100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle werkcolleges CS belastingheffing particulieren $4.28   Add to cart

Answers

Alle werkcolleges CS belastingheffing particulieren

4 reviews
 192 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide uitwerkingen van de werkcolleges van het collegejaar

Last document update: 6 year ago

Preview 4 out of 65  pages

  • November 29, 2017
  • November 30, 2017
  • 65
  • 2017/2018
  • Answers
  • Unknown

4  reviews

review-writer-avatar

By: daanwaal • 6 year ago

review-writer-avatar

By: lebim • 5 year ago

review-writer-avatar

By: jeroenengels • 6 year ago

review-writer-avatar

By: matthewvanzijl • 6 year ago

avatar-seller
Werkcollege opgaven.
Capita Selecta belastingheffing particulieren.
Werkcollege 1 – 15 september 2017.

Opgave 1.
Rechtsvormneutraliteit kan op verschillende manieren worden bereikt. In het college zijn de visies van Rijkers
en Essers tegenover elkaar gezet.

Vraag a
Geef, uitgaande van de voornaamste verschillen tussen beide varianten, uw onderbouwde voorkeur voor een
van beide methoden.

De visie van Rijkers: transparantie à je kijkt door de rechtsvorm heen en belast de
achterliggende persoon. Je belast dan alle ondernemers hetzelfde (belast je het subject, de
ondernemer)
Basisidee is het SHS inkomensbegrip:
• Inkomen = Eindvermogen -/- Beginvermogen + Consumptie
• Iedere wijziging in het vermogen is dus inkomen. Heel neutraal op economische gedachte
gestold.
• Houdt geen rekening met de verschillende functies met winst, zodat een beperkte oppot
mogelijkheid voor die winst toegestaan zou moeten zijn.

De visie van Essers: ondernemingswinstbelasting à je belast het object, de onderneming. Je
maakt een winstbelasting waarin alle ondernemingen worden belast. De rechtsvormkeuze wordt
op deze wijze ontdaan van fiscale actoren, met als gevolg dat het risico van mismatches
aanzienlijk wordt teruggebracht.

Verschillen:
• OWB heeft als extra voordeel dat het rekening houdt met speciale functies van
winstinkomen (is niet bij transparantie).
• OWB leidt mogelijk tot winstoppotten en transparantie niet. Als opgepot kan worden
betekent dat belastinguitstel à rest van Nederland draait hiervoor op.

Beide alternatieven eisen een ingrijpende wijziging van de bestaande fiscale wetgeving. Een tussenvorm
zou kunnen zijn de invoering van een winstbox in de inkomstenbelasting.

Vraag b
Geef, uitgaande van de definitie van het begrip winstbox, aan in hoeverre deze tussenoplossing
rechtsvormneutraliteit tot gevolg heeft/kan hebben.

De winstbox is een extra box (naast box 1, 2 en 3) waarin de winst van IB-ondernemers wordt
belast tegen een lager tarief dan in box 1.
De winstbox is rechtsvormneutraal in de zin dat er geen faciliteiten meer zijn voor bepaalde
ondernemers. Er is sprake van een laag proportioneel tarief.
Het is rechtsvormneutraal omdat er niet op basis van fiscale overwegingen een andere vorm
wordt aangegaan om zo recht te krijgen op diverse kortingen.
Waarom wordt een winstbox gezien als een tussenvorm? De winstbox wordt binnen het
bestaande boxensysteem ingevoerd (groot verschil met de andere twee vormen) à stelsel hoeft
niet heel ingrijpend te veranderen. Je haalt de winst en de arbeidsbeloning van de DGA uit box 1



1

, en je maakt hiervan een nieuwe box. Het grote voordeel is dat het opelkaar inwerken van
elementen van box 1 wegvalt. Bijv. het kunnen compenseren met de eigen woning regeling. Het is
een aparte box.

Ook in een rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting kan een doorschuiffaciliteit worden
opgenomen die van toepassing is op ondernemers. Om deze faciliteit te beperken tot ‘echte’
ondernemers, schetst een student in zijn scriptie de volgende definitie van het begrip ondernemer

“een ondernemer is iemand die gerechtigd is tot ten minste 10% van het kapitaal in een onderneming
en ook arbeid verricht in of voor deze onderneming waarin hij gerechtigd is tot het kapitaal”.

