Invoer, uitvoer, intracommunautair en binnenlands?
Wanneer is sprake van in- en uitvoer? Wanneer is sprake van intracommunautaire handel en
wanneer is sprake van binnenlandse handel?
Uitvoer en invoer vs. icl en icv
Als we het hebben over transacties binnen de EU (EU-land naar EU-land), dan gaat het om
intracommunautaire transacties. Je kunt dan ook te maken krijgen met een icl en icv, maar
dit geldt alleen voor ondernemers en voor degenen die met ondernemers gelijk gesteld zijn
door de btw-wetgeving. Voor particulieren geldt de icv niet, maar bij particulieren moet je
opletten of de afstandsregeling van toepassing is.
Van buiten de EU naar binnen de EU: invoer.
Van binnen de EU naar buiten de EU: uitvoer.
Dit geldt zowel voor particulieren als voor ondernemers. Als je in New York op vakantie bent
geweest en je komt aan op Schiphol, dan ben je ook goederen aan het invoeren, namelijk al
je inkopen die je daar hebt gedaan. Het maakt dan dus niet uit of je ondernemer bent. Invoer
en uitvoer staat dus los van de vraag of je particulier of ondernemer bent.
Intracommunautaire transacties (1)
We hebben het vandaag over goederen: art. 3 lid 1 sub a jo. lid 7 OB.
De grenzen zijn afgeschaft in 1992 en het feit van icl en icv is geïntroduceerd. Maar wat als
een ondernemer met zijn eigen goederen de grens over gaat? De EU heeft dan toch de wens
de goederen te blijven volgen. Je moet dan een overbrenging aangeven. Als je eigen
goederen overbrengt vanuit NL, dan wordt je geacht vanuit NL een icl te verrichten en in het
land van aankomst een icv te verrichten. Dit is een fictief belastbaar feit o.g.v. art. 3a OB.
Intracommunautaire transacties (2)
We hebben nu 28 lidstaten in de EU. Tussen deze lidstaten vinden de intracommunautaire
transacties plaats. Rijtje met lidstaten even doornemen. Let op: Noorwegen, IJsland en
Zwitserland zijn geen EU-landen!
Als daar een levering plaatsvindt tussen ondernemers (binnen EU) en de goederen gaan van
het ene naar het andere EU-land, dan krijgen we twee belastbare feiten: icl in het land van
vertrek door de leverancier en de icv in het land van aankomst door de afnemer.
, Intracommunautaire transacties (3)
Je moet beide posities uitwerken, zowel van de leverancier als van de afnemer.
Btw-tarief icl: 0%-tarief (zie tabel II a6).
Btw-tarief icv: lokale btw-tarief.
Wat wordt hiermee bereikt? Een heffing in het land van bestemming.
Plaats van de prestatie
Ondernemer A in NL levert een goed aan ondernemer B in Duitsland.
Ondernemer A geeft icl aan in NL tegen het 0%-tarief.
Ondernemer B geeft icv aan in Duitsland tegen Duitse tarief.
Intracommunautaire levering
Als je het 0%-tarief wilt toepassen voor icl’s, dan moet er wel sprake zijn van een verzending
of vervoer van de ene naar de andere lidstaat in het kader van de levering. Daarbij maakt het
niet uit wie er vervoert. Het kan dus dat jij als leverancier vervoert, maar het kan ook dat de
afnemer de goederen komt ophalen en meeneemt naar het andere land. Dit is voorwaarde
1. Voorwaarde 2 is dat de goederen in de lidstaat van aankomst zijn onderworpen aan
heffing wegens het feit de afnemer een icv moet aangeven. Dat houdt in dat de afnemer een
ondernemer moet zijn of een daarmee gelijkgestelde persoon, want anders hoef je geen icv
aan te geven. Daarbij heeft NL toegevoegd dat de leverancier moet beschikken over een btw-
nummer van de afnemer in het land van aankomst. Dat moet een btw-nummer zijn in het
land van aankomst. Het mag dus niet een NL btw-nummer zijn als de goederen aankomen in
België. Als je dat btw-nummer niet hebt, dan wil dat niet zeggen dat je het 0%-tarief niet
kunt toepassen. Volgens het HvJ is dit dus geen materiele voorwaarde voor het toekennen
van het 0%-tarief.
Intracommunautaire transacties
Voor het aantonen van het vervoer kun je allerlei bewijsstukken gebruiken.
- Bestelling die uit het buitenland komt.
- Orderbevestiging waar in staat dat de goederen moet worden verzonden naar een ander
land.
- Ontvangstbevestiging van koper.
- Betaling vanuit het buiteland.
- Verzekeringspapieren.
- Exportvergunning als de goederen echt de EU uit gaan.
- Vrachtbrieven, etc.
Er is geen minimum dat als je dit verzamelt, dan heb je aan je bewijslast voldaan. Het is een
vrij open norm, waarbij ondernemers zelf moeten kijken of zij voldoende stukken hebben
verzameld. Ondernemers kunnen ook achteraf geconfronteerd worden door de
belastingdienst met er zijn onvoldoende bewijsstukken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daan123tjuh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.