinderen te laten
aborteren
- Commerciële eugenetica: tegenstanders van abortus, die een wereld schilderen die
ontdaan is van diversiteit en kwetsbaarheid wanneer er een abortus gepleegd wordt
- Postmenselijke toekomst: verscheidenheid van de mensheid wordt steeds meer
geëlimineerd door correctieve ingrepen die niet alleen cosmetisch zijn, maar ook niet
nodig zijn om te overleven
- Nature via nurture: omgevingsfactoren kunnen de hersenen veranderen en, omgekeerd,
kan de werking en de structuur van de hersenen gedeeltelijk bepalen in hoeverre we
beïnvloed kunnen worden door invloeden van buitenaf.
- ‘ironie van acculturatie’: de pogingen van de samenleving om een groep op te nemen
in de samenleving veroorzaakt vaak dat die groep juist uitgesprokener wordt in zijn
uitzonderlijkheid
- Acceptatie: identiteitsmodel
- ‘het sociale model van handicap’: gehandicapte kinderen, net als niet-gehandicapte
kinderen, gedijen in een atmosfeer van aandacht, betrokkenheid, stimulering en hoop.
- Stoornis: wanneer je iets niet kunt als het organische gevolg van een aandoening
- Functioneringsbeperking: wanneer je iets niet kunt als gevolg van de sociale context
- onterechte dood: dood als gevolg van de nalatigheid van de arts
- onterechte geboorte: gezin heeft onvoldoende prenataal advies gekregen, waardoor
kind met beperkingen geboren word
- Psychodynamisch model: hoe mensen reageren in een kleine setting weerspiegelt hoe
ze met de wereld omgaan
- Sociale visie: de verscheidenheid aan mensen maakt de wereld interessanter
- Humanistische visie: het lijden van elk mens moet naar ons beste kunnen verlicht
worden
- Intersectionaliteit: verschillende vormen van onderdrukking houden elkaar in stand
- Klinisch model: de stoornis wordt gezien als defect. Dit moet verholpen worden, zodat
er weer deelgenomen kan worden in de samenleving. Het kind moet zich aanpassen
aan de omgeving.
- Acceptatiemodel: de stoornis wordt gezien als identiteit. De stoornis moet
geaccepteerd worden door de omgeving.
,‘Ik betreur het verlies van diversiteit in de wereld, al valt het soms niet mee om die diversiteit
te belichamen’ – p. 33
‘Iedereen mankeert wel wat en ieder heeft ook zo zijn eigenaardigheden’ – p. 34
‘De sociale vooruitgang maakt het makkelijker om met een handicap te leven, maar tegelijk
kan er door de medische vooruitgang steeds vaker iets aan gedaan worden’ – p. 37
‘Vooringenomenheid jegens mensen met een handicap en hun familie heeft iets ironisch,
omdat wat hun is overkomen iedereen kan gebeuren.’ – p. 39
‘Optimisme kan het dagelijks leven voortstuwen, maar realisme kan ouders het gevoel geven
dat ze weer controle krijgen over wat er gebeurt en hun trauma minder groot maken dan het
eerst leek. Potentiële valkuilen zijn irreële verwachtingen, zelfverwijt, escapisme, gebruik van
verdovende middelen en vermijdingsgedrag. Hulpmiddelen zijn onder andere vertrouwen,
humor, een sterke huwelijksband en een ondersteunende omgeving, samen met voldoende
financiële middelen, lichamelijke gezondheid en hoger onderwijs.’ – p. 43
‘‘Het thuishouden van veel zwaar gehandicapte kinderen en jongeren omdat de gezinssituatie
de minst beperkende omgeving is, betekent een sterke inperking van het leven van de overige
gezinsleden.’ Beslissingen over waar het kind wordt geplaatst, hebben ingrijpende gevolgen
voor het kind, de ouders en de overige kinderen’ – p.44
‘Wat normaal is, bepaalt de tirannie van de meerderheid’ – p.48
‘‘Als ze kiezen voor een abortus, zeggen ze daarmee in feite dat een leven met de wetenschap
dat je uiteindelijk aan die ziekte zult sterven, niet de moeite waard is’ – p.48
‘We hebben allemaal onze eigen beperkingen en vaak is het de sociale context die bepaalt wat
wordt beschermd en wat mag’ – p.54
‘Het ontkennen van de boosheid en uitzichtloosheid van ouders kan vernietigend werken,
maar het zou ook een vergissing zijn om er te uitvoerig bij stil te staan.’ – p. 65
1. De titel van het eerste hoofdstuk is ‘Zoon’. Waarom denk je dat Solomon voor
deze titel heeft gekozen? Noem in je antwoord ten minste de concepten verticale
identiteit en horizontale identiteit. Leg uit wat deze concepten betekenen en hoe
deze van toepassing zijn op Andrew Solomon zelf.
