100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding strafrecht, samenvatting, midterm 2, TLS $3.26   Add to cart

Summary

Inleiding strafrecht, samenvatting, midterm 2, TLS

 49 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Studieboek Materieel Strafrecht, alles van blok 2.

Preview 4 out of 39  pages

  • Unknown
  • November 27, 2017
  • 39
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Strafrecht, hoorcollege 5
H6.5.7 + H7
6.5.7 Culpa en het beroep op het ontbreken van verwijtbaarheid
 Naarmate culpa meer ‘uitwendig’ wordt beoordeeld aan de hand van het waarneembare
roekeloze gedrag, lijkt er meer plaats te zijn voor een beroep op een schulduitsluitingsgrond
die correspondeert met ‘inwendige’ excuseerbaarheid, terwijl omgekeerd een meer
‘inwendige’, subjectieve vervulling van de culpa minder ruimte voor een
schulduitsluitingsgrond zou overlaten.
 Bij het bewijzen van culpa wordt de verwijtbaarheid in principe geacht aanwezig te zijn, maar
bij aanwijzingen die wijten op ontbreken van de verwijtbaarheid (zoals bijv. een beroep op
een schulduitsluitingsgrond) dan moet er een nader onderzoek naar de verwijtbaarheid
worden ingesteld  resulteert bijv. in extra motivering door de rechter als verwijtbaarheid
tóch wordt aangenomen.

H7 De Strafuitsluitingsgronden
7.1 Het systeem van de wet en de ontwikkeling in de dogmatiek
 We onderscheiden rechtvaardigingsgronden(nemen wederrechtelijkheid weg) en
schulduitsluitingsgronden (nemen verwijtbaarheid weg).
 Strafuitsluitingsgronden
o Omstandigheden waaronder iemand straffeloos blijft hoewel hij de bestanddelen van
een delictsomschrijving heeft
o Algemene zijn geformuleerd in art. 39 – 43 Sr
o We onderscheiden:
 Rechtvaardigingsgronden
 Neemt wederrechtelijkheid weg
 Aanvaarding van rechtvaardigingsgrond leidt tot een ontslag
van alle rechtsvervolging wegens niet strafbaarheid van het
feit
 Rechtvaardigen gedrag, ook dat van mededaders
 Leiden tot niet-strafbaarheid
 Meestal op grond van de 3e materiële vraag
Meestal, want ligt anders bij niet-ideaal-typische
delictsomschrijvingen
 LET OP: Kerk plaatst dit bij de 2e materiële vraag
 Schulduitsluitingsgronden
 Laat gedrag onrechtmatig
 Neemt schuld weg, dus ook verwijtbaarheid
 Schulduitsluitingsgrond leidt tot ontslag van alle
rechtsvervolging wegens niet strafbaarheid van de dader
 Hebben geen werking voor mededaders
 Leiden tot niet-strafbaarheid
 meestal op grond van de 3e materiële vraag, behalve bij
culpoze delicten, daar komt het bij de 1 e
 Er zijn algemene strafuitsluitingsgronden (wet), maar ook bijzondere
strafuitsluitingsgronden. Deze moeten uit de context worden gehaald
 Terminologie ‘rechtvaardigingsgronden’ en ‘schulduitsluitingsgronden’ is niet terug te vinden
in de wet  wel onderscheid gemaakt tussen ‘inwendige en uitwendige oorzaken van niet-
toerekenbaarheid’
o Inwendige oorzaak
 In de dader zelf gelegen oorzaak

,  Zoals psychische stoornis
o Uitwendige oorzaak
 In de omstandigheden gelegen oorzaken
 Zoals noodweer

