Impulsregulatie:
1. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een seksverslaving?
a. Negatieve consequenties en controleverlies.
b. Controleverlies en onthoudingsverschijnselen.
c. Onthoudingsverschijnselen en obsessief bezig zijn met seks.
2. Welke behandeling past bij de visie op seksverslaving waarin een seksverslaving
beschouwd wordt als een symptoom van een vormgevingsprobleem?
a. Een behandeling gericht op het bedwingen van het seksgedrag waarin
lotgenotencontact een belangrijke rol heeft.
b. Een behandeling gericht op het ombuigen van inadequate gedachtenpatronen en
emotiebeheersing met al doel bedwingen van het seksgedrag.
c. Een behandeling die niet gericht is op bedwingen van het seksgedrag, maar op het
vergroten van de zelfwaardering en zelfzorg.
3. Welke beschrijving past het best bij mensen die pedofiel zijn?
a. Zedendelinquenten.
b. Mensen die seks (proberen te) hebben met pre-puberale kinderen.
c. Mensen die seksueel opgewonden raken van pre-puberale kinderen.
4. Een persoon heeft een fetisj waarbij degene seksueel opgewonden raakt van natte
kleding, een zogenaamde wetlook fetisj. Waar valt een dergelijke seksuele voorkeur onder,
volgens de DSM-5?
a. Parafilie
b. Parafiele stoornis
c. Algolagnistische stoornis
5. Na een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) ligt de focus vaak op de fysieke beperkingen
en het oppakken en (her)leren van de ADL-vaardigheden. Welke problematiek kent een
forse onderdiagnostiek?
a. Depressie
b. Sociale problemen
c. Impulsregulatieproblematiek
6. Na een NAH heeft een deel van de revalidanten last van taalstoornissen. Wat is de
medische term voor een taalstoornis?
a. Apraxie
b. Dysarthrie
c. Afasie
7. Karakterveranderingen, extreme vermoeidheid en veranderende capaciteiten kunnen
grote gevolgen hebben voor de persoon met NAH en voor de naaste omgeving. Welke
risico’s liggen hier op de loer m.b.t. de thuissituatie?
a. Huiselijk geweld en/of overspannen mantelzorger
b. Depressie en/of frustratie van de revalidant
c. Geen inzicht in eigen grenzen en/of gebrek aan reële verwachtingen.
, 8. Het betrekken van de mantelzorgers in de revalidatie van mensen na NAH is van groot
belang voor een gunstig verloop van het revalidatieproces. Waar richt de behandeling zich
op t.a.v. de mantelzorgers?
a. Ondersteunen van probleemoplossend gedrag in de rol van verzorger.
b. Het bespreekbaar maken van invloed van NAH op intimiteit en seksualiteit in de relatie.
c. Ondersteunen van probleemoplossend gedrag in de rol van verzorger e en het
bespreekbaar maken van de invloed van NAH op intimiteit en seksualiteit in de relatie.
9. Opstandig, koppig, lastig en verstorend gedrag: hoort bij de normale…
a. Ontwikkeling van emoties
b. Verwerving van autonomie
c. Ontwikkeling van impulscontrole
10. Prosociaal gedrag is:
a. Buitengewoon sociaal gedrag.
b. Sociaal wenselijk gedrag.
c. Gericht op het welzijn van de ander.
11. Wat is waar over de verschillen tussen de Oppositionele gedragsstoornis (ODD) en de
antisociale gedragsstoornis (CD)?
I. ODD begint eerder dan CD.
II. ODD is ernstiger dan CD.
III. ODD kent criteria voor agressie, CD niet.
a. I en II zijn waar, III is niet waar.
b. I is waar, II en III zijn niet waar
c. I, II en III zijn allen waar.
12. Vanuit de psychodynamische invalshoek kan een borderlinepersoonlijkheidsstoornis
verklaard worden door:
a. Een gebrekkige ontwikkeling van een gevoel van stabiliteit en eenheid ten aanzien van
zichzelf en anderen
b. Beperkte executieve functies waardoor het impulsieve gedrag van een borderline wordt
veroorzaakt
c. Ouders die kinderen zonder veel liefde hebben opgevoed, waardoor zijn naarstig op
zoek gaan naar aandacht van anderen.
13. ‘Familieleden en vrienden die eveneens overmatig drinken’, is vanuit de etiologie van
een verslaving, een voorbeeld van:
a. Biologische factoren
b. Psychosociale factoren
c. Cognitieve factoren
14. Lichamelijke afhankelijkheid van drugs is:
a. Het lichaam wordt afhankelijk van de voortdurende toevoer van een stof.
b. Dwangmatig gebruik van een stof om een psychische behoefte te voorzien.
c. Lichamelijke gewenning aan een middel zodanig da tbij regelmatig gebruik een hogere
dosis nodig is om dezelfde effecten te bereiken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BestePMTer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.