100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Juridische bronnen () Baekenland $8.61   Add to cart

Summary

Samenvatting Juridische bronnen () Baekenland

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat alle leerstof die tijdens van Baekenland de les is behandeld. De leerstof is aangevuld met mijn notities en met aanduidingen van belangrijke artikels.

Preview 4 out of 40  pages

  • November 1, 2023
  • 40
  • 2023/2024
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Juridische bronnen
1. wat is recht?
1.1 rechtsstaat vs. staat
= verzamelnaam van rechtsregels in materiële zin, die als doel hebben de maatschappij te ordenen
en rechtszekerheid te bieden. Hoe toepassen en afdwingen van deze rechtsregels moet bijdragen tot
een vreedzame en rechtvaardige samenleving, maar dit is moeilijk in de praktijk.

Rechtsregels: gedragsregels die wettelijk zijn vastgelegd door de overheid, zijn afdwingbaar.

Verschillen tussen samenlevingen/staten (staat vs. Rechtsstaat), kan afhangen door heersende
economische opvattingen die in die staat/samenleving aanwezig is.

− Samenleving
• Leven op een bepaald gebied met x-aantal mensen
• Verschillende waarden en normen
• Regels kunnen in eenzelfde gebied op een andere manier worden toegepast
• Willen vredevol leven, maar niet altijd mogelijk
o Vb. Leger in Antwerpen
− Staat
• Grondgebied, politieke organisatie, inwoners, erkenning door de internationale
gemeenschap:
o Vb. Israël zit in moeilijkheden, Noord-Zuid Korea, Taiwan
− Rechtsstaat
• Grondgebied, politieke organisatie, inwoners, scheiding der machten (UM, WM, RM),
mensenrechten
o Rechtsstaat is gebonden aan het recht, dus kunnen hen aansprakelijk gestelt
worden vb. Homo's in BE en homo’s in IT.
• Ook media is een macht (≠ rechtsmacht), grondwet gaat dit niet aan
als staatsmacht.
− Kapitalisme (alles voor de bevolking = vrije markt, ik-vorm staat centraal) vs. Communisme
(alles voor de gemeenschap = staatseconomie).

HEERSENDE ECONOMISCHE OPVATTINGEN:
= als het voor iedereen beschikbaar is, wordt de kost laag. Wanneer bedrijven geprivatiseerd worden
zal de kost hoger liggen. vb. de lijn wordt bekostigd door de overheid, zodat het voor de bevolking
betaalbaar blijft. Wanneer de lijn een privé bedrijf wordt zullen de kosten voor de burger veel hoger
worden.

1.2 Verschillende soorten rechtsregels
− Berechtingsregels (= procesrecht)
• Wet- en regelgeving die de gang van zaken in een gerechtelijke procedure beschrijft
• Vb. Taal, hoe iets indienen?
− Wijzigingsregels
• Regels die wetten kunnen wijzigen
• Vb. Euthanasiewet, afschaffen van het hof van Asissen
− Erkenningsregels (= gelding, interpretaties en verhouding)
• Inhoudelijk recht, materieel
• Vb. Hoe euthanasie regelen, hoe een bedrijf oprichten




1.3 enkele verbanden

, − Rechts en godsdienst (belang secularisatie)
• Kerk en staat zijn vandaag de dag gescheiden van elkaar
▪ Kerk beïnvloed niet, maar drukt nog wel vb. jodenwijk aan station
• Recht van de godsdienstvrijheid

Vb. In België veel pedofiele priesters, het parket zal altijd een weg vinden om geen kerkelijke
vervolging te starten, in theorie is de kerk en de staat losgekoppeld, maar in de praktijk is dit
zeer moeilijk, een hoofddoek kan je niet verbieden, want je kan de identiteit wel identificeren =
recht op godsdienstvrijheid, een boerka kan men wel verbieden.

− Recht en moraal
• Doen wat juist is (sociale zekerheid is gekomen)
• Positivisme (= alles in wetboeken geschreven) vs. Natuurrecht (= menselijk verstand,
filosofisch, rechtvaardig).
▪ Vb. Boudewijn wilde abortus niet positiveren, hij dacht natuurrechts en trad af
zodat iemand anders het positiveerde.

