100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting gehandicaptenzorg traject leerjaar 2 $4.34   Add to cart

Summary

Samenvatting gehandicaptenzorg traject leerjaar 2

3 reviews
 137 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor het vak gehandicaptenzorg, alle leerstof voor de toets samengevat in een document. Met deze samenvatting heb ik de toets in een keer gehaald. (H1.2 t/m H1.4, H2.6 t/m H2.6, H3.10, 3.12, H4.14 en H4.15, H5.18, H6.20, H6.22, H6.24)

Preview 3 out of 23  pages

  • Unknown
  • November 29, 2017
  • 23
  • 2015/2016
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: afoelafoe • 3 year ago

review-writer-avatar

By: grietje7667 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: adisavukalic • 6 year ago

avatar-seller
Gehandicapten zorg
Thema 1.
Hoofdstuk 1.
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)= is een organisatie die zich richt op
het verbeteren van de gezondheid van de wereldbevolking, maar houd zich ook
bezig met de classificatie.
Stoornis: afwezigheid of afwijking van een psychologische afwezigheid of
anatomische structuur of functie. (defect of ontbreken van een orgaan of orgaan
functie.) een stoornis kan optreden op het gebied van: cognitie, zintuigen, taal,
organen en ledematen.
Beperking: een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. Beperking zijn
de moeilijkheden die iemand heeft ten aanzien van gedag of het uitvoeren van
activiteiten. Een beperking kan zich voordoen op het gebied van: communicatie,
verzorging, lichaamsbeweging, vaardigheden en gedrag.
Handicap: nadelige positie die iemand met een beperking heeft in de
maatschappij. Participatieproblemen kunnen zich voordoen op het gebied van:
scholing, arbeid, het sociale leven, vrijetijdsbesteding.

Verstandelijke beperking: IQ lager dan 70 in combinatie met een beperking op
het gebied van: conceptuele vaardigheden (lezen, schrijven, taal) sociale
vaardigheden en praktische vaardigheden.

IQ tussen 50 en 70: lichtverstandelijke beperking, tijdens opgroeien ontstaan de
verschillen.
IQ tussen 35 en 50: matig verstandelijke beperking,
IQ tussen 20 en 35: ernstig verstandelijke beperking, al grote verschillen bij
baby’s, bedlegerig, niet spreken.
IQ lager dan 20: zeer ernstig verstandelijke beperking, overlijden vaak op jonge
leeftijd.

Dorathea Timmers: heeft een andere indeling gemaakt waarbij meer gekeken
word naar de manier waarop iemand met een handicap zichzelf en de wereld
beleefd. Lichaam gebonden ervaren, associatief ervaren, structurerend ervaren
en vormgevend handelen.

Definitie lichamelijke beperking:
Een lichamelijke handicap is op te vatten als een fysieke aandoening. Wanneer
sprake is van beperkingen als gevolg van stoornissen van het zenuwstelsel en
het bewegingsapparaat waarbij geen functionele verbetering meer mogelijk is en
er geen sprake is van terminale situatie, dan is de grondslag lichamelijke
beperking van toepassing.

Onderverdeling:
Beperkingen ten gevolge van hersenletsel, aangeboren of niet aangeboren.
Aangeboren beperkingen, zoals: spina bifida, niet functionerende of ontbrekende
lichaamsdelen.
Beperkingen door ziekte of aandoeningen, zoals: MS, CVA of spierdystrofie
Beperkingen door ongevallen, zoals: dwarslaesie.



Hoofdstuk 2.




23

,1841 werd de krankzinnigenwet ingevoerd. Mensen met een beperking
hadden recht op verpleging.
Vanaf 1945: onderscheid ggz en ghz.
1950 tot 1970: medisch model, ouders hadden geen recht, was weinig contact
met ouders.
1970 tot 1980: ontwikkelingsmodel. Leren en ontwikkeling is mogelijk, zo
normaal mogelijk leven.
Dennendal affaire (halverwege ’70) van moeten naar mogen ontwikkelen.
1980 tot 1990: acceptatie model, geaccepteerd worden en relaties aangaan in
de basisbehoeften van bestaan. Wonen en werken door elkaar lopen.
Vanaf 1990: vraag gerichte zorg. BOPZ indicatie, behandelplannen en PGB.

Hoofdstuk 3.

Zorgzwaarte pakket: een zzp is een omschrijving van hoeveel en welk soort
zorg en begeleiding iemand nodig heeft. Zzp’s zijn een onderdeel van de
algemene wet bijzonder ziektekosten (AWBZ). De AWBZ maakt onderscheid
tussen zorg thuis en zorg met verblijf. Heeft u zorg met verblijf nodig, dan krijgt u
zzp.