7.2 De ontoerekenbaarheid
 Strafuitsluitingsgrond: schulduitsluitingsgrond
 Het begrip toerekenen
o Het uitgangspunt in het strafrecht is de toerekenbaarheid van ieder menselijk wezen,
dat derhalve verantwoordelijk kan worden gesteld voor zijn daden
o De betekenis heeft in het algemeen taalgebruik een veel bredere strekking dan wat
het strafrecht ermee tot uitdrukking wil brengen
o ‘redelijke toerekening’ is een criterium geworden op de causaliteitsvraag
o In gevallen waarin aan een zekere vorm van verwijt uitdrukking moet worden
gegeven, is sprake van ‘aanrekenen’, aansprakelijk stellen etc.
o Toerekeningsvatbaarheid
 Suggereert een statische geestestoestand waarin bepaalde mensen bij wijze
van permanente eigenschap zouden verkeren
 Pompe omschrijft het anders:
 Kijkend naar iemands specifieke psychische stoornis is de ene daad
wel en de andere daad niet of minder toe te rekenen  partiële
toerekenbaarheid
 De ontoerekenbaarheid en de verminderde toerekenbaarheid
o In 1886 kon de rechter kiezen uit 2 opties: algehele toerekenbaarheid als algehele
ontoerekenbaarheid
 Zo werden gestoorde mensen als mensen die ernstige feiten hadden begaan
in een inrichting/gevangenis gestopt
o Art. 37a in combinatie met art. 39 Sr heeft het mogelijk gemaakt voor de rechter om
een strafbaar feit gradueel toe te rekenen aan een dader
 Volledige toerekenbaarheid
 Geen sprake van stoornis, geen sprake van relevante relatie tussen de
geconstateerde stoornis en het strafbare feit
 Enigszins verminderd toerekenbaarheid
 Zeer lichte stoornis, slechts geringe doorwerking van de stoornis in
het feit
 Verminderde toerekenbaarheid
 Ernstiger psychische stoornissen (persoonlijkheidsstoornissen) die
aanzienlijke invloed hebben uitgeoefend op delictueuze handelen
 Sterk verminderde toerekenbaarheid
 Meervoudige stoornissen die in zeer sterke mate hebben
doorgewerkt in het strafbare feit
 Algehele toerekenbaarheid
 Sprake van psychotische stoornissen die het handelen van de
verdachte volledig hebben bepaald en dus geen ruimte hebben
gelaten voor enige wilsvrijheid bij de verdachte
 Staat van psychische normaliteit en rijpheid
 Brengt 3 geschiktheden met zich mee:
 Dat men de feitelijke strekking der eigen handelingen
begrijpt
 Dat men de maatschappelijke ongeoorloofdheid van
bepaalde handelingen begrijpt

,  Dat men tot die handelingen zijn wil kan bepalen
o Acute dissociatieve stoornis = een verstoring van de gewoonlijke geïntegreerde
functies van bewustzijn, geheugen, identiteit en waarneming van de omgeving
 Mogelijke straffen en maatregelen; ontoerekenbaarheid als strafuitsluitingsgrond
o Ontoerekenbaarheid sluit straf uit, maar niet de tbs-maatregel of de plaatsing in een
psychiatrisch ziekenhuis
 Mits er aan de voorwaarde is voldaan
 Het moet onder meer gaan over een misdrijf waarop 4 jaar of meer
gevangenisstraf is gesteld
 Het moet gaan om een dader die gevaar voor de veiligheid van
anderen, dan wel algemene veiligheid van personen of goederen
oplevert  art. 37a Sr
o Als toerekenbaarheid in bepaalde mate is verminderd, maar niet geheel afwezig is,
kan de rechter een combinatievonnis wijzen
 Voor het deel dat de dader toerekenbaar is, kan hem een straf worden
opgelegd, en voor het andere deel kan hij eventueel ter beschikking worden
gesteld
o Verschillende sanctiemogelijkheden door verminderde toerekenbaarheid
1. Rechter straft naar de mate van lichtere schuld lichter
 Uitgangspunt
2. Rechter legt alleen tbs op, want hij mag afzien van strafoplegging
 Krachtens art. 37a lid 2 Sr mag worden afgezien van strafoplegging
3. Rechter legt een lange straf op, waarna evt. ook nog een tbs kan volgen
 Zoals 15 jaar gevangenisstraf plus tbs
 Niet mogelijk: levenslange gevangenisstraf en tbs
4. Rechter kan bij minder ernstige delicten ook beslissen om geen tbs op te
leggen, maar om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen
 Art. 14c lid 2 Sr
o In geval van combinatie van vrijheidsstraf en maatregel, wordt eerst de straf en
vervolgens pas de maatregel geëxecuteerd
 Bij deze combinatie staat de straf voor het toerekenbare en de maatregel
voor het niet-toerekenbare aspect van iemands persoonlijkheid
 voor zover de toerekenbaarheid strekt, moet hij zich als gestrafte
verantwoorden voor zijn daad, voor het overige moet hij worden behandeld.
 Ontoerekenbaarheid en dolus/culpa in causa
o Uitzondering
o Als er sprake is van culpa in causa kan het begane feit niet door de rechter aan de
verdachte worden toegerekend
o Je brengt jezelf verwijtbaar in een toestand van ziekelijke storing van de
geestvermogens
 ZIE OVERZICHT VOOR VEREISTEN