Vraag c
Geef uw oordeel over deze definitie.

Voor:
• Arbeid verrichten zit in de definitie; in huidige ab-definitie is dat niet.
• Over elke getalsmatige grens valt te discussiëren, maar 10% is al meer dan 5%. Voor 1997
lag het ab-percentage op 33,333%. Het percentage is toen teruggebracht naar 5% om
gesjoemel met het percentage te voorkomen. Waar komt deze 10% vandaan? Hij sluit
hieraan bij de bepaling van werknemerschap van sociale verzekeringen. Een DGA moet
10% aandelen hebben om binnen die werknemersverzekeringen te vallen.

Tegen:
• Door een grens van te trekken van 10% zijn er een stuk minder ondernemers in
Nederland. Deze zullen in box 3 gaan vallen.

In zijn afscheidsrede schetst Rijkers de SHS-formule die hij beschouwt als de meest zuivere vorm van
draagkrachtmeting.

Vraag d
Schets een aantal voordelen van deze economische benadering.

SHS = iedere wijziging in het vermogen wordt gezien als inkomen à je kunt niet oppotten.
® Inkomen = consumptie + verandering in vermogen – stortingen (bijv. erfenissen). Voordelen:
• Eenvoudiger: de som is eenvoudig, maar de consumptie van het hele jaar dient wel
verzameld te worden.
• Neutraliteit: iedere vorm van inkomen wordt op dezelfde wijze belast (neutraliteit is
essentieel, want verschillen leiden tot belastingontwijking/belastingontduiking). Je
voldoet op deze wijze aan het gelijkheidsbeginsel.

Vraag e
Welke nadelen kent de SHS-benadering van het begrip inkomen? Beperk uw opsomming tot
draagkrachtoverwegingen. Bespreek ook uw visie op de gedachte dat draagkracht hetzelfde is danwel zou
zijn als koopkracht.

• Oppotten wordt lastig à je zou correcties moeten kunnen maken omdat een
onderneming moet kunnen investeren.
• Je krijgt heel snel te maken met dubbele heffing: als je aandelen hebt in een BV, dan
wordt de waarde van die aandelen belast via het SHS-inkomensbegrip, maar met de
voordruk van vennootschapsbelasting wordt geen rekening gehouden.




2

, • Je hebt dus een hoop correcties nodig om het echt neutraal te maken. Want dan
zouden aandelen in een vbi waar geen vpb-belasting wordt betaald even zwaar
belast worden als aandelen in een bv/nv waar wel een voordruk opzit à vermindert
de eenvoud.

In de ogen van sommige auteurs kan bij invoering van de SHS-benadering in onze inkomstenbelasting het
aanmerkelijkbelangregime worden afgeschaft.

Vraag f
Onderschrijft u die stelling? Waarom wel/niet?

De waardestijging van aandelen is belast in de SHS-formule. In theorie zou het dan afgeschaft
moeten worden volgens economen. Daarnaast zijn er ook geen aparte boxen meer te zijn, maar
er moet wel rekening gehouden worden met de voordruk van vpb
® Voordruk van de vpb: als je aandelen hebt in een bv en je wilt dividend uit de bv halen,
dan kan dat alleen uit de nettowinst. Stel de BV behaald 100 winst en moet daar 20%
belasting over betalen, dan houdt je maar 80% over om het uit te keren. De 20% is de
voordruk.

Opgave 2
Willem en Sien zijn gehuwd in koude uitsluiting zonder verrekenbeding. Zij hebben een zoon van 20 jaar.
Willem bezit alle aandelen in zijn personal holding Willem Beheer BV (verkrijgingsprijs € 100.000). Willem
Beheer BV houdt alle aandelen in de werkmaatschappij Willem Automotive BV. De aandelen in de
werkmaatschappij worden in 2016 voor € 10 miljoen verkocht.
Een belastingadviseur adviseert Willem in 2017 om (een deel van) de verkoopopbrengst onder te brengen
in een Vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI).

Vraag a
Wat houdt het VBI-regime in?