− Recht en sociale zeden (temporeel en cultureel bepaald)
• Gedragsregels en omgangsregels
• Dit kan verschillen binnen bepaalde samenlevingen (beleefdheidsnormen,
onderwijssystemen, kledij, gedragsregels, seksueel gedrag en opvattingen)
▪ Vb. Glazen plafond: vrouwen verdienen minder en zijn beperkt in topfuncties
(wet zegt dat er een aantal vrouwen in bestuur zitten)
▪ Vb. Elementaire beleefdheid: vroeger mocht vest niet uit, nu is hemdje
genoeg
▪ Vb. Vast benoemd: overheid wilt dit weg.

1.4 doel van het recht = het ordenen van een samenleving van mensen
− Rechts vs. Rechtsvaardigheid
• Procedurefouten
▪ Vb. Huiszoekingsbevel: wapens in garage, niet in huis --> alleen bevel voor
huis --> recht is toegepast, maar niet rechtvaardig
▪ Vb. Winkeldiefstal: verborgen camera’s --> moet gezegd worden --> recht
toegepast, maar niet rechtvaardig
▪ Vb. Verjaringstermijn Bende van Nijvel 10jaar verlengd
− Recht vs. Rechtszekerheid
• Ingeschreven op AP --> recht op bepaald aantal uren les
• Bij trouwen moet u de zekerheid hebben dan u ook kan scheiden
− Aristoteles:
• Publiekrecht: verdelende rechtvaardigheid
▪ U krijgt garanties tegen de overheid
• Privaatrecht: vergeldende rechtvaardigheid
▪ Gericht op afdwingen, iemand buitengooien




1.5 het recht al middel
− Niveau van rechtsregels
• Gedragsregels en normen

, • Vb. Hoelaat moet je thuis zijn
− Niveau van rechtspraak
• Legt recht uit
• Vb. Afkijken bij een examen is 0/20
− Niveau van rechtshandhaving (= afdwingbaar)
• Valt moeilijk na te leven.
• Vb. Huurder betaalt niet = contractbreuk; stalking

Iedereen wordt geacht het recht te kennen, recht streeft naar rechtvaardigheid (lukt niet altijd om het
toe te passen). In elke vorm van de samenleving is er recht.

2. indeling van het recht
Objectief recht: verzameling van het recht(regels) algemeen. Recht zoals op een bepaald moment
een bepaalde plaats van toepassing is en is daarmee vaak ook niet afdwingbaar. Vloeit voort uit
rechtspraak, de wetgeving en gewoonten. Vb. Werking van uw instelling, hoe werkt een parlement?

Subjectief recht: rechten en plichten die je aan iemand toekent. Het is toegepast recht dat je zelf kan
afdwingen. (Concrete recht van een persoon). Grondrecht, contractuele verbintenis.

Materieelrecht: regels die betrekking hebben op de inhoud van rechten en plichten. Hier wordt bepaalt
hoe (rechts)personen zich naar elkaar toe moeten gedragen in hun onderlinge verkeer. (Subjectief
recht). vb. Recht op privacy.

Formeelrecht: wijze waarop materieel recht wordt gehandhaafd, spelregels. Ook wel procesrecht
genoemd. Geeft regels hoe een bepaald proces gevolgd dient te worden. vb. Hoeveel uur mag
verdachte vastgehouden worden? Hoe start ik een proces? Art. 2275 BW

2.1 domeinen van het recht
− Volgens de activiteit die de regels ordent (vb. Fiscaal recht)
− Volgens de techniek waarmee de regels worden geordend (vb. Strafrecht)
− Volgens het niveau van totstandkoming van de regels (vb. Europees recht)

Didactische nut: u kan de wet vinden voor bepaalde situaties.

Rechtstheoretisch: nadenken --> waarom is de rechtsregel tot stand gekomen, waarom bestaat die?