In het eerste hoofdstuk gaat het over Solomon zelf. Hij is de zoon, die homoseksueel
is. Eigenschappen die overeenkomen met zijn ouders worden gewaardeerd (verticale
identiteit) en eigenschappen die niet overeenkomen met zijn ouders, zoals zijn homo-
zijn, worden gezien als een gebrek (horizontale identiteit).
Solomon heeft hiervoor gekozen omdat hij de reacties van ouders op zichzelf betrekt,
doordat hijzelf homoseksueel is (horizontale identiteit)
2. Francis Fukyama (sociale theoreticus, p.33), spreekt van een ‘postmenselijke
toekomst’ waarin we de verscheidenheid van de mensheid elimineren.
a. Welke trends dragen hieraan bij?
NIPT, abortus, social media, plastische chirurgie
, b. Hoe verhoudt deze ‘postmenselijke toekomst’ zich tot een ‘sociale visie’ en een ‘
humanistische visie’ op kinderen/mensen met een ‘beperking’ ? (p.60). Laat in je
antwoord zien dat je weet wat deze visies inhouden.
postmenselijke toekomst: de verscheidenheid van de mensheid wordt geëlimineerd
door correctieve ingrepen die niet nodig zijn om te overleven
sociale visie: de verscheidenheid aan mensen maakt de wereld interessanter >
afwijking moet geaccepteerd worden in de samenleving
humanistische visie: het lijden van elk mens moet naar ons beste kunnen verlicht
worden > afwijkingen worden klinisch voorkomen of weggehaald
De verscheidenheid van de mensheid wordt geëlimineerd door correctieve ingrepen
die niet nodig zijn om te overleven. Dit past meer bij de humanistische visie die zich
richt op het verlichten van lijden van ‘afwijkende’ mensen, totdat ze in het ‘normale’
beeld passen. De sociale visie richt zich meer op de waardering van diversiteit tussen
mensen.
c. Wat zouden jouw argumenten voor en tegen deze ‘postmenselijke toekomst’ zijn?
voor: er zal minder ellende zijn doordat de ‘perfecte’ mens standhoudt.
tegen: het unieke van een mens wordt zo geëlimineerd. Het is het zelf oplappen van de
gebrokenheid in je, terwijl je dat niet zelf kan. Want er valt altijd meer op te lappen,
altijd meer te herstellen en zo wordt het unieke van de mens geëlimineerd.
3 ‘Wij gebruiken vaak ziekte als we een bepaalde gesteldheid in een negatief daglicht
willen stellen en identiteit als we die positief willen bevestigen. Dat is een vals
onderscheid.’ (p.15). Wat bedoelt Solomon hiermee en welke visie kun je hieruit
afleiden?
Door onze menselijke beperkingen kunnen we beide niet tegelijkertijd waarnemen, omdat
ziekte als negatief bestempeld wordt en identiteit als iets positiefs. Veel aandoeningen zijn
zowel ziekte als identiteit, maar we kunnen maar één aspect zien als we het andere
verbloemen. De identiteitsvisie verwerpt het idee van ziekte, terwijl de geneeskunde het idee
van identiteit verwerpt. Door hun beperktheid schieten beide tekort.
Het is niet uitsluitend één van beide, dit past bij de sociale visie.
4 Het boek ‘ Far from the tree’ is tot stand gekomen na uitvoering onderzoek door
Solomon zelf. Hoe is zijn studie te typeren en welke kritiek kun je hier als
wetenschapper op hebben?
Het is gebaseerd op (eigen) ervaringen, waardoor het heel subjectief kan zijn en daardoor niet
betrouwbaar om er wetenschappelijke uitspraken over te doen.
Niet echt wetenschappelijk onderzoek, zelf ook biased doordat hij homoseksueel is
Solomon hoofdstuk 3
Belangrijke begrippen:
- little people (kleine mensen),
- ‘dwergschap’ als identiteit of als normalisatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elishavanbraak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.67. You're not tied to anything after your purchase.