Personen in het recht (privaatrecht): dragers van rechten en plichten
Wil je iets in het recht kunnen doen, dan moet je persoon in het recht zijn
Natuurlijke personen
Rechtspersonen
Natuurlijke personen:
Art. 1:1 BW
Allen die zich in Nederland bevinden, zijn vrij en bevoegd tot het genot van de burgerlijke
rechten.
o Iedereen, dus ook de illegale mensen. En dus ook de mensen die in de gevangenis
zitten Letterlijk iedereen
Persoonlijke dienstbaarheden, van welke aard of onder welke benaming ook, worden niet
geduld.
o Deze zin staat voor slavernij.
Rechtspersonen:
Art. 2:1 BW
1. De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten
rechtspersoonlijkheid
Art. 2:2 BW
1. Kerkgenootschappen alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn
verenigd, bezitten rechtspersoonlijkheid
Art. 2:3 BW
1. Verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze
vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen
bezitten rechtspersoonlijkheid.
Dit zijn de enige die rechtspersoonlijkheid hebben, meer zijn er niet!! Het staat allemaal aan het
begin van je wettenbundel.
Objectief en subjectief recht:
Objectief recht: verzameling van de regels die er zijn, maar ook de beginselen en dus ook
het ongeschreven en het geschreven recht.
Subjectief recht: persoonlijke rechten die personen (=rechtssubjecten) ontlenen aan het
objectieve recht
Op tentamen dus het verschil weten.
Absoluut en relatief recht:
Absoluut recht: tegenover iedereen te handhaven. Rechten ten aanzien van een goed
Bijvoorbeeld eigendom: je mag iedereen uit je huis zetten, omdat het huis jouw eigendom is.
Relatief recht: tegenover bepaalde persoon te handhaven. Recht op een prestatie
Bijvoorbeeld 500 euro uitlenen aan een persoon.
, Feiten en handelingen:
Feit: geen rechtsgevolg, bijvoorbeeld de zon gaat onder
Rechtsfeit: wel rechtsgevolg, bijvoorbeeld, pensioengerechtigde
Feit
leeftijd
Rechtshandeling: is een handeling waarbij het recht een gevolg
aanknoopt, waarbij je dat gevolg wilde. Niet-rechtsfeit Rechtsfeit
Handeling met rechtsgevolg: bijvoorbeeld: door de straat rijden, en
tegen een auto aanrijden. Dat is een handeling, waarbij je het gevolg Handeling
Bloot rechtsfeit
met rechtsgevolg
niet wilde.
Feitelijke
Rechtshandeling
Uitgangspunten Privaatrecht: handeling
Vrijheid van burgers:
o Handelingsvrijheid, je mag het zo gebruiken, totdat het onrechtmatig wordt.
o Beschikkingsvrijheid, je mag het zo gebruiken, totdat het in strijd is met de
redelijkheid en billijkheid.
o Contractsvrijheid
Maar:
Zorgvuldigheidsbeginsel
Redelijkheid en billijkheid
Voorbeeld:
Zutphense Juffrouw arrest: woonde boven een leer winkel leiding kapot, en dus allemaal water,
slecht voor het leer Weigerde hoofdkraan dicht te draaien, wel onbehoorlijk wat ze heeft gedaan,
maar voor het recht heeft ze niks verkeerd gedaan. Er is geen rechtsregel waarin je kan vinden
waarin staat dat wat ze deed, onrechtmatig was. Dus er is geen duidelijke, wettelijke regel
overtreden en dus niet aansprakelijk.
Onrechtmatig is onwetmatig
Kelderluik arrest:
Sjouwerman bevoorraadt café in Amsterdam en laat een luik openstaan. Duchateau loopt door de
donkere gang van het café naar de wc, valt door het openstaande luik en loopt ernstige schade op.
Is Sjouwerman jegens Duchateau aansprakelijk?
Er zijn vier dingen om te kijken of er sprake is van een onrechtmatige gevaarzetting:
1. Het gaat om de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste
oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht
2. Ook op de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan
3. Op de gevolgen die het kunnen hebben
4. Mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen.
Jetblast arrest:
Er stond ondanks de gevolgen wel een waarschuwingsbord, maar is dat genoeg voor de mensen
die het dan niet opvolgen. En ben je dan alsnog aansprakelijk voor de gevolgen?
Is de waarschuwing kan worden beschouwd als een voldoende maatregel?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.