2.2 onderscheid tussen privaat en publiekelijk recht
Privaatrecht Publiekrecht
= regelt de verhouding tussen burgers = regelt de verhouding tussen de burgers en de
onderling. Afspraken die in juridische vorm zijn overheid, de interne organisaties van de
vastgelegd -> zijn juridisch afdwingbaar. overheid en de verhouding tussen staten.
Particulieren die regels met elkaar afspreken en Algemene belangen: bepaald door de
nageleefd moet worden. Private belangen: samenleving, evolueert in tijd en ruimte.
koop, huur - Grondwettelijk recht (vb. Indeling van
- Burgerlijkrecht (vb. Echtscheiding) gemeenschappen, gewesten,
- Handelsrecht (vb. Garantie) bevoegdheidsconflicten)
- Arbeidsrecht (vb. Ontslag) - Administratief recht (vb. Vreemdelingen,
- Sociaalzekerheidsrecht (vb. Pensioen) vluchtelingen)
- Strafrecht (vb. Criminele feiten)
- Economisch recht (vb. Belastingen)
Onderscheid is achterhaald
− Privépersonen kunnen worden belast met overheidstaken. Overheden kunnen deelnemen
aan het privaatrechtelijke rechtsverkeer.
− Vervlechting private belangen en algemene belangen
• Vb. Caterpillar sluiting
▪ Overheid komt zich moeien, maar Caterpillar heeft private belangen
▪ Onderscheid privaat en algemeen klein, overheid greep in o.w.v.
werkeloosheid.

, − Niet altijd duidelijk onderscheid tussen privaat- en publiekrecht
• Rechtstakken (sociaal zekerheidsrecht)
• Rechtsinstellingen (huwelijk)
• Vb. AP is een publieke instelling die soms lokale verhuurd en daarbij dus ook een
private instelling is.
• Vb. De lijn is een publieke instelling die reclame in hun hokjes toelaat en dus daarom
een private instelling is.

Sluitende opdeling privaat/publiekrecht is onmogelijk (wat rood is maakt de staat gebruik van)

Privaatrecht Publiekrecht
Personen- en familierecht Staatsrecht
Familiaal vermogensrecht Administratief recht
Sociaal recht Sociaal recht
Verbintenissenrecht Strafrecht
Zakenrecht Strafprocesrecht
Handelsrecht Fiscaalrecht
Vennootschapsrecht Europeesrecht
Burgerlijkprocesrecht Internationaalrecht
Internationaal privaat recht

2.3 afdwingbaarheid van rechtsregels kent verschillende categorieën
1. Aanvullend recht of suppletief recht
• Legislatieve indicatie, wet kan je nooit schenden
• Wetgever geen indicatie, maar je kan ervan afwijken
2. Dwingend recht of imperatief recht (vb. Woonhuur, handelshuur)
• Bescherming van private belangen van economische zwakkere partijen.
• Beschermd beter
• In het begin kan je niet afwijken, later wel
3. Openbare orde en goede zeden (= kan je nooit schenden)
• Bescherming van het algemeen belang vb. SM wordt gevolgd.
• Goede zeden = seksuele moraal en beleefdheid
▪ Evolueert in tijd en ruimte, cultuurgebonden
• Morele (strafrecht) en economische (fiscaliteit) steunpillaren van de samenleving.

Vb. Frankrijk heeft veel seksuele films gemaakt die tegen de goede zeden waren en die waren lange
tijd verboden in België. Je lector aanspreken als Bro een afsluiten met xxx in een mail.

Rechtsregels hebben steeds materieel, personeel en territoriaal toepassingsgebied,
maatschappelijke problemen die hier aan de basis liggen zijn: criminaliteit, geweldtoename,
verkeersboete, pensioen, vergrijzing, woke (alert, bewustzijn voor dingen in de maatschappij, maar
weten dat er nog een onderliggende discriminatie is), Euthanasie



3. de bronnen van het recht
3.1 Scheiding der machten (= Trias politica)
Drie staatsmachten (belang van iedere staatsmacht is verankerd in de grondwet)
− De l’esprit des lois: Charles Montesquieu, 1748
− Wetgevende macht (belangrijkste)
− Uitvoerende macht
− Rechterlijke macht
3.2 verschillende rechtsbronnen (= hiërarchie der rechtsbronnen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verbreukenmyrthe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

58426 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.61  1x  sold
  • (0)
  Add to cart