1. Een drenkeling die in het water ligt kan beter blijven drijven als:
A zijn adem goed inhoudt.
B zijn jas vol met lucht slaat en daarop gaat drijven.
C zich zo klein mogelijk maakt om geen warmte te verliezen.
2. Tijdens het zwemmen van de schoolslag houdt de zwemmen zijn voeten niet naar buiten
gedraaid. Omdat er niet met de onderkant van de voet, maar met de zijkant wordt afgezet is
er sprake van:
A schaarslag
B slip
C grip
3. Vormweerstand is:
A een ander woord voor frontale weerstand
B de combinatie van frontale, wervelings- en wrijvingsweerstand.
C afhankelijk van de vorm van je lichaam.
4. Tijdens het onderwater zwemmen is het aanspannen van de polsen:
A Fout, omdat richting van de resultante van K1 en K2 veranderd.
B goed, omdat de grootte van de resultante van K1 en K2 gunstig is.
C Goed, omdat de richting van de resultante K1 en K2 gunstig is.
5. De contra beweging bij de rugcrawl armen vindt plaats:
A in het verticale vlak, met gestrekte armen.
B in de verticale vlak, met licht gebogen arm
C in het horizontale vlak, met gestrekte arm.
6. Bij het principe “wrikken” maak je gebruik van de wetmatigheid:
A Wet van Archimedes
B principe van Beroulli
C 1e wet van Newton
7. De opwaartse kracht is het grootst wanneer een zwemmer:
A een laag soortelijk gewicht heeft
B zo veel mogelijk uitgeademd heeft
C zo veel mogelijk lichaamsdelen onderwater heeft
8. Bij het zwemmen van de samengesteld rugslag worden de armen snel over het water
gebracht. Dit is:
A waar, want een stuwbeweging boven water moet snel worden uitgevoerd i.v.m. verliezen
van opwaartse kracht.
B niet waar, want contrabewegingen moeten langzaam worden uitgevoerd.
C waar, want een contrabeweging boven water moet snel worden uitgevoerd in verband met
het tijdelijk verliezen van opwaartse kracht.
, 9. De 1e wet van Newton vertelt over:
A het impulsmoment
B massa is traag
C actie = -reactie
10. Bij het springen is er sprake van het afzetten van:
A een vast afzetvlak
B een hoogte van minimaal 1 meter
C een verend vlak
11. Zuigeling cq. Wervelings weerstand ontstaat als:
A het water door de vorm van het lichaam niet gemakkelijk afvloeit
B frontale weerstand minder wordt
C het lichaam niet zo horizontaal mogelijk in het water ligt
12. Opwaartse kracht krijg je doordat het water dat jij verplaatst, je weer omhoog wil drukken.
Deze kracht grijpt aan (zit):
A in het midden van het gewicht van een zwemmer
B in het midden van het volume van een zwemmer
C in het midden van het verplaatste water
13. Bij de borstcrawl worden de armen over het water weer naar voren gebracht. Dit is een:
A overhaal
B contrabeweging
C stuwbeweging
14. Bij de schoolslag wordt de armdoorhaal met een hoge elleboog gezwommen gevolg is:
A het frontale oppervlak van de armen wordt groter
B het frontale oppervlak van de armen wordt kleiner
C er is meer kans op slip
15. Het gelijk maken van de druk aan de binnenkant van het oor en de buitenkant van het oor
noemen we:
A ploppen
B blazen
C klaren
16. Tijdens het zwemmen van de schoolslag gaan je armen weer naar voren. Dit doe je:
A snel, de beweging remt je af,, dus hoe sneller het klaar is, hoe beter.
B langzaam, het remt meer af als je de beweging snel maakt.
C snel, je kunt dan weer uitdrijven en uitademen.
17. De wervelingsweerstand bij de schoolslag ten opzichte van de borstcrawl is:
A groter, omdat de onderdruk achter groter is.
B groter, omdat de ademhaling frontaal plaatsvindt.
C groter, omdat de ligging minder horizontaal is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BestePMTer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.