Answers
Strafrecht oefenvragen MC
- Course
- Institution
- Book
Meerkeuze oefenvragen van het vak Strafrecht. Deze oefenvragen werden elke week behandeld. Het goede antwoord is in het geel gemarkeerd.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
4 reviews
By: Thomasrakker23 • 2 year ago
By: elinenugteren • 2 year ago
irrelevant more bad effects
By: LotteDijkema • 4 year ago
By: riedwijn • 5 year ago
Seller
Followoanhpham
Reviews received
Content preview
Oefenvragen week 1 deel 1 (het strafb are feit) + deel 2 (wederrechtelijkheid)1. Om van een strafbaar feit te kunnen spreken moeten er aan een aantal
voorwaarden zijn voldaan. Welk van de onderstaande voorwaarden worden daar
onder andere onder verstaan?
a. het moet gaan om een actieve menselijke gedraging, dus niet een nalaten of niet
doen EN die gedraging moet wederrechtelijk zijn.
b. het moet gaan om een actieve menselijke gedraging, dat kan zijn een actieve
handeling of een nalaten of niet doen EN die gedraging moet verwijtbaar zijn.
c. het moet gaan om een gedraging die valt binnen de termen van een
delictsomschrijving of een gedraging die naar heersende opvatting van de HR
strafbaar is EN die gedraging moet wederrechtelijk zijn.
2. Om van een strafbaar feit te kunnen spreken moeten er aan een aantal
voorwaarden zijn voldaan. Eén van die voorwaarden is dat het een menselijke
gedraging betreft. Welk van de onderstaande beweringen is juist?
A. Een dier kan geen strafbare feiten plegen, al kunnen de door dieren gepleegde
delicten wel aan een mens worden toegerekend.
B. Een besloten vennootschap (BV) kan strafbare feiten plegen.
C. Een handelingsonbekwame kan geen strafbare feiten plegen.
3. In artikel 180 WvSr zijn bestanddelen onder andere:
A. Geweld of bedreiging met geweld/ ambtenaar werkzaam in de rechtmatige
uitoefening van zijn bediening
B. Ambtenaar werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening/ schuldig aan
wederspannigheid
C. Ambtenaar werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening/
wederrechtelijk.
4. Welke bewering is juist?
A. Bestanddelen en elementen zijn synoniemen.
B. Bestanddelen moeten in het proces bewezen worden en elementen niet.
C. Als schuld of opzet in de delictsomschrijving wordt genoemd is verwijtbaarheid geen
element meer.
, 5. Trees loopt ’s avonds over straat en wordt lastiggevallen door een dronken man. Ze
rent weg, maar de man haalt haar in. Op dat moment geeft Trees de man een klap
in het gezicht. De man schrikt daar enorm van een loopt weg. Heeft Trees zich aan
een strafbaar feit schuldig gemaakt?
A. Nee, want het bestanddeel wederrechtelijkheid ontbreekt.
B. Nee, want het element wederrechtelijkheid ontbreekt.
C. Nee, want het element verwijtbaarheid ontbreekt.
6. Trees loopt ’s avonds over straat en wordt lastiggevallen door een dronken man. Ze
rent weg, maar de man haalt haar in. Op dat moment geeft Trees de man een klap
in het gezicht. De man valt op de grond en blijft daar liggen. Trees is geheel over
haar toeren en geeft de man nog enkele schoppen in de maagstreek. Vervolgens
rent Trees weg. Heeft Trees zich aan een strafbaar feit schuldig gemaakt?
A. Nee, want het bestanddeel wederrechtelijkheid ontbreekt.
B. Nee, want het element wederrechtelijkheid ontbreekt.
C. Nee, want het element verwijtbaarheid (schuld) ontbreekt. (Noodweerexces)
7. Artikel 200 lid 1 WvSr is een:
A. Overtreding en commissiedelict
B. Formeel en omissiedelict
C. Formeel en commissiedelict
8. Welke bewering is juist?
A. Diefstal van 2 koeien uit een weiland is een gekwalificeerde vorm van eenvoudige
diefstal. (Art 310 WvSr)
B. Diefstal van 2 koeien uit een weiland is gewoon eenvoudige diefstal. (art 310 WvSr)
C. Diefstal van 2 koeien uit een weiland is een geprivilegieerde vorm van eenvoudige
diefstal. (Art 310 WvSr)
9. Piet en Marijke zien tijdens een boswandeling heel wat bloeiende heide in het bos
staan. Net wat ze nodig hebben voor hun eigen tuin. Met de kofferbak goed gevuld
met heide uit het bos komen ze weer thuis. Welke bewering is juist?
A. Dit is een gekwalificeerde vorm van eenvoudige diefstal. (Art 310 WvSr)
B. Dit is gewoon eenvoudige diefstal. (Art 310 WvSr)
C. Dit is een geprivilegieerde vorm van eenvoudige diefstal. (Art 310 WvSr)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oanhpham. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
78252 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now