Vrijgestelde beleggingsinstelling heeft een subjectieve vrijstelling voor de vennootschapsbelasting
(art. 6a lid 1 wet Vpb). Voor de IB krijgt het een fictief rendement (art. 4.14 wet IB) en een
verkrijgingsprijsophoging.
® Geen VPB, geen dividendbelasting, wel fictief rendement IB (AB)/forfaitair rendement
• Niet belastingplichtig.
• Niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting. Geldt uitsluitend voor
uitkeringen van winstreserves ontstaan na toekenning van die status. Een
dividenduitkering uit oude winstreserves is gewoon belast.
• Wel ten aanzien van de aanmerkelijk belang een fictief rendement.
• Verplichte rechtsvorm: open fonds voor gemene rekening of NV.
In de praktijk gaan we er vaak vanuit dat de aandelen behoren tot ab-houders, maar de aandelen
in de vbi zouden in theorie ook kunnen behoren tot een ib-onderneming. Je hebt dus aandelen in
een vbi, maar je bent ondernemer en je rekent die aandelen aan het verplichte
ondernemingsvermogen (zijn rechtstreeks gerelateerd aan de onderneming). In de rangorderegel
komt de onderneming voor op box 2. Wat is hier onnozel aan? De waardestijging wordt dan
progressief belast (staat op de ondernemingsbalans tegen de waarde van het economisch
verkeer) à meestal niet zo handig.




3

, Vraag b
Aan welke voorwaarden moet een VBI voldoen? Licht deze voorwaarden kort toe.

1. Rechtsvorm (NV of OFGR of een daarmee vergelijkbaar…)
2. Collectiviteit
3. Beleggingsbeleid
4. Open-end-karakter: bedoeld om collectief te beleggen; dit vereist een open club waarbij
iedereen kan toetreden. Dit om te voorkomen dat er bepaalde rechtsvormen worden
ontwikkeld die dat niet al hebben.
5. Forfaitair rendement
6. Verzoek

Vraag c
Welke aanpassingen zijn doorgevoerd ten aanzien van het VBI regime naar aanleiding van het
Belastingplan 2017? Licht deze wijzigingen kort toe.

Er zijn drie maatregelen getroffen op Prinsjesdag 2016:
1. Afrekenen over de positieve box 2 claim bij verkrijgen van de VBI-status. (Doorgaans krijg
je en vrijstelling doordat je een faciliteit hebt, bijv. bij afsplitsing. Bij overgang naar een
VBI is dat niet zo)
2. Anti-boxhoppingsmaatregel is opgerekt naar 18 maanden. Hierdoor wordt je in zowel
box 2 en 3 belast indien je binnen de 18 maanden valt. (Flits-VBI)
3. Koppeling forfaitair rendement box 2 aan het hoogste percentage van box 3. Er wordt
hierdoor al continue een deel (in voren) afgerekend.

Na verkoop van de werkmaatschappij ziet de balans van Willem Beheer BV er als volgt uit:

Vordering aandeelhouder € 100.000 Aandelenkapitaal € 100.000
Beleggingen € 900.000 Winstreserves € 10.500.000
Liquide middelen € 10.000.000 Pensioenvoorziening € 400.000
Totaal € 11.000.000 Totaal € 11.000.000

Willem wil € 6.000.000 in een VBI onderbrengen.

Vraag d
Welke fiscale stappen zijn nodig om € 6.000.000 in een VBI onder te brengen? Beperk uw antwoord tot de
inkomstenbelasting en noem de relevante wetsartikelen.

Ga je de meerwaarde activa er ook in brengen of laat je die erbuiten? Die laat je erbuiten, omdat je
er anders over moet afrekenen. De pensioenvoorziening en de vordering op de aandeelhouder
kunnen niet worden ingebracht in de vbi, omdat de beleggingen moeten voldoen aan de
omschrijving van de Wet Financieel Toezicht. Pensioenvoorzieningen en de vorderingen op de
aandeelhouder vallen hier niet onder.

Variant NV.
Stap 1: afsplitsen naar NV (rechtsvormeis). In een NV moet je minimaal 45.000 euro storten.
Art.4.41 jo. art. 3.55 wet IB.
Stap 2: uitgeven 10% van de aandelen in NV aan Sien/zoon vrijgesteld van AB heffing.
Stap 3: verzoek indienen voor de VBI-status, uiterlijk in het jaar met ingang waarvan het lichaam
als VBI wil worden aangemerkt.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jde95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  7x  sold
  • (4)
  Add to cart