Volledige samenvatting van het boek Algemeen boekhouden (3e editie). Bevat alle te kennen leerstof voor het vak Algemeen boekhouden: theorie en uitleg bij oefeningen a.d.h.v de belangrijkste boekingen. Ik behaalde 16/20 met deze samenvatting. Veel succes!
INLEIDING TOT HET
ALGEMEEN BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK 1: DE BOEKHOUDKUNDIGE
GELIJKHEID
A. ALGEMEEN
1. De functie van het boekhouden
Het boekhoudproces omvat 4 componenten:
Gebeurtenis à Administratieve verwerking à Jaarrekening à Gebruikers
2. Algemeen boekhouden en analytisch boekhouden
- Algemeen boekhouden: gericht naar belanghebbenden of belangstellenden buiten het
bedrijf zoals aandeelhouders, leveranciers, banken en de fiscus
- Analytisch boekhouden: gericht op de informatiebehoeften van interne betrokkenen,
zoals het management
3. De boekhouder in de praktijk
a) Bedrijven of zelfstandigen voeren boekhoudkundige prestaties uit voor een vn in ruil
voor een honorarium.
i. Boekhouders à BIBF (Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en
Fiscalisten)
ii. Accountants à IAB (Instituut van de Accountants en de
Belastingconsultenten)
iii. Bedrijfsrevisoren à IBR (Instituut van de Bedrijfsrevisoren)
b) In alle andere situaties voert de boekhoudkundige beroepsoefenaar arbeid in
dienstverband uit binnen een vennootschap tegen een loon.
4. De algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen (aabb)
Boekhouden is geen exacte wetenschap, er zijn heel wat afspraken. Het geheel van deze
principes noemt men de algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen:
- de boekhoudkundige entiteit: een onderneming die apart staat van andere
ondernemingen of individuen als een afzonderlijke economische eenheid. Betreft een
geconsolideerde groep, een rechtspersoon, een technische eenheid of een zelfstandige
handelaar.
- de boekhoudkundige transactie: een gebeurtenis die de financiële toestand van de vn
beïnvloedt EN die we op betrouwbare wijze in geldwaarde kunnen uitdrukken. (vb.
overleiden van de algemeen directeur of een economische recessie gaan we niet
boeken)
, 2
B. BALANS
Bezittingen = eigen vermogen + schulden
De balans geeft een momentopname van de financiële toestand van een vennootschap.
1) de bezittingen: economische middelen die toekomstige kasinkomsten zullen genereren
of toekomstige kasuitgaven zullen verminderen
2) de schulden: economische verplichtingen t.o.v. buitenstaanders
3) eigen vermogen
Rekeningen
= geeft op elk ogenblik een idee van de precieze waarde van een component van het
vermogen van een vennootschap.
Na elke transactie kunnen we een balans opstellen: dit heeft geen zin. Vennootschappen
maken min. 1x/jaar een balans op. Soms nog semestriële of maandelijkse balansen.
C. JURIDISCH KADER
1. Het Belgisch boekhoud- en jaarrekeningrecht
Het algemeen boekhoud- en jaarrekeningrecht is het geheel van wettelijke en reglementaire
bepalingen i.v.m.:
- de boekhouding
- opstellen jaarrekening
- controle jaarrekening
(m.u.v. de bepalingen eigen aan een specifieke sector)
a. Korte historische schets
Wet van 17/06/1975 over de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen: wet
verplichtte vn om een boekhouding te voeren die was aangepast aan hun aard en omvang.
- Inwerktreding vanaf boekjaar 1977
Gebaseerd op voorstel 4e richtlijn EU (1971)
- Publicatie 4e richtlijn (1978)
- Aangepaste wet van 1 juli 1983
- Deze wet was slechts een kaderwet, ze werd aangevuld door diverse koninklijke
besluiten.
Ø Belangrijkste KB van 8/10/1976 : verbetering van de kwaliteit van de
gepubliceerde jaarrekeningen vanaf het BJ 1977
b. Huidige wetgeving
Wetboek van Vennootschappen: wettelijke en reglementaire bepalingen die te maken hebben
met het vnleven en wetgeving op de jaarrekeningen
Wetboek van Economisch Recht : wetgeving over de boekhouding van ondernemingen.