Hoofdstuk 4.

In de gehandicaptenzorg spreek je van een ondersteuningsplan hier staan alle
afspraken in die de zorgvrager met de organisatie gemaakt hebben. Deze wordt 1
maal per jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

Kenmerken ondersteuningsplan:
 Gericht op probleemoplossingen en/of ondersteuning.
 Richt zich op de lange termijn
 Is persoonlijk, richt zich op een persoon
 Is een hulpmiddel en geeft richting aan de ondersteuning in de praktijk
 Het plan is, indien van toepassing, het resultaat van een multidisciplinaire
benadering
 Het is consistent (de doelen houden verband met elkaar (samenhang))
 Doelgericht en methodisch heeft een cyclisch karakter

Het ondersteuningsplan tussen lichamelijk en verstandelijk gehandicapt verschilt
in een paar dingen. Zo staat er bij lichamelijk meer in over de verzorging/ adl. En
bij verstandelijk meer over de omgangsvormen.

 De visie van een organisatie bepaalt hoe een plan er uiteindelijk uit gaat
zien.
 Op het moment dat een zorgvrager een beroep doet op hulp en
ondersteuning van een zorgaanbieder, start meteen het overleg over het
ondersteuningsplan.
 De zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is verschoven van
puur verzorgend en verplegend naar meer begeleidend en ondersteunend.

Ondersteuningsbehoeften en risico’s in beeld brengen;
Uit de informatie over beperkingen en mogelijkheden vleit niet direct voort welke
en hoeveel ondersteuning iemand in z’n leven nodig heeft. Hiervoor vindt een
gesprek plaats met de cliënt en zijn familie, om de wensen, interesses,
voorkeuren en ambities in kaart te brengen. Dit gebeurt op verschillende


23

, levensgebieden zoals wonen, leren en ontwikkeling, participatie in de
samenleving, gezondheid, werk, belangenperspectief op de toekomst en een
beeld van welke ondersteuning nodig is om dat perspectief dichterbij te brengen.

Doelen in het ondersteuningsplan kunnen getypeerd worden als:
 Persoonlijke doelen
 Ontwikkelingsgerichte doelen
 Probleemgerichte doelen
Om de doelen te kunnen halen moeten afspreken worden gemaakt bijv.:
 Afspraken over de basiszorg
 Afspraken over omgangskundige aspecten
 Afspraken over de rolverdeling
 Afspraken over de doelen waaraan gewerkt gaat worden
Deze acties/afspraken moeten duidelijk zijn, wie doet wat en wanneer.

Thema 2
Hoofdstuk 6.

Het zenuwstelsel draagt zorg voor het doorgeven van informatie over situaties
binnen en buiten het lichaam.

De Hersenen bestaan uit:
 Zenuwcellen en neuronen
 Steuncellen of gliacellen
 Hersenholtes (ventrikels/kamers) gevuld met hersen
 Hersenvliezen

De zenuwcel is als volgt opgebouwd:
 Een cellichaam met kern
 Dendrieten: korte uitlopers, zorgen dat de prikkels binnenkom
 Prikkels veroorzaken kleine elektrische impulsen
 Neuriet of axon; een lange uitloper, zenuwvezel deze geldt de impulsen
van het cellichaam af naar de volgende zenuwcel of eindorgaan.

Myeline: vetachtige stof met isolerende functie en versneld de geleiding.
Impulsen kunnen via de lange zenuwvezels vervoerd worden naar andere delen
in het lichaam. Het vervoeren van impulsen heet; impulsgeleiding.

Sensorische neuronen (gevoelszenuwen), cellichaam met 1 uitloper die zich
splitst in een neuriet en een dendriet.
Motorische neuronen (bewegingszenuwen), deze geven opdrachten vanuit de
hersenen door aan spieren en klieren, groot cellichaam met meerdere dendrieten
en 1 neuriet.
Schakel neuronen (schakelcellen), 1 neuriet en veel kleine dendrieten, deze
brengen prikkel over van de ene naar de andere zenuw.

Steuncellen/ gliacellen, bevinden zich tussen alle zenuwcellen, zorgen voor
voeding, steun en bescherming. Deze zijn onder te verdelen in drie typen:
 Atrocyten, deze zijn stervormig, sterk vertakte cellen, dienen als
steunweefsel.
 Oligodendrocyten, kleine cellen met kleine uitlopers, voedingscellen



23

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evawessel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34  7x  sold
  • (3)
  Add to cart