7.3 De overmacht (art. 40 Sr)
 Strafuitsluitingsgrond: schulduitsluitingsgrond én rechtvaardigingsgrond
 De ontwikkeling van overmacht
o In Memorie van Toelichting werd overmacht beschouwd als een ‘uitwendige oorzaak
van ontoerekenbaarheid’, namelijk als een kracht, drang of dwang waartegen men
geen weerstand kan bieden
o We spreken pas van overmacht als er helemaal geen weg voor enige weerstand meer
overblijft en dat zou absolute overmacht (vis absoluta) zijn
o Leer van contrainte morale

,  De Hoge Raad bond de overmacht aan de strenge eis dat de verdachte
handelde onder de overweldigende, rechtstreekse invloed van een
ogenblikkelijke psychische drang waaraan hij op het tijdstip van het
delictueuze handelen geen weerstand kon bieden
o De wetgever beoogde met de overmachtsbepaling van art. 40 Sr niet alleen de
absolute overmacht, maar vooral de relatieve overmacht (vis compulsiva)
 Ligt sterk in subjectieve, psychische sfeer
o Een objectieve vorm van overmacht is uitgegroeid tot een zelfstandige vorm van
overmacht: de rechtvaardigingsgrond noodtoestand. De subjectieve, psychische vorm
van overmacht is bekend komen te staan als: de schulduitsluitingsgrond psychische
overmacht.
 De psychische overmacht: algemene maatstaven
o ZIE OVERZICHT VOOR VEREISTEN
 Enige typen van bijzondere gevallen waarin een beroep wordt gedaan op psychische
overmacht
a. Het battered woman syndrome
 Betreft vrouwen die langdurig door hun man mishandeld zijn
 Wat leidt tot een syndroom waaruit een agressieve reactie voortvloeit
 Beroep op psychische overmacht vaak niet gehonoreerd, omdat de dader
vaak andere wegen had kunnen bewandelen om uit de prangende
omstandigheden te geraken
b. Overmacht bij psychische stoornis
 Bijv. in het geval van on- of verminderde toerekenbaarheid
 Ook degene met een psychische stoornis kan in een situatie terecht komen
waarin naar sociaal-ethische maatstaven van een overmatige psychische druk
in de zin van overmacht sprake is
c. Cultureel bepaalde delicten
 Leidt zelden tot nooit tot het aannemen van onweerstaanbare druk in de zin
van psychische overmacht
 Speelt vaak wel een rol in straftoemeting (niet altijd in positieve zin)
 Zoals eerwraak of een gezinssituatie waarbij de vader het gezin mishandeld
en de vader uiteindelijk door zoon wordt vermoord
d. Gewetensbezwaren
 In feite zijn gewetensbezwaren die tot wetsscheiding hebben geleid zelden of
nooit in de strafrechtspraak erkend
 Dit is te begrijpen vanwege de vrijwel onmogelijke opgave waarvoor de
rechter zich geplaatst ziet als hij de motieven moet onderzoeken van een
gewetensbezwaarde.
e. Overmacht in de bijzondere na-oorlogse rechtspleging
 Vrees en angst speelde een grote rol
 Er was tijdens de oorlog eigenlijk sprake van algemene overmachtstoestand
 Beslissend is of de dader mocht handelen zoals hij deed en aan de
uitgeoefende dwang geen weerstand behoefde te bieden.
 De noodtoestand
o ZIE OVERZICHT VOOR VEREISTEN
 Overmacht en dolus/culpa in causa
o De persoon in kwestie, die zich op overmacht beroept, kan onder omstandigheden
worden verweten dat hij willens en wetens of door onachtzaamheid zichzelf in de
situatie heeft gebracht van waaruit de overmachtstoestand voorzienbaar ontstond
 Dolus/culpa in causa hier in de weg? Meestal gaat het om psychische
overmacht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jamy13a. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26
  • (0)
  Add to cart