Hoofdstuk 1 inleiding in de biologie + hoofdstuk 2 voortplanting
November 1, 2023
20
2022/2023
Summary
Subjects
biologie
havo 4
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Secondary school
HAVO
Unknown
4
Seller
Follow
LeerlingHAVO5
Content preview
Biologie hoofdstuk 1 Inleiding in de Biologie
Paragraaf 1 Wat is Biologie?
Alle organismen vertonen levensverschijnselen. De 7 levensverschijnselen zijn:
1. Ademhalen 5. Voortplanten
2. Bewegen 6. Groeien
3. Uitscheiden 7. Voeden
4. Waarnemen
Met stofwisseling worden alle chemische reacties in een organisme bedoelt. Bij deze reactie
spelen enzymen een belangrijke rol. Enzymen zijn eiwitten die de chemische reacties van
stofwisselingsprocessen versnellen. Dit heet katalyseren.
De levensloop begint direct na het ontstaan van het organisme. Deze kun je verdelen in
verschillende fase of stadia. De levensloop eindigt met de dood van het individu.
Individuen behoren tot dezelfde soort als zij zich onderling kunnen voorplanten en daarbij
vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Hoewel de individuen van een soort sterven, blijft
de soort voortbestaan. Dit noem je de levenscyclus van een soort. De levenscyclus eindigt
alleen als de soort uitsterft.
Biotische factoren → invloeden uit de levende natuur
A-biotische factoren → invloeden uit de levenloze natuur
Organismen zijn georganiseerd in biologische eenheden. De kleinste biologische eenheid is
een molecuul. Moleculen zijn bouwstenen van stoffen. Een belangrijke molecuul in
organismen is DNA. Dit bevat de erfelijke informatie van een organisme
Een cel is een grotere biologische eenheid en een hoger organisatieniveau dan een
molecuul. Veel verschillende cellen die samen
werken noem je een orgaan.
Een organisme zoals een grutto is meercellig,
maar eenvoudige organismen zoals een
bacterie bestaat uit een cel. Organisme
behoren tot een populatie. Een populatie is een
groep individuen van dezelfde soort die zich
onderling voortplanten. Populaties leven in een
ecosysteem. Dat is een begrensd gebied met
bepaalde eigenschappen, waar zowel de
levende en niet-levende natuur deel uitmaken
van dat gebied. Het geheel aan ecosystemen op
aarde noem je de biosfeer of het systeem
aarde.
Emergente eigenschappen: als er op een hoger
organisatieniveau een nieuwe eigenschap ontstaat die er op een lager organisatieniveau niet
is. Bijvoorbeeld een cel bestaat uit veel moleculen. Een molecuul van een cel leeft niet. Maar
interactie tussen alle moleculen levert wel een levende cel op.
Interactie: biologische eenheden reageren op elkaar en op de invloeden uit hun omgeving.
, Paragraaf 2 Organen, weefsels en cellen
Een orgaanstelsel bestaat uit een aantal organen. Voorbeelden van orgaanstelsels zijn het
verteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het beenderenstelsel en het bloedvatenstelsel.
Organen zijn opgebouwd uit weefsels. Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem
je een weefsel. In je lichaam komen verschillende soorten weefsels voor.
Dekweefsel: bekleedt en beschermt inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakten. Holle
organen zoals de longen en het darmkanaal zijn bekleed met dekweefsel dat slijmvlies wordt
genoemd.
Zenuwweefsel: vind je in de organen van je zenuwstelsel, bijvoorbeeld in je hersenen, je
ruggenmerg en je zenuwen. De zenuwcellen in zenuwweefsel geven informatie door.
Spierweefsel: bestaat uit langgerekte cellen die kunnen samentrekken en zo beweging
mogelijk maken.
Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof voor.
Het soort tussencelstof hangt samen met de functie en plaats van het weefsel. Bijvoorbeeld
versteviging bij celwanden en beenweefsel.
Dieren die in het water liggen hebben in het algemeen een lichaamsvorm die weinig
weerstand ondervindt van het water. Kop, romp en staart gaan geleidelijk in elkaar over.
Deze lichaamsvorm noem je een stroomlijnvorm.
, Paragraaf 3 plantaardige en dierlijke cellen
Dierlijke cel
1. Lysosoom Blaasjes die enzymen bevatten.
- verteren van voedingsstoffen
of afvalstoffen.
2. Celmembraan Een dubbele laag fosfolipiden
(vetachtige stoffen) met daarin
eiwitmoleculen.
- sommige fosfolipiden en
eiwitten bezitten
koolhydraatketens voor
herkenning.
3. Mitochondrium Bolvormige organellen met
dubbele membranen, waarvan
het binnenmembraan sterk is
geplooid.
- maakt energie vrij met behulp
van zuurstof (verbranding). Die
energie wordt tijdelijk
opgeslagen in ATP-moleculen.
4. Endoplasmatisch Ruw ER heeft ribosomen en glad
reticulum (ER) ER heeft geen ribosomen.
- transport van eiwitten en het
afsnoeren van blaasjes mogelijk
maken.
5. Cytoplasma Bestaat uit water met organellen
en opgeloste cellen.
6. Kernmembraan Wand tussen het kernplasma en
het cytoplasma.
7. Kernporie Kleine opening in het
kernmembraan, zodat transport
in en uit de kern mogelijk is.
8. Kernplasma Vloeistof binnen de kern waar
zich chromosomen bevinden.
9. Kernlichaampje Hier worden delen van
ribosomen gemaakt.
10. Ribosomen Organellen op het ER of vrij in
het cytoplasma.
- eiwitsynthese
11. Golgi-systeem Opgestapelde platte
membranen in het cytoplasma
- eiwitten bewerken tot hun
uiteindelijke vorm en productie
van lysosomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LeerlingHAVO5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.