1. Symbolisch interactionisme
Micro
Creatief
Waarden
Inductief
Beschrijvend
2. Structureel functionalisme
Macro
Voorspelbaar
Waarden
Deductief
Verklarend
3. Conflicttheorie
Macro
Voorspelbaar
Eigenbelang
Deductief
Verklarend
4. Rationele keuze traditie
Micro
Voorspelbaar
Eigenbelang
Deductief
Verklarend
, Symbolisch interactionisme
Kern: Symbolen met gemeenschappelijke betekenis om anderen te begrijpen
• Mensen begrijpen = interpretatie symbolen begrijpen. Betekenissen zijn contextafhankelijk.
Denkers:
- Voorloper (1) – Weber
Verstehen = Begijpen en verklaren
Voorloper (2) – Simmel
Individueel handelen kan cruciaal zijn voor samenleving
Dyades & triades: Het verschil tussen een groep bestaande uit 2 personen & 3 personen
Voorloper (3) – Thomas
Definitie van de situatie. Als je de situatie als echt beschouwd, dan ook echt in consequenties.
Self fullfilling prophecy. Banken – consequentie failliet gaan.
Voorloper (4) – Cooley
Looking glass shelf = Beeld over jezelf wordt gevormd door anderen.
- Klassieker (1) – Mead
1. "Me" en "I" - "Me" verwijst naar de sociale ik, het vermogen om je in anderen te
verplaatsen en je af te vragen hoe anderen over jou denken. "I" is het vrije deel van
jezelf, dat reageert op de sociale interactie.
2. Verschil tussen "Looking Glass" en "Social Self" - Het verschil tussen deze concepten
is dat "Looking Glass" betrekking heeft op de feedback die je van anderen krijgt,
terwijl "Social Self" gaat over je eigen zelfbeeld.
3. Zelfinteractie - Het praten tegen jezelf wordt beschouwd als zelfinteractie. Hier is geen
directe invloed van buitenaf, in tegenstelling tot het functionalisme.
4. Innerlijke communicatie - Dit verwijst naar actieve en reflecterende communicatie
binnen jezelf.
5. Meaning Vocabulary - Het proces waarbij je je eigen betekenis geeft aan de houding
van anderen.
6. Gebaren - Gebaren worden gezien als symbolen en kunnen helpen bij het voorspellen
van toekomstige gebeurtenissen, zoals een huwelijksaanzoek of een handdruk.
Klassieker (2) – Blumer
Grondlegger van het Symbolisch interactionisme. Zijn theorie draait om het idee van hoe
mensen betekenis geven aan de wereld om hen heen door middel van sociale interactie.
Stimulus (prikkel uit omgeving) – interpretatie – response (reactie op basis van stimulus)
Input/gevoel; vrijheid; reactie
Basisassumpties:
1. Individuele betekenissen leiden tot gedrag (bijv. kiezen voor H&M).
2. Betekenissen variëren afhankelijk van de context (bijv. het dragen van een Ajax-shirt).
3. Betekenissen ontstaan door zelfreflectie en innerlijke dialoog.
- Latere denker (1) – Goffman
Backstage: wanneer je jezelf bent en niemand kijkt.
Frontstage: wanneer mensen meekijken.