Belgische algemeen boekhoud- en jaarrekeningrecht vandaag vervat in 6 wetteksten:
1) Wetboek van Economisch Recht (WER)
Elke onderneming moet een passende boekhouding voeren d.m.v. een stelsel van
boeken en rekeningen volgens regels van het dubbelboekhouden + een onderneming
moet in principe ten minste 1x/jaar een inventaris opmaken
2) KB van 12/09/1983 tot uitvoering van de Boekhoudwet
, 3
3) KB van 12/09/1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen
rekeningstelsel (bepaling mar)
4) Het Wetboek van Vennootschappen
5) KB van 30/01/2007 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen:
algemene principes en regels over de structuur van de jaarrekening en de waardering
van verschillende rubrieken
6) De wet van 20/09/1948 houdende Organisatie van het Bedrijfsleven:
elke onderneming met een ondernemingsraad moet 1 of meer bedrijfsrevisoren
benoemen
c. Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN)
heeft tot taak:
1) de regering en het parlement op hun verzoek/ uit eigen beweging advies te dienen; EN
2) d.m.v. adviezen en aanbevelingen bij te dragen tot de ontwikkeling van de leer van het
boekhouden en de beginsel te bepalen van een regelmatige boekhouding
De adviezen van CBN zijn niet bindend maar ze hebben wel een grote morele waarde. Ze
geven een indicatie van de goede praktijk inzake boekhouding en jaarrekening. Vaak liggen
de adviezen aan de basis van latere wetswijzigingen.
d. De internationale normen en richtlijnen
meest gezaghebbende instellingen:
i. De International Accounting Standards Board (IASB)
- wil financiële verslaggeving over de hele wereld harmoniseren
- dit doen ze door het opstellen en publiceren van normen, de zogenaamde IFRS of IAS
- sinds 2005 moeten alle binnen de EU beursgenoteerde vn hun geconsolideerde
jaarrekening opstellen in overeenstemming met IFRS en IAS
ii. De Financial Accounting Standards Board (FASB)
- actief binnen de VS
- stelt richtlijnen op voor administratieve en financiële verslaggeving
iii. De International Federation of Accountants (IFAC)
- doelstelling: internationale harmonisatie op het gebied van jaarverslaggeving en de
controle.
- IFAC ondersteunt de jaarrekeningstandaarden van IASB
iv. De Fédération des Experts-Comptables (FEE)
- doelstelling: verbetering en de harmonisatie van de beroepsuitoefening en de
vertegenwoordiging van de Europese accountants op internationaal niveau en
tegenover de EU
CBN, FASB, IASB vaardigen normen of Standaarden m.b.t. de boekhouding.
, 4
2. De onderworpen ondernemingen
Handelaars
Natuurlijke personen die daden van koophandel stellen en daarvan, hoofdelijk of aanvullend
hun beroep maken.
(vb. van een daad van koophandel: aankoop van koopwaren om die te verkopen of om het
gebruik ervan te verhuren)
Handelaars moeten een naar aard en omvang een passende boekhouding voeren.
Handelaars waarvan hun omzet lager ligt dan €500 000 mogen een vereenvoudigde
boekhouding voeren:
• moeten slechts een beperkt aantal boeken bijhouden
• moeten geen rekeningen openen en dus geen rekeningstelsel toepassen
• moeten hun inventaris niet opmaken volgens de wettelijke waarderingsregels
Handelsvennootschappen
- Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (BVBA)
- Naamloze Vennootschap (NV)
- Vennootschap Onder Firma (VOF)
- Gewone Commanditaire Vennootschap (GCV)
- Commanditaire Vennootschap op Aandelen (CVA)
- Coöperatieve Vennootschap met Onbeperkte en Hoofdelijke Aansprakelijkheid
(CVOHA)
- Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (CVBA)
BVBA
• Opgericht door 1 of meer personen die slechts verbonden zijn tot hun inbreng
• Een natuurlijke persoon kan slechts de enige vennoot zijn van 1 BVBA
• Kapitaal tenminste €18 550 en €6200 volstort
• €12 400 in een eenpersoons-bvba
• Aandeelhouders moeten het geplaatst kapitaal in geld volstorten ten belope van 1/5
• Aandeelhouders moeten het geplaatst kapitaal in natura volledig volstorten
• Aandelen zijn steeds op naam
• De BVBA wordt bestuurd door 1 of meer zaakvoerders, natuurlijke personen, al dan
niet vennoten
• Jonge starters à S-BVBA oprichten: min. Kapitaal €1. Na 5 jaar moet S-BVBA
worden omgezet in gewone BVBA
NV
• Vennoten slechts verbonden tot hun inbreng
• Kapitaal tenminste €61 500 volstort, minimumkapitaal volledig volstort
• Aandeelhouders moeten het geplaatst kapitaal in geld of in natura volstorten ten
belope van 1/4
• Aandelen zijn steeds op naam of gematerialiseerd
, 5
• De NV wordt bestuurd door de Raad Van Bestuur
o Bestaat uit minstens 3 bestuurders (kan uitzonderlijk 2)
o Bestuurders worden benoemd voor een verlengbare periode van ten hoogste 6
jaar
o Het dagelijks bestuur kan worden overgedragen aan 1 of meer directeurs,
zaakvoerders of andere personen
è gemeenschappelijk kenmerk BVBA en NV: vennoten zijn slechts verbonden tot hun
inbreng, zijn beperkt aansprakelijk.
