Expressive behavior
Cognitie, emotie en gedrag. We kunnen alleen het gedrag zien.
Positief gedrag: gedrag dat te zien is
Negatief gedrag: gedrag dat niet te zien is
waarom is dat expressieve gedrag er? Hoe staat dat in relatie tot hersenschade?
Cognitieve modellen
Het gebruiken van cognitieve modellen om te checken waar het precies mis gaat bij het expressieve
gedrag van de client. Er zijn procesflows die je kan volgen.
Filmpje casus
73-jarige vrouw, mogelijk blind, links en rechts occiputaal schade door beroerte.
Ze is blind, maar ze is zich er niet van bewust (antonagnosia?)
Ze kan nog wel bij haar reflex vanuit zicht, maar geen vrijwillige bewegingen maken.
Brain tutor 3D downloaden op mobiel
oliver sacks
Task impurity: geen enkele taak meet alleen wat je denkt te meten.
,College 2 – Memory
Standaard idee van het geheugen:
Nondeclaratief: onbewust, we kunnen er niet bij. Automatisch
Declaratief: bewust, we kunnen hierbij.
o De meeste klachten wordt gezien in het declaratieve geheugen, met name
episodisch geheugen
Belangrijke cases in de neuropsychologie:
Pin anecdote: bewijs dat er een verschil zitten tussen expliciet en impliciet geheugen. Patient
kreeg een schok toen ze de dokter een hand gaf, maar was dit alweer vergeten. Maar toen
hij later opnieuw een hand wilde geven, wilde ze dat niet meer.
Patient case HM: na een operatie kon hij geen geheugen meer vormen, en nieuwe dingen
opslaan. Hij had last van anterogase amnesie en verzwakt episodisch en semantisch
geheugen
Soorten geheugen declaratief:
Episodisch geheugen: de persoonlijke gebeurtenissen in iemands leven
Semantisch geheugen: feiten
o Verzwakt betekent dat het minder goed lukt om nieuwe feiten op te slaan
Het episodische geheugen is een binding van semantische informatie met context informatie. Het
episodische geheugen faciliteert nieuwe semantisch leren. Als het episodisch geheugen verzwakt is,
kan er nog steeds semantisch geleerd worden, maar het loopt op basis van slomere neocortiale
leren.
Metamemory: het denken over je eigen geheugen. Je eigen reflectie over hoe goed je iets
weet of kan.
,Soorten geheugen non-declaratief:
Procedural memory: vaardigheden (motorische of cognitieve acties)
Priming: sneller kunnen herkennen van gefragmenteerde foto’s en woorden als het complete
item eerder is gezien
Om het volgende te hebben heb je bepaalde soorten geheugen nodig:
Sense of self (identiteit): dit is een collectie van huidige en lange termijn doelen, maar ook
het verhaal van je leven. Hiervoor heb je dus het werkgeheugen, semantisch en episodisch
geheugen nodig.
Informed consent: volledige informatie weten en kunnen inschatten wat mogelijke
uitkomsten zijn. Hiervoor heb je dus al het declaratieve geheugen en werkgeheugen nodig.
Spatieel geheugen
Patient HM had een verrassende vorm van declaratief geheugen dat gespaard is gebleven, namelijk:
spatieel geheugen. Hij kon namelijk na de operatie nog lay-out van het huis tekenen waar hij na de
operatie in verbleef. Dus ook al had hij anterogase amnesie, hij kon opnieuw iets leren.
Er zijn twee soorten spatieel leren:
Egocentrisch: opslaan van hoe vaak je de bocht om moet met betrekking tot je lichaam in
een bepaalde omgeving om ergens te komen. Perspectief is jezelf.
o Parietal, somatosensorische gebieden: ondersteunt coding hiervan door het eigen
lichaam
Allocentrisch: opslaan van een map met oriëntatiepunten, zoals een gebouw of opvallend
beeld. Perspectief is de omgeving.
o Hippocampus: opslaan van de omgeving in een map
Wat is de rol van allocentrisch en egocentrisch spatieel coderen in episodisch geheugen?
Case Jon: vermindering in hippocampus. Op een test scoort hij slecht op recall maar goed op
herkenning. Het zou kunnen zijn dat herkenning is gebaseerd op familiarity (bekendheid) en minder
op herinnering.
Recollection/herinnering: het idee van waar, wanneer, hoe
Bekendheid/familiarity: je hebt het gevoel iets te kennen maar je weet niet waarom
Recollection is het weten van wat gebeurde er, waar gebeurde het en wanneer gebeurde het. Enkel
wat gebeurde er is familiarity.
De Town square test waarbij de locatie van de kikkertjes moesten worden geraden. De kikkertes
konden worden geplaatst vanuit dezelfde view, of een shifted view. Jon scoorde 40% minder op de
shifted. De conclusie is dat Jon niet zijn allocentrische spatiele geheugen kan gebruiken, omdat deze
gebaseerd is op hippocampus. Maar zijn egocentrische geheugen (getest door same view) is nog
intact.
Is het egocentrische (same view) gebaseerd op motor pointing representatie of meer op een
visueel snapshot (beide met betrekking tot jezelf)?
Visueel snapshot: foto waar dingen zijn
Motor pointing representatie: soort code met betrekking tot hoever iets weg is van je
lichaam
Wanneer in de test de achtergrond werd veranderd, kon de visuele snapshot niet meer gebruikt
worden. Hierdoor moest de egocentrische motorvector gemaakt worden, maar dit kon Jon niet
meer.
, Conclusies:
In episodisch geheugen moeten de gebeurtenissen worden opgeslagen in context
Noncontextuele geheugen door meer bekendheid > semantische expliciet geheugen
Spatieel geheugen is belangrijk voor contextueel geheugen
Je sense of space is gebruikt om elementen van een event te onthouden en weer te
herinneren. Want verschillende elementen moeten worden samengevoegd in de space
container.
De natuur van spatieel geheugen is allocentrisch, hierdoor geheugen flexibel en kan shiften
over verschillende viewpoints. Hierdoor kunnen we makkelijker alle informatie samenvoegen
en het event constructen in het geheugen.
Allocentrisch perspectief faciliteert mentale timetravel om terug te gaan, recollect en bouwt
het hele event van de losse elementen. Cognitieve map maakt een eventspace.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisabont. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.