100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide begrippenlijst Sociologie $10.31   Add to cart

Other

Uitgebreide begrippenlijst Sociologie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze uitgebreide begrippenlijst van Sociologie staan alle begrippen uit de cursus uitgelegd. Aangezien het een multiplechoice-examen is, zijn de begrippen het belangrijkste aspect.

Preview 2 out of 8  pages

  • October 31, 2023
  • 8
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Begrippenlijst Sociologie

BEGRIP UITLEG

Civil Inattention ‘Beleefd negeren’; ieder individu laat met een korte blik blijken dat hij de aanwezigheid van
de ander opmerkt, maar gaat niet in interactie.

Thomas Theorema ‘Als mensen situaties als echt definiëren, dan worden die echt in hun gevolgen.’

Groep Een aantal personen met duurzame interacties; waarvan de leden een bepaalde positie
innemen; waarin spontaan groepsregels ontstaan die het gedrag bepalen en voorspelbaar
maken; waarvan de leden gebonden zijn door een gevoel van samenhorigheid (wij-gevoel).

Peergroup Een groep van gelijken, meestal van dezelfde leeftijd, die vaak en langdurig met elkaar
optrekken.

Doelgroep Mensen met deels dezelfde kenmerken, maar ze vormen niet noodzakelijk een echte groep.

Organisatie Een organisatie...
• bevat een aantal mensen die in een goed doordachte vorm met elkaar
samenwerken;
• bestaat uit interacties die verlopen vanuit duidelijk omschreven posities;
• heeft voor al die mensen een gemeenschappelijk doel;
• de interacties in de organisatie zijn gericht op het realiseren van dat doel;
• de organisatie is herkenbaar als geheel;
• de organisatie interageert op haar beurt met andere organisaties

Institutie Een institutie
• is een gestandaardiseerd interactiepatroon tussen mensen, groepen en
organisaties;
• is stabiel maar kan toch veranderen. Ze ontstaat, verandert en verdwijnt
immers doorheen interacties. Een institutie is dus een door mensen gecreëerde
sociale realiteit;
• geeft routine, voorspelbaarheid en orde aan het samenleven;
• geeft een antwoord op levensnoodzakelijke vragen

Gestandaardiseerd Gedrag dat bij veel mensen hetzelfde is.
Gedrag
Harde Solidariteit Geeft rechten; verzorgingsstaat.

Zachte Solidariteit Geeft gunsten en is willekeurig; geeft ‘goed gevoel’ bij donor; is niet ge-institutionaliseerd.

Welvaartsstaat Een samenlevingsvorm van markteconomieën waarbij burgerlijke, politieke en sociale
grondrechten van de burger met het oog op zijn materiële welvaart en de bevordering van
zijn kansen tot ontplooiing, binnen een wettelijk kader, effectief worden gewaarborgd.

Functionalistische Functionalistische sociologen vergelijken de structuur van de samenleving met een menselijk
Visie lichaam. De verschillende groepen mensen zijn de ‘organen’ van de samenleving. Elke groep
heeft een functie om de samenleving als geheel gezond te doen functioneren. Het is
belangrijk dat die verschillende groepen mensen goed samenwerken en geen vragen stellen
bij hun functie.
Conflictsociologie Onderzoekt verschillen tussen groepen mensen die samen de structuur maken.
Conflictsociologen hebben vooral oog voor de verschillen in opleiding, beroep, inkomen,
woonsituatie, gezondheid, ontwikkelingskansen…

, Cultuur Het geheel van kennis, waarden, doelen en normen; die ontstaan in en evolueren in een
samenleving; die een noodzakelijke handleiding zijn voor interacties; die mensen moeten
aanleren en op hun beurt doorgeven.

Waarden Ideeën die we hebben over wat goed en wenselijk is.

Normen Verwachtingen ten aanzien van gedrag en criteria om gedrag te beoordelen. En die hangen
dan weer af van onze waarden en doelen.

Symbool Een symbool heeft op zichzelf geen betekenis: een klank, een gebaar, een houding, een
voorwerp… Het is typisch menselijk om aan die symbolen een betekenis te geven.

Expressief Symbool Symbool dat veel betekenissen kan oproepen, vaak met emotionele inhoud.

Identiteit Een verzameling blijvende en deels veranderbare kenmerken die iemand uniek maken.

Mead Één van de grondleggers van het symbolisch interactionisme. Hij heeft het niet over
‘identiteit’, hij spreekt over het ‘Self’. Dit bestaat uit twee delen, me & I.

Significant Other Betekenisvolle anderen.
Personen uit de primaire omgeving, zoals de moeder of de vader.

Generalised Other Een meer algemeen ‘gemiddeld’ idee van de ander, zonder dat het direct aan personen uit
de nabije omgeving gekoppeld is.

Role-Taking Je speelt in gedachten de rol van de ander en je leert daardoor iets over wie je bent. We
doen dus continu aan rolwisseling om het denken, de motieven en de reacties van anderen
te voorspellen.

Determinisme Onze identiteit wordt volledig bepaald door iets buiten onszelf, er is geen vrije keuze.

Ruiltheorie Een verzameling van theoriën waarin het sociale ruilproces centraal staat. Deze sociologen
denken veel meer economisch. Hun uitganspunt is dat mensen ruilen met anderen omdat ze
hopen er voordeel mee te doen.

Winstmaximalisatie Maximale winst tegen minimale kost.

De Wet van “Hoe frequenter individuen met elkaar in interactie treden, hoe hechter ze worden en als
Homans een samenhangende groep herkend kunnen worden.

Impression Het managen van de indruk die we maken op anderen. We passen ons gedrag voortdurend
Management aan, in de hoop een goede indruk te maken.

Front Region Voorplan; Omvat de interacties op het publieke forum. Hier worden we gezien, hier plegen
we onze performance. De interacties zijn meer formeel. We proberen in hogere mate te
voldoen aan de rolverwachtingen.

Back Region Achterplan; De plek waar we niet gezien worden. Hier valt het impression management
helemaal weg, het is ons hoogst verboden privéterrein.
Traditionele De oude manier van omgaan met organisatie, bestuur en macht. (Weber)
Autoriteit
Rationeel Legale Mensen moeten gehoorzamen omwille van de acceptatie van de onpersoonlijke normen en
Autoriteit regels die dat gezag bepalen vanuit doelrationaliteit en niet omwille van persoonlijke
afhankelijkheid. (Weber)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxinedehouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78075 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.31
  • (0)
  Add to cart