Dit geldt niet voor alle ondernemingen: handelaars staan met hun volledig vermogen borg
voor de schulden van hun onderneming.
Microvennootschappen Kleine vennootschappen Grote vennootschappen
Niet meer dan 1 drempel Niet meer dan 1 drempel Alle andere vennootschappen
overschrijden: overschrijden:
- personeel: 0 - personeel: 50
- omzet: €700 000 - omzet: €9 000 000
- balanstot.: €350 000 - balanstot.: €4 500 000
(omzet delen door 2)
Openbare instellingen die een statutaire opdracht vervullen van commerciële, financiële of
industriële aard verplicht om boekhouding te voeren volgens commerciële methodes.
Europese economische samenwerkingsverbanden en Europese vennootschappen naar
Belgisch recht ook.
Sommige ondernemingen zijn slechts door hun bijzondere aard aan specifieke regels
onderworpen:
Financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen, verengingen zonder
winstoogmerk (vzw’s)
D. Auditing en accounting
In kleine vennootschappen: de eigenaar is meteen bedrijfsleider.
In grote vennootschappen: 3-ledigestructuur met aandeelhouders, bestuursorgaan,
management.
Aandeelhouders kiest è Raad van Bestuur duidt aan è Topmanagement
De bedrijfsleiding (management) stelt jaarrekening op, onder verantwoordelijkheid van het
bestuursorgaan. (bij NV is bestuursorgaan de RvB). De bedrijfsleiding draagt ook de
eindverantwoordelijkheid voor de inhoud van de jaarrekening.
De controle van de jaarrekening wordt gedaan door de bedrijfsrevisor of wettelijke auditor.
Alle grote vn EN vn met ondernemingsraad, zijn verplicht bij de wet in België om een
bedrijfsrevisor aan te stellen. Die draagt de titel van commissaris.
, 6
Commissaris:
- voert controle uit op de financiële toestand, de jaarrekening en geeft de regelmatigheid
van de verrichtingen in de jaarrekening weer
- beschikt over een ruime controle- en onderzoeksbevoegdheid
- alle bedrijfsrevisoren zijn lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR)
o IBR oefent controle uit op hun beroepsdeskundigheid, kwaliteit van hun
auditwerk en hun onafhankelijkheid t.o.v. de gecontroleerde onderneming
- In het verslag brengt de commissaris een oordeel tot uitdrukking of de jaarrekening in
alle van materieel belang zijnde opzichten opgesteld is in overeenstemming met het
van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.
- Commissaris kan 4 soorten verklaringen afleggen
1. Verklaring zonder voorbehoud
2. Verklaring met voorbehoud
3. Onthoudende verklaring
4. Afkeurende verklaring
, 7
HOOFDSTUK 2: DE TOEREKENINGSAANPAK
A. De resultatenrekening
1. Balans en resultatenrekening
Balans: toont de financiële toestand (bezittingen, schulden, EV) van een vn op een enkel
ogenblik.
Resultatenrekening: meet de financiële prestaties (opbrengsten en kosten) van een vn op een
bepaalde periode.
2. Bedrijfscyclus en boekhoudperiode
a. De bedrijfscyclus/ kascyclus
geeft een identificatie van de tijd die gemiddeld verloopt tussen de betaling in geld aan de
leveranciers van G&D ter gelegenheid van een aankoopverrichting en de ontvangst van geld
van de consumenten van deze G&D ter gelegenheid van een verkoopverrichting.
Merk op! Ontvangen geldsom is groter dan het bestede aankoopbedrag = winstmarge
b. De boekhoudperiode
De boekhouder meet de winst van de vn voor een volledig boekhoudjaar.
Meeste vn hebben een boekjaar dat samenvalt met het kalenderjaar: 1/01 – 31/12 (niet
verplicht)
Dit vereenvoudigt een aantal boekhoudkundige verrichtingen en administratieve
verplichtingen.
Elke vennootschap moet ten minste 1x/jaar een inventaris opmaken op een door haar gekozen
datum.
Keuze van de afsluitdatum is vrij. Een vn met seizoensgebonden activiteiten kiest soms voor
een afsluiting in een rustigere periode in plaats van tijdens drukke eindejaarsdagen.
Het boekjaar kan uitzonderlijk korter of langer zijn dan 12 maanden, dit komt voor in 1e of
laatste BJ, dikwijls bij herstructurering van de vn of wanneer de vn haar afsluitdatum
harmoniseert binnen een groep.
⇒ Vennootschappen moeten hun jaarrekening elk jaar openbaar maken door ze neer te
leggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank
⇒ Binnen de 30d nadat de AVA de jaarrekening goedkeurt
⇒ De jaarrekening moet binnen 6 maanden na afsluiting van het BJ aan die AVA worden
voorgelegd
In sommige vn bestaat naast de jaarrapportering ook nog semestriële, trimestriële of
maandrapportering. In dat geval stelt de boekhouder nog een jaarrekening voor kortere
interim-periodes van 6, 3 of 1 maand.
Beursgenoteerde vn zijn verplicht ten minste halfjaarlijks een financieel verslag met verkorte
financiële overzichten op te stellen en openbaar te maken.
, 8
3. Opbrengsten en kosten
- Opbrengsten (baten): vermeerderingen in het OR van een vn door de stijging van haar
bezittingen of de daling van haar schulden
- Kosten (lasten): verminderingen van het overgedragen resultaat van een vn door
daling van haar bezittingen of de stijging van haar schulden
(alle rekeningen met betrekking tot opbrengsten en kosten zijn tijdelijke rekeningen)
4. Algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen
Voor opbrengsten à realisatiebeginsel
Voor kosten à overeenstemming/ matching
a. De realisatie
De opbrengsten zijn pas gerealiseerd als aan 2 voorwaarden is voldaan:
1) de opbrengsten zijn verdiend (G/D versterkt zijn aan de klant) EN
2) de opbrengsten zijn geconcretiseerd (geld/vordering tot toekomstig betaling is
verkregen van de klant)
Een contant betaalde verkoop (cash) beantwoordt met volledige zekerheid aan beide
voorwaarden.
Bij een verkoop krediet enkel aan 1e voorwaarde.
b. De overeenstemming
De vennootschap kan geen kosten in de boekhouding opnemen zonder dat ze de ermee
overeenstemde opbrengsten eveneens boekt.
Het totale bedrag mag niet onmiddellijk in de boekhouding als kosten komen. Het bestede
bedrag wordt tijdelijk als een bezitting beschouwd (‘geactiveerd’) en pas naarmate de vn er
opbrengsten mee realiseert als boekhoudkundige kosten verwerkt.
, 9
B. De kasaanpak en de toerekeningsaanpak
Algemeen boekhouden gebeurt door toerekening van O&K op een bedrijfseconomische
manier à Toerekeningsaanpak:
we boeken pas opbrengsten als ze gerealiseerd zijn en kosten als ze opgelopen zijn.
Kasaanpak (‘cash basis’): we boeken opbrengsten als we ze ontvangen en kosten als de
uitgave plaatsvindt. (vormt een inbreuk op het realisatiebeginsel en het principe van
overeenstemming)
De meting van het resultaat volgens kasaanpak leidt tot onzinnige uitkomsten. De winst/
verlies is er alleen afhankelijk van het tijdstip van de ontvangsten van uitgaven.
enkel de toerekeningsaanpak levert een bruikbaar resultaat op, waarbij we opbrengsten en
kosten toewijzen aan de periode waarin ze worden gerealiseerd of opgelopen, en niet
noodzakelijk in de periode waarin ze worden geïnd of betaald.
C. Dividenden en overgedragen resultaten
Dividenden: aan de aandeelhouder uitgekeerde winst en wordt uitgedrukt in de vorm van een
vaste som of percentage van het gestorte kapitaal.
Dividenden komen net als kosten in mindering van OR.
Wanneer een vn winst maakt, vergroot dat het OR en meteen ook het EV van de vn en krijgen
de aandeelhouders een grotere claim ten opzichte van de vn waarin ze participeren.
Door de uitkering van dividenden betaalt de vennootschap een gedeelte terug van die totale
claim van de aandeelhouders.
- Dividenden hebben geen invloed op de winst
- Een vennootschap kan alleen dividenden uitkeren wanneer ze in dat BJ overgedragen
winst heeft gemaakt
- Een vennootschap moet haar negatief OR eerst aanzuiveren voor ze dividenden mag
uitkeren
- Hoe groter dividend, hoe kleiner EV
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